De S&P 500 eindigde een fractie hoger op een stand van 5985,38 punten. De Dow-Jonesindex won 0,1 procent tot 43.958,19 punten en techbeurs Nasdaq zakte 0,3 procent tot 19.230,74 punten.

Beleggers verwerkten de inflatiecijfers voor de Verenigde Staten. De prijzen die consumenten voor goederen en diensten betalen zijn in oktober harder gestegen dan in september. Maar de nieuwe inflatiecijfers kwamen grotendeels overeen met de verwachtingen op de financiële markten. Beleggers schatten de kans op een nieuwe renteverlaging door de Federal Reserve in december nu groter in, werd duidelijk op de derivatenmarkt.

De Zweedse muziekstreamingdienst Spotify won ruim 11 procent aan beurswaarde. Het bedrijf meldde in zijn kwartaalbericht een hogere omzet en winst, wat te danken was aan een toestroom van klanten met een premium-abonnement. Daarnaast vielen de kosten lager uit na een reorganisatie vorig jaar.

Chipbedrijf Advanced Micro Devices (AMD) kondigde aan 4 procent van de banen te schrappen. Die ingreep is volgens het bedrijf nodig om meer geld en middelen in te kunnen zetten voor de snelst groeiende markten voor halfgeleiders, zoals AI. Het aandeel eindigde ruim 3 procent lager.

VF Corp eindigde 1,3 procent lager. Kredietbeoordelaar S&P Global verlaagde het rapportcijfer voor de financiële staat van de eigenaar van schoenenmerk Vans naar BBB-, waarmee het bedrijf een junkstatus krijgt. Dat betekent dat geld lenen aan VF Corp als zeer risicovol wordt gezien. VF Corp kampt met dalende verkoopcijfers bij zijn grootste vier merken, waar ook The North Face, Timberland en Dickies bij horen.

Mastercard praatte beleggers bij over de strategie voor de komende jaren. Daarbij voorspelde het betaalkaartenbedrijf minder sterke groei tot en met 2027. Het aandeel verloor 1,4 procent.

De euro was 1,0564 dollar waard, tegen 1,0570 bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie werd 0,2 procent goedkoper op 67,98 dollar. Brentolie daalde een fractie tot 71,89 dollar per vat.