Steeds vaker komt het voor dat bewoners protesteren tegen de opvang van asielzoekers, daklozen of zelfs terminaal zieken in een pand in hun directe omgeving. Mij zullen ze onder de protesterenden echter tevergeefs zoeken.
Wim van Egdom schrijft over het dagelijks leven. En meer. Soms met een knipoog.
De discussie over migratie en asielzoekers hoeven we hier gelukkig niet te voeren. Het ligt allemaal heel wat genuanceerder dan de extremen aan de linker- en rechterkant ons willen doen geloven, zo weten we inmiddels. Als ik eerlijk ben, kon ik de nuance bij de protesten in een villadorp tegen de komst van een hospice echter niet ontdekken. Want welke overlast –en ik bedoel dat beslist niet spottend– verwacht je eigenlijk van patiënten die het grootste deel van de dag het bed moeten houden?
Als het bijvoorbeeld gaat over de asielopvang van alleenstaande mannen, zijn er natuurlijk wel degelijk nuances. Toch kreeg ik het benauwd toen ik hoorde wat bewoners in Ugchelen allemaal durfden te roepen tegen asielzoekers die daar de nachten doorbrengen in een oud schoolgebouw. Ook als alleenstaande man zonder kinderen begrijp ik dat je als ouder alles doet om te voorkomen dat je kind iets overkomt. Maar wat voor een voorbeeld geef je aan die kinderen door te schreeuwen tegen vluchtelingen?
Ja, Wim had makkelijk praten. Tot dat, nu meer dan twintig jaar geleden, de gemeente waar ik woon, besloot op enkele tientallen meters afstand van ‘mijn’ appartementsgebouw een opvang voor daklozen en verslaafden te realiseren. Er gingen in mijn woongebouw al heel snel lijsten rond om protest aan te tekenen bij de gemeente. Want onze flats zouden minder waard worden, onze geparkeerde auto’s zouden worden opengebroken en in onze appartementen zou iets alleen nog veilig zijn achter zware sloten en dito grendels.
Toen ik over die protestlijst sprak met een toenmalige buurvrouw, keek ze me verbaasd en bijna geschokt aan en zei ze: „Ga jij tekenen? Maar je bent toch christen?”
Wie nu denkt dat ik daarmee zeg dat iemand die protest aantekent tegen een opvanglocatie van wie dan ook, geen christen is, trekt de verkeerde conclusie. Er kunnen redenen zijn waarom je zelfs móét protesteren. Maar de spiegel die mij werd voorgehouden, maakte me heel duidelijk dat mijn motieven om de protestlijst te tekenen onzuiver en egoïstisch waren. Onchristelijk zelfs, omdat ze lichtjaren ver weg waren van ook maar het geringste druppeltje naastenliefde. En is juist dat niet een begrip dat vergroeid moet zijn met iemand die zich christen noemt?
Mijn motieven waren onzuiver en onchristelijk