Halsema geschokt door Jodenjacht: „Amsterdam is verhit”
„Amsterdam is verhit. Joden voelen zich niet veilig. Moslims voelen zich geïsoleerd. Ik wil proberen de wonden te helen”, zei burgemeester Halsema dinsdag tijdens een spoeddebat in de gemeenteraad over het geweld vorige week.
De burgemeester van GroenLinks-huize sprak haar afschuw uit over de jacht op Joden in de nacht van vorige week donderdag op vrijdag. „Wie in onze stad op jacht gaat naar Joden, raakt Joden in de kern van hun bestaan. Maar die bezorgt ook alle Amsterdammers die ook maar iets weten van de pijnlijke geschiedenis van onze stad, ijskoude rillingen.”
Halsema vertelde dat ze hevig bezorgde Joden aan de lijn kreeg. „Ze vertelden me dat ze vreselijke herbelevingen meemaakten.” De burgemeester stelde dat er geen aanwijzingen zijn dat de criminelen die achter Joden aangingen, het gemunt hadden op Joodse objecten.
Kwaad was Halsema ook op relschoppers die maandagavond in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West vernielingen aanrichten. „Er werden antisemitische leuzen geroepen. Dat is een grove schande.”
Aan de Jodenjacht gingen onrustige dagen vooraf. Daarbij misdroegen ook Israëlische supporters van Maccabi Tel Aviv zich. Zo belaagden de Israëlische supporters een taxi, dan wel een taxichauffeur. Anderzijds meldt NRC Handelsblad dat uit een veelbekeken filmpje blijkt dat Israëliërs in de nacht van woensdag op donderdag, in elkaar werden geslagen door aanvallers uit een of meer taxi’s. Dat incident speelde zich dus af vóór de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi en een etmaal vóór de georganiseerde Jodenjacht. Een van de aanvallers riep: „Palestina”.
Halsema, die dinsdag niet in politieke problemen kwam, had geen goed woord over voor spreekkoren van Israëlische voetbalsupporters. Ze noemde de teksten „walgelijk en diep kwetsend.” Wel zei ze: „De vraag is of het ook strafbare leuzen zijn. En het roepen van die teksten is nog iets heel anders dan het jagen op Joden.”
Verschillende partijen stonden stil bij de door Maccabisupporters gescandeerde leuzen. Zo zei Imane Nadif van GroenLinks (met acht van de 45 zetels een van de grootste partijen): „Er werd in filmpjes die circuleren geroepen: „Dood aan de Arabieren!” en: „Er zijn geen scholen in Gaza, omdat daar geen kinderen meer zijn”.”
DENK-raadslid Sheher Khan stelde dat „het tuig van Maccabi zich openlijk uitsprak voor genocide in Gaza”. Misdragingen van de Israëlische supporters zijn „geen rechtvaardiging, maar wel een verklaring” voor het belagen van Joden, zei het DENK-raadslid. „In Gaza zijn 17.000 kinderen vermoord, tienduizenden Palestijnen missen ledematen. Dan kun je niet verwachten dat je bloed niet gaat koken.”
Halsema en ook politiechef Peter Holla erkenden dat de politie niet goed in staat was adequaat op te treden tegen de zogeheten hit-en-runacties. Daarbij werden Joden gedurende anderhalf uur belaagd, waarbij de daders er snel vandoor gingen, bijvoorbeeld op hun scooter via steegjes. „Onze wendbaarheid was die nacht niet optimaal”, zei Holla. „Ik erken dat we niet iedereen optimaal konden beschermen.”
Halsema kreeg het vooral aan de stok met rechtse politici, een minderheid in de Amsterdamse raad. Zo plaatste voorman Daan Wijnants van de VVD (vijf zetels) de burgemeester „onder curatele”. Hij vindt dat Halsema pro-Palestijnse demonstranten te veel ruimte geeft. Dat jongeren in Amsterdam Nieuw-West zich „de baas op straat wanen”, heeft volgens de VVD’er onder meer te maken met „het feit dat de lokale overheid wel een streep in het zand trekt”, maar de grens onvoldoende bewaakt. Halsema vindt dat Wijnants een „kronkelredenering” hanteert.