Asielminister Marjolein Faber benadrukte bij het debat over haar begroting dat ze de hulp van gemeenten en provincies nodig heeft om asielzoekers en statushouders op te vangen. Tot nu toe verlopen de contacten met regionale bestuurders moeizaam.
Het duurde drie maanden voordat de bewindsvrouw het vaste overleg met ministeries, gemeenten, provincies en de opvangorganisatie voor asielzoekers (COA) in september bijeen riep. De klachten dat Faber weinig afstemt met provincies en gemeenten zijn daarna allerminst verstomd.
„Om opvang en bescherming te bieden aan hen die hier recht op hebben, heb ik het lokale bestuur in gemeenten en provincies nodig”, gaf Faber toe tijdens het debat. Die hulp kan ze bijvoorbeeld gebruiken bij de doorstroomlocaties die volgens haar nodig zijn nadat de spreidingswet is ingetrokken, lichtte ze toe. Hierin moeten statushouders worden opgevangen zolang ze wachten op een woning. Het idee is dat overvolle opvangcentra hierdoor worden ontlast.