ME'er Mark blikt terug op rellen rond SGP-Israëlactie
Agressieve pro-Palestijnse demonstranten belagen ME’er Mark tijdens de vreedzame pro-Israëlmanifestatie op de Dam. Beelden van de intimidatie flitsen massaal de wereld over. De hoofdagent blikt terug.
De sfeer is maandag gespannen in Amsterdam. Mannen met Palestijnse sjaals schelden en schreeuwen, treiteren en intimideren op de Dam. Agressieve activisten schoppen en slaan naar de mobiele eenheid. ME’er Mark duwt, na verschillende waarschuwingen, met zijn schild een woeste man met baard en arafatsjaal om het hoofd weg. En gebruikt zijn wapenstok.
De beelden flitsen de wereld over. Een videootje van een RD-verslaggever met het geweld tegen de ME op de Dam is ruim 2 miljoen keer bekeken. Minister Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid sprak haar afschuw over de agressie uit, PVV-leider Geert Wilders zijn grote ongenoegen. Afkeurende reacties over de pro-Palestijnse misdragingen op sociale media zijn niet van de lucht. Waardering voor het kordate optreden van de politie ook niet.
Hoofdagent Mark (31) –de ME’er in de video– blikt terug. Nuchter. Zakelijk. „Demonstreren is een groot goed, maar als demonstranten de orde verstoren, treedt de politie op.” De agent –dertien jaar in het vak, waarvan één jaar als ME’er– is de afgelopen weken zeven keer ingezet bij rellen en demonstraties in Amsterdam. „Erg vaak, naar mijn idee.”
De ME’er is onder andere actief geweest tijdens de gewelddadige studentenprotesten en rellen bij de Universiteit van Amsterdam drie weken geleden. De politie zette daarbij een bulldozer in om barricades te ruimen. „Een spannend, intens moment”, zegt Mark. „Ik heb bakstenen naar mijn hoofd gekregen, flessen olijfolie en bakken met vloeistof waarvan je niet wilt weten wat het is.”
Alarm
Maandagmiddag. Halfvier. Mark zit thuis op de bank als de app op zijn diensttelefoon opnieuw alarm slaat. De hoofdagent moet direct aantreden. Mark haast zich naar het bureau in Amsterdam. „We kregen opdracht om met grote spoed naar de Dam te gaan.” Politiebusjes wachten met draaiende motor. Zodra voldoende agenten aanwezig zijn, vertrekt een voertuig.
Om 17.00 uur rijdt Mark de poort uit. De politiebusjes spoeden zich –met sirene en zwaailichten– naar hartje Amsterdam. „We vielen onderweg alle kanten op. De situatie was serieus.” Relschoppers richten vernielingen aan en zoeken de confrontatie met een pro-Israëlactie, georganiseerd door de SGP, bij het monument op de Dam. Mark hijst zich in zijn beschermende kleding zo goed en zo kwaad als het gaat in het busje. Helm, schild en wapenstok onder handbereik.
Op de Dam moeten Mark en zijn collega-ME’ers een groep agenten beschermen die vernielzuchtige pro-Palestijnse activisten op de Kalverstraat hebben ingesloten. De sfeer is gespannen. Grimmig. Een andere groep agressieve demonstranten belaagt de agenten vanaf de Dam. De ME’ers stellen zich in linie op. Voorbereid op alles.
„Vanuit mijn christelijke opvoeding treed ik bij rellen met geduld en mededogen op” - Mark, ME’er bij pro-Palestijns protest bij pro-Israëlactie
Een aanhoudingseenheid plukt de ingesloten, ineengestrengelde demonstranten één voor één uit de groep. De agenten in burger –helm op, handschoenen aan– slepen de tegenstribbelende activisten over straat naar een gereedstaande GVB-stadsbus. De groep opgefokte pro-Palestijnen op de Dam richt zich op de bus. Mark en andere ME’ers positioneren zich tussen bus en demonstranten.
Gemaskerd
De actievoerders intimideren en treiteren de ME’ers. Een deel is gemaskerd. „De situatie was ontvlambaar”, zegt Mark terugblikkend. Geroutineerd observeert de hoofdagent de situatie, bedacht op alle mogelijke risico’s. „Wij stonden met onze rug tegen de bus. Geen ideale positie. Mijn collega’s en ik willen natuurlijk wel heelhuids thuiskomen. Het doet me niets als mensen tegen mij schreeuwen en schelden en mij beledigen. Dan bedenk ik dat ze dat tegen mijn uniform doen. Laat ze maar praten, denk ik dan. Prima. Maar als ik het gevoel krijg dat mijn veiligheid in het geding is, ligt de zaak anders.”
Mark realiseert zich dat een man met zwart-wit geblokte sjaal weleens geweld kan gaan gebruiken. „Ik dacht: deze man gaat geen 1,5 meter afstand houden.” Zijn inschatting blijkt juist. De man met sjaal om z’n hoofd komt op amper 20, 30 centimeter afstand voor Mark staan. „Met een intimiderende, starre blik in zijn ogen.” Bang is de ME’er niet. „Gespannen wel. Vol adrenaline. Ik had het idee: deze man is in staat mij iets aan te doen. De videobeelden op X liegen er niet om.”
De pro-Palestijnse demonstrant negeert waarschuwingen. „Ik heb hem een paar keer gemaand afstand te houden. Als mensen consequent niet luisteren, treden wij op. Ik dacht: wat bezielt die man? Dit heeft toch niets meer met demonstreren te maken? Dit is gewoon een relschopper. Ik schrik daarvan. Ik kan me niet indenken dat mensen geweld tegen hulpverleners gebruiken. Als zij op een demonstratie zouden worden belaagd, zou ik hen ook beschermen.”
Wapenstok
Op het moment dat de agressieve pro-Palestijnse relschopper opnieuw te dichtbij komt, grijpt de ME’er in. Met zijn schild duwt hij de activist hardhandig weg. De man deinst achteruit, maar komt opnieuw opzetten. Het hoofd schuin, woeste blik in de ogen. De haat spat eraf. Dan zet Mark z’n wapenstok in. En nog een keer. Een collega-relschopper trapt naar de ME’ers. Opnieuw reageren zij met de lange lat.
„Ik ben er niet op uit om te slaan”, geeft Mark aan. „Het is niet leuk een klap te geven. Mensen moeten volop gebruik kunnen maken van hun recht om te demonstreren. Maar het is mijn taak om de samenleving te beschermen en te voorkomen dat demonstranten strafbare feiten plegen en de openbare orde verstoren. Als ik dat doel niet op een andere manier kan bereiken, dan volgt er een klap.”
Demonstranten klagen dat de politie disproportioneel geweld gebruikt. Geen sprake van, vindt Mark. „De politie treedt niet zomaar op. Wij geven altijd eerst enkele waarschuwingen, dan vorderingen en pas als laatste optie passen we geweld toe”, legt de ME’er uit. „Demonstranten weten waar ze aan toe zijn en hebben de kans zich uit de voeten te maken.” Overigens is het volgens de hoofdagent niet in elke situatie mogelijk vooraf waarschuwingen te geven.
Doxing
Mark maakt zich geen zorgen dat hij de agressieveling nog een keer tegenkomt. „Ik probeer elke demonstratie neutraal in te gaan en geen ervaringen uit voorgaande acties mee te nemen.” Demonstranten fotograferen regelmatig agenten om op sociale media te plaatsen, het zogeheten doxing. „Een groot probleem.” Dat hij op videobeelden herkenbaar in beeld komt, vindt de hoofdagent prima. „Ik heb een publieke functie. Dit hoort daarbij.” Bang voor represailles van relschoppers is Mark niet. Hij wil echter niet met zijn echte naam in de krant. Uit veiligheidsoverwegingen.
De gewelddadige man op de Dam blijkt een bekende relschopper. Bij een eerder studentenprotest in Amsterdam liep hij met een stok in te slaan op mensen, zo blijkt uit beelden en reacties op sociale media. En daarvoor zou hij met een Palestijnse vlag boven op een politiebus hebben staan zwaaien.
Christelijk
Mark heeft de beelden van zijn optreden maandagavond een aantal keren bekeken. Op de bank, samen met zijn verloofde. „Ze is trots op me”, zegt de hoofdagent met een brede grijns. De beelden zijn wereldwijd meer dan 2 miljoen keer bekeken door ruim 271.000 unieke bezoekers. „Top”, zegt Mark. „Het videootje geeft een goed beeld van het politieoptreden, waarin een opbouw van geweld plaatsvindt. Ik ben tevreden over deze ME-actie. Eentje volgens het boekje.”
Mark, opgegroeid in de Biblebelt, is christelijk opgevoed en heeft christelijke scholen bezocht. „’s Ochtends werd op school altijd uit de Bijbel gelezen.” Inmiddels heeft hij daar niet zo veel meer mee. Toch tekent zijn christelijke opvoeding nog altijd zijn werk. „Ik probeer altijd de-escalerend te werk te gaan. Bij rellen en demonstraties treed ik met geduld en mededogen op.”
Marks echte naam is bij de redactie bekend.