De voormalige minister van Financiën en Buitenlandse Zaken werd drie uur lang ondervraagd door leden van het EP. Hij volgde vorig jaar Frans Timmermans op als klimaatcommissaris. Ondanks scepsis vooraf heeft de voormalig CDA-leider het afgelopen jaar waardering geoogst voor zijn werk.

Na afloop liet de fractie van de Groenen al vrij snel weten de kandidatuur van Hoekstra te steunen. Ook D66, dat in de liberale Renew-fractie zit, toonde zich tevreden met het optreden van de kandidaat-commissaris. De Partij voor de Dieren laat weten wel tegen zijn benoeming te stemmen.

Hoekstra kreeg veel vragen over de gevolgen van de transitie voor de auto-industrie. Die is van groot belang voor landen als Duitsland, Italië, Tsjechië en Slowakije. Hoekstra beloofde de industrie te helpen met de vergroening. De auto-industrie in Europa moet en kan blijven bloeien, denkt hij.

Aan het Europees besluit dat na 2035 geen nieuwe auto’s met benzine- of dieselmotoren meer in de EU mogen worden verkocht, gaat Hoekstra niet tornen. De autosector wil volgens hem duidelijkheid en voorspelbaarheid. Hij vindt het wel belangrijk om in dialoog te gaan met de sector.

Ook probeerde hij de parlementariërs gerust te stellen dat de energietransitie haalbaar voor iedereen moet zijn. Daar is volgens hem het Europees Sociaal Fonds van 87 miljard euro voor. Als dat niet genoeg blijkt te zijn, zal er met de EU en lidstaten over extra geld moeten worden gesproken, aldus Hoekstra. „Een rechtvaardige transitie is essentieel.”

Hoekstra moet als verantwoordelijke voor Klimaat en Schone Groei zorgen voor vergroening en verduurzaming van de EU. Hij wil daarbij ook inzetten op innovatie, waarvoor meer geld moet komen. De commissie wil dat in 2040 de uitstoot van CO2 met 90 procent moet zijn teruggebracht.