Mensen met een lager inkomen hebben een kleinere kans om kanker te overleven dan degenen met een hoger inkomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Het gaat om een verschil van 10 procent om te overleven vijf jaar na de diagnose kanker. Bij mannen is deze discrepantie tussen inkomensgroepen groter dan bij vrouwen (12 versus 7 procent). „Schokkend”, vindt epidemioloog dr. ir. Mieke Aarts van het IKNL. „Het verschil is groter dan we hadden verwacht.” Een lager inkomen komt neer op een gezamenlijk netto-inkomen van hooguit 24.300 euro per jaar. Van een hoger inkomen is sprake bij een gezamenlijk inkomen van minstens 31.000 euro per jaar. Deze getallen zijn gebaseerd op een inkomensverdeling van het CBS.
Aarts ziet meerdere verklaringen voor de verschillen in overlevingskansen tussen rijkere en armere mensen. „We weten dat mensen met een laag inkomen vaak meer bijkomende ziektes hebben. Ook worden tumoren van sommige kankersoorten bij hen gemiddeld in een later stadium ontdekt. Mogelijk komt dat omdat zij minder geneigd zijn aan bevolkingsonderzoek deel te nemen. Of omdat ze bij klachten minder snel naar de huisarts gaan.”
Treinkaartje
Daarnaast hebben kankerpatiënten met een lager inkomen vaker problemen op het gebied van fysiek, emotioneel en sociaal functioneren, blijkt uit het onderzoek. „Dat zien we ook onder de gezonde bevolking. Maar kanker doet daar een schepje bovenop”, zegt de epidemioloog bij het IKNL. De score op deze aspecten is in het onderzoek bepaald aan de hand van drie vragen. Hoe goed kan iemand een wandeling maken? In hoeverre maakt iemand zich zorgen en is hij of zij gespannen en prikkelbaar? In hoeverre is iemand belemmerd in zijn sociale bezigheden?
Uit het onderzoek blijkt verder dat kankerpatiënten in de lagere inkomensgroep vaker te maken hebben met ongunstige werkuitkomsten, zoals langdurig
ziekteverzuim en baanverlies. Bovendien kampen ze vaker met financiële problemen. „Ik hoor schrijnende verhalen van patiënten die worden doorverwezen voor een second opinion, maar het treinkaartje of ander vervoer niet kunnen betalen”, vertelt Aarts. „Gisteren sprak ik een oncoloog die vertelde over een vrouw met endeldarmkanker en pijn aan de anus. Zalf die de pijn verzacht, zit niet in het basispakket en kost 18 euro per week. Dat kon ze niet betalen. Het is bijna onvoorstelbaar dat dit in Nederland gebeurt.”
„Vrouw met endeldarmkanker kon zalf die pijn verzacht niet betalen” - Dr. Mieke Aarts, onderzoeker bij IKNL
Onacceptabel
De kankeronderzoeker vindt de verschillen tussen rijk en arm in onder meer overlevingskansen onacceptabel. „Iedereen verdient een gelijke kans. Laten we oog hebben voor mensen die in kwetsbare omstandigheden leven. Het is een maatschappelijk probleem. Veel partijen kunnen daaraan een bijdrage leveren. Zoals de overheid. Laat zij niet alleen inzetten op volksgezondheid, maar ook kijken naar de werk- woonomstandigheden van mensen. Als mensen in een tochtig huurhuis vol schimmel wonen, is dat slecht voor hun gezondheid.” Het IKNL steunt het Deltaplan tegen gezondheidsverschillen , dat is gericht op het verkleinen van sociaaleconomische ongelijkheden in de zorg.
Dat de overheid fors bezuinigt op preventie, vindt Aarts erg jammer. „Voorkomen is beter dan genezen. We weten dat veel kankers vermijdbaar zijn, door bijvoorbeeld niet te roken en gezond te leven. Juist in lagere inkomensgroepen kan daar nog veel winst worden geboekt.”
In een vervolgproject brengt het IKNL de zorgbehoeften van ongeneeslijk zieke kankerpatiënten uit verschillende inkomensgroepen in kaart. Mogelijk zijn er verschillen in de zorg die deze mensen in de laatste levensfase krijgen.