De EU-leiders staan vierkant achter de noodzaak de Europese concurrentiekracht te vergroten, maar de vraag hoe de aanzienlijke investeringen die hiervoor nodig zijn gefinancierd moeten worden, hebben zij geparkeerd. Daarover zijn de meningen tussen de 27 EU-lidstaten te verdeeld, zo blijkt na afloop van de informele top van de EU-regeringsleiders in Boedapest.
Er moet een „meerjarig financieel kader” (geldpot) komen en er is zowel publiek als privaat geld nodig, om de Europese economie een oppepper te geven en concurrerender te maken. De EU blijft „werken aan de invoering van nieuwe eigen middelen” om dit mogelijk te maken, maar in de gezamenlijke slotverklaring wordt daar niet verder op ingegaan.
Eerder is in Europa gesproken over de uitgifte van gemeenschappelijke obligaties, ook wel eurobonds genoemd. In ieder geval Nederland is daar fel op tegen. Nederland wil evenmin iets weten van een ruimer EU-budget, benadrukte premier Dick Schoof vrijdag voor het begin van de top.
Het dichten van de innovatiekloof die de EU heeft met „onze mondiale concurrenten” is volgens Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, de belangrijkste prioriteit. „We zijn erg goed in baanbrekend onderzoek, maar er is een tekortkoming in het omzetten van de onderzoeksresultaten in een bedrijf en het opschalen van het product op de markt in de Europese Unie”, zei de politica in een persconferentie na de top.
Het moet start-ups makkelijker worden gemaakt. Het schrappen van overbodige regelgeving moet daarbij helpen, zei Von der Leyen.
De energieprijzen in Europa zijn „nog steeds structureel te hoog en moeten omlaag”. Dat is een van de taken van de nieuwe Europese Commissie, zei ze.