De Bank of England heeft het rentetarief in het Verenigd Koninkrijk met een kwart procentpunt verlaagd tot 4,75 procent. Met de lagere leenkosten wil de centrale bank de kwakkelende economie ondersteunen. Het is de tweede renteverlaging dit jaar. In augustus werd de Britse rente voor het eerst sinds 2020 verlaagd, eveneens met een kwart procentpunt.
In oktober hield de centrale bank de rente nog onveranderd. Gouverneur Andrew Bailey van de Bank of England stelde destijds dat de centrale bank voorzichtig moet blijven om de rente „niet te snel en te sterk te verlagen”. Dat kwam doordat de inflatie in augustus nog boven de doelstelling van 2 procent lag. In september nam de inflatie echter scherp af tot 1,7 procent en lag daarmee voor het eerst sinds april 2021 onder de doelstelling. Economen hadden dan ook gerekend op een renteverlaging in oktober.
De beleidsbepalers van de Britse centrale bank waren niet unaniem over het rentebesluit. Acht van de negen bestuurders stemden voor het verlagen van de rente en een bestuurder had liever een onveranderde rente gezien.
De Zweedse centrale bank verlaagde donderdag ook de rente. De Riksbank besloot om de rente met een stevige stap van een half procentpunt te verlagen tot 2,75 procent om de stagnerende economie te stimuleren. Het was de vierde renteverlaging dit jaar. De centrale bank gaf tevens aan dat de rente in december en in de eerste helft van 2025 mogelijk verder zal worden verlaagd.
De Noorse centrale bank hield daarentegen de rente onveranderd op 4,5 procent. Dat is het hoogste niveau sinds 2008. De Norges Bank hield daarbij vast aan de verwachting pas op zijn vroegst in het eerste kwartaal van 2025 een geleidelijke verlaging van de rente te voorzien. De Noorse centrale bank houdt de rente hoog om de Noorse kroon te steunen, die dit jaar flink in waarde is gedaald.