De AOW-leeftijd gaat niet omhoog in 2030, meldt minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in een Kamerbrief. In 2028 gaat de leeftijd waarop mensen AOW krijgen omhoog naar 67 jaar en drie maanden en dat blijft onveranderd in de twee jaren daarna.
De minister baseert zijn besluit op cijfers van het CBS. Het is wettelijk zo geregeld dat berekeningen van de levensverwachting door het statistiekbureau automatisch doorwerken naar de AOW-leeftijd over vijf jaar.
De AOW-leeftijd gaat in 2030 niet omlaag naar 67 jaar, hoewel die leeftijd volgens de minister eigenlijk zou passen bij de laatste prognoses van het statistiekbureau. Het CBS verwacht nog steeds dat de levensverwachting blijft stijgen, maar minder dan eerder voorzien. Dat komt doordat sinds de coronapandemie meer mensen overlijden dan verwacht.
Het is wettelijk zo geregeld dat de AOW-leeftijd niet zomaar naar beneden wordt bijgesteld als het CBS in een nieuwe prognose voorspelt dat Nederlanders vroeger komen te overlijden dan eerder gedacht, legt Van Hijum uit. Het idee hierachter is om „iedereen tijdig zekerheid te bieden en een jojo-effect te voorkomen”.
De AOW-leeftijd kan alleen naar beneden worden aangepast door de wet te wijzigen. Dat vindt Van Hijum alleen het overwegen waard als het CBS verwacht dat de leeftijd waarop mensen overlijden omlaaggaat en niet als die - zoals nu het geval lijkt - minder hard stijgt dan eerder verwacht.