De antisemitische aanvallen op Israëlische voetbalfans in Amsterdam passen in een patroon. Pro-Palestijnen maken zich vaker schuldig aan geweld.
Amsterdam is regelmatig toonbeeld van pro-Palestijnse demonstraties en rellen. De bezetting van universiteiten staan velen in het geheugen gegrift. Activisten richten daarbij op de Universiteit van Amsterdam (UvA) in mei voor 4,1 miljoen euro schade aan, zo bleek dinsdag.
Burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) van Amsterdam krijgt regelmatig kritiek op haar aanpak van pro-Palestijnse demonstraties. PVV-leider Geert Wilders verklaarde op 7 oktober de demonstranten te willen zien vertrekken. „Het land uit met dat tuig. En Halsema mag mee.”
Vrijdag ging Wilders een stap verder en eiste het onmiddellijke aftreden van Halsema. „Een Jodenjacht in Amsterdam. Het is volstrekt onacceptabel dat er onvoldoende politiebescherming was om dit geweld te voorkomen en de mensen te beschermen.” Ook andere politici spraken hun afschuw uit over de aanvallen op Israëlische supporters.
Schril contrast
Gewelddadige pro-Palestijnse activisten stonden afgelopen maanden vaker lijnrecht tegenover gemoedelijke pro-Israëlische activiteiten in Amsterdam; schreeuwende en gillende demonstranten vormden een schril contrast met zingende en biddende bezoekers.
Burgemeester Halsema geeft daarbij, met een beroep op de vrijheid van meningsuiting, pro-Palestijnse betogers alle ruimte. De vrijheid om te demonstreren is immers een groot goed, vindt zij. Critici wijzen erop dat Halsema –bewust of onbewust– de achtergronden uit het oog verliest.
„Een Jodenjacht in Amsterdam. Het is volstrekt onacceptabel dat er onvoldoende politiebescherming was” - Geert Wilders, PVV-leider
Koning Willem-Alexander en de Israëlische president Isaac Herzog openen in maart het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam, in aanwezigheid van toenmalig premier Mark Rutte. Een museum dat herinnert aan de doelbewuste moord op onder andere 6 miljoen Joden door nazi-Duitsland.
Ook daar staat burgemeester Halsema een pro-Palestijnse demonstratie toe. Op korte afstand van de openingshandeling met familieleden van Holocaustslachtoffers. Betogers scanderen omstreden leuzen: ”From the river to the sea”, ”Free, free Palestine” en ”Israel terrorist”. Demonstranten gooien met stenen en bekladden een politiebusje met „genocide”. De politie pakte dertien mensen op.
Dodenherdenking
De SGP organiseert eind mei, in verkiezingstijd, een pro-Israëlische manifestatie op de Dam. Honderden pro-Palestijnen proberen de vreedzame bijeenkomst ruw te verstoren. De ME moet moeite doen om pro-Palestijnse activisten –aan de overkant van de weg– niet de deelnemers van de pro-Israëlmanifestatie te lijf te laten gaan. De politie pakt 73 pro-Palestijnse betogers op.
De organisatie Op de bres voor Israël houdt 7 oktober een herdenking op de Dam, een jaar na de ongekend brute terreuraanval van Hamas op Israël waarbij 1200 Israëliërs en mensen met een andere nationaliteit werden vermoord en 240 mensen ontvoerd naar Gaza.
Halsema staat pro-Palestijnse groepen –binnen gehoorsafstand van de dodenherdenking– toe hun agressieve anti-Israëlische geluid te laten horen. Critici, onder wie oud-minister Uri Rosenthal, hekelen het besluit om de pro-Palestijnse demonstraties plaats te laten vinden op deze gevoelige dag voor de Joodse gemeenschap. „Bangig en fout.” De politie arresteert 320 actievoerders.
Joden onveilig
Joden voelen zich al jarenlang niet meer veilig in Amsterdam, ook door pro-Palestijns geweld. Mensen uit de Joodse gemeenschap durven zich meer dan eens niet meer op straat te vertonen. Pijnlijk, juist in een stad waaruit in de Tweede Wereldoorlog naar schatting zo’n 60.000 Joden zijn weggevoerd om vermoord te worden.
Halsema krijgt keer op keer kritiek dat zij pro-Palestijnse groepen veel ruimte geeft in Amsterdam. Zelf ontkent de burgemeester dat. „We zijn gehouden aan de wet.” De roep om aftreden legt ze daarom naast zich neer. „We stappen niet van de fiets.”