SodM herhaalt: nieuwe gaswinning Waddenzee niet veilig genoeg
Nieuwe gaswinning onder de Waddenzee is niet mogelijk zonder de natuur in het gebied meer in gevaar te brengen dan het huidige beleid toelaat. Dat heeft inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gezegd in een gesprek met de Tweede Kamer. Hij lichtte daar het negatieve advies toe dat de toezichthouder dit voorjaar uitbracht over een vergunningsaanvraag van de NAM.
De NAM wil naar gas boren onder de Waddenzee vanuit het Friese plaatsje Ternaard. Verantwoordelijk minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) heeft van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, tot 1 januari de tijd gekregen om daar een definitief besluit over te nemen. Veiligheid is daarbij een belangrijke overweging, maar bijvoorbeeld leveringszekerheid is dat ook.
Als veiligheid „de enige of de eerste overweging” is, dan gaat Kockelkoren ervan uit dat het advies van SodM doorslaggevend zal zijn. De toezichthouder heeft namelijk als enige de wettelijke taak om te adviseren over de veiligheid van mijnbouwactiviteiten. Maar er liggen ook andere adviezen en er spelen ook andere belangen, weet hij.
Uitgangspunt is steeds geweest dat de Waddenzee een „natuurlijk aanpassingsvermogen” heeft aan veranderingen als de stijging van de zeespiegel en de bodemdaling die optreedt als gevolg van gaswinning. Dat geeft een zekere „gebruiksruimte” voor bijvoorbeeld mijnbouwactiviteiten, als maar tijdig wordt ingegrepen als de gevolgen daarvan te groot dreigen te worden.
Door nieuwe inzichten over de snelheid waarmee de zeespiegel stijgt, is deze gebruiksruimte „eigenlijk verschrompeld naar bijna helemaal niets”, zei Kockelkoren. Dat maakt dat gas winnen ‘met de hand aan de kraan’ niet meer mogelijk is, omdat er eigenlijk niet meer genoeg tijd is om in te grijpen als de normen dreigen te worden overschreden. De enige maatregel die voldoende zekerheid biedt voor het Waddengebied, is „geen gas winnen”.
Het huidige Waddenzeebeleid voorziet volgens Kockelkoren in een bepaalde mate van „voorzorg” om te voorkomen dat het unieke natuurgebied gevaar loopt door bijvoorbeeld gas- of zoutwinning. Als de minister de plannen van de NAM goedkeurt, laat zij die voorzorg los, waarschuwde hij. In alle scenario’s die de NAM heeft aangeleverd, wordt het aanpassingsvermogen van de Waddenzee „binnen vier tot tien jaar” overschreden.