Opa’s en oma’s en andere informele pleegouders lopen nog steeds vaak begeleiding en vergoeding mis. Deze zogenoemde netwerkpleegouders zien hun zorgrol vaak niet geformaliseerd, zegt de Nederlandse Vereniging van Pleeggezinnen (NVP). Het formaliseren houdt in dat er een contract wordt gesloten door de pleegouders met een pleegzorgaanbieder. In een brief aan gemeenten vraagt de NVP aandacht voor dit probleem.
Netwerkpleegouders hebben net als ‘gewone’ pleegouders recht op een vergoeding. In 2010 deed de Nationale Ombudsman onderzoek naar het moeizame verkrijgen van een vergoeding door deze pleegouders. De Ombudsman noemde het toen „niet behoorlijk” dat netwerkpleegouders lang moeten wachten op een pleegzorgvergoeding en deze in sommige situaties zelfs helemaal niet ontvangen. „Mensen die ruimte in hun hart hebben als het gaat om pleegzorg, mogen daarin niet belemmerd worden door een lege portemonnee. De overheid moet deze vorm van pleegzorg daarom niet alleen promoten, maar ook faciliteren door voldoende financiële middelen ter beschikking te stellen om pleegzorgbegeleiding te bieden en pleegouders te ondersteunen.”
Remco Oosterhoff, directeur van de NVP, zegt de signalen uit het onderzoek veertien jaar later nog steeds te zien. Hij spreekt zelfs van een stijging van het aantal vragen van netwerkpleegouders die de plaatsing van hun pleegkind moeilijk geformaliseerd krijgen. „Zij zorgen vaak al langere tijd voor een kind uit hun netwerk zonder dat zij daar de juiste ondersteuning bij krijgen.” Hij noemt de formalisering „echt belangrijk”. Naast passende ondersteuning en vergoeding is er volgens hem dan ook meer zicht op de veiligheid van het kind.
In de brief roept de NVP gemeenten onder meer op netwerkpleegouders actief te informeren over de mogelijkheden van formeel pleegouderschap. Ook vraagt de organisatie deze pleeggezinnen passende hulp te bieden.