„Wat mis je het meest van alles wat je achterliet in je land?” Die vraag stelde de Syrische fotograaf en vluchteling Michel Khoury (45) aan medebewoners op een asielboot in Zaandam. Zijn foto-expositie ”Left Behind” is nu te zien in de protestantse kerk in Tubbergen.
Midden in de nacht moesten de ruim 300 bewoners van de asielboot in Zaandam afgelopen week plotseling van boord vanwege brand . Toen hij het hoorde, belde Khoury zijn vroegere kamergenoot meteen op. „Hij was gelukkig veilig.”
Khoury verbleef een jaar op het opvangschip, nadat hij zich in mei 2023 bij het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel had gemeld. Inmiddels heeft hij een verblijfsvergunning. In afwachting van een huis in Zaandam woont hij bij een Nederlands gezin in Purmerend, via de organisatie Takecarebnb , die bemiddelt in logeeradressen voor erkende vluchtelingen.
Khoury groeit op in het Syrische Homs, waar hij behoort bij de Grieks-orthodoxe kerk. Sinds 2006 verdient hij zijn brood als fotograaf en grafisch ontwerper. Eenmaal in Nederland wil de Syriër –zijn vrouw en twee kinderen zijn nog in Homs– niets liever dan zijn werk weer oppakken.
Voor het Museum of Humanity in Zaandam maakt Khoury dubbelportretten van bewoners van de asielboot –allen mannen– en inwoners van de stad met een gemeenschappelijke hobby of professie. Intussen werkt hij met steun van Discriminatie.nl Zaanstreek-Waterland ook aan het project ”Left Behind”, waarvoor hij vluchtelingen portretteert met een voorwerp dat veel voor hen betekent.
Emotionele gesprekken
„Op de boot deelden we onze verhalen en toekomstverwachting met elkaar. Ik vroeg aan verschillende mannen wat ze het meest misten van alles wat ze hadden achtergelaten.” Deze vraag leidt tot „emotionele gesprekken” met medebewoners van het opvangschip, afkomstig uit onder meer Syrië, Iran, Jemen en Soedan. „Velen missen vooral hun vrouw en kinderen. Maar er zijn bijvoorbeeld ook jonge, ongetrouwde mannen die hun carrière moesten opzeggen, hun werk missen en het moeilijk vinden dat ze hier weer bij nul moeten beginnen.”
Khoury klapt zijn laptop open en laat de beelden van de expositie ”Left Behind” zien. Verscheidene mannen tonen een foto van hun gezin. „Een van hen heeft zijn vrouw en kinderen al zes jaar niet gezien.”
Een ander heeft een bos tulpen in zijn handen. „Hij werkte in Syrië in de bloemensector en mist zijn werk heel erg. Hij wist niet dat zijn vlucht in Nederland zou eindigen en dat hier ook veel bloemen zijn. Als hij bloemen ziet, wordt hij blij.” Twee personen fotografeerde Khoury met lege handen. „Zij konden niets tastbaars laten zien. De herinneringen aan hun land zitten alleen in hun hoofd.”
Kleine kamer
Khoury fotografeerde de mannen op of naast hun bed op de asielzoekersboot. „Daarmee laat ik iets van hun leefomgeving zien, die velen als een gevangenis ervaren. In elke kleine kamer slapen twee personen. Het bed is alles voor hen: hun slaapplek, hun sofa, hun eettafel.”
„Mijn vrouw en ik wilden eerst in Syrië blijven tot de oorlog voorbij zou zijn, maar de strijd gaat door en de situatie in Homs is heel moeilijk” - Michel Khoury, vluchteling
Waarmee zou hij zélf geportretteerd willen worden? „Met een foto van mijn vrouw, mijn zoon van acht en dochter van zes”, zegt Khoury met een zucht. „Mijn vrouw en ik wilden eerst in Syrië blijven totdat de oorlog voorbij zou zijn. Maar de strijd gaat door en de situatie in Homs is heel moeilijk. Uiteindelijk moest ik vluchten vanwege problemen met het regime. Intussen zijn mijn vrouw en kinderen niet veilig, want er zijn dagelijks beschietingen of bombardementen. Ik mis hen heel erg en weet niet wanneer ze hierheen kunnen komen. Dat kan misschien nog wel een jaar duren.”
Khoury is blij dat ”Left Behind”, dat eerder in het Museum of Humanity een plek kreeg, deze en volgende week te bezichtigen is in het kerkgebouw van de protestantse gemeente in het Twentse Tubbergen. Deze kerkelijke gemeente maakte in 2022 van nabij de felle protesten mee tegen de geplande komst van asielzoekers in Albergen, onderdeel van de gemeente Tubbergen.
Khoury: „Met deze expositie wil ik laten ziet dat vluchtelingen geen nummers zijn, maar mensen die allemaal veel hebben achtergelaten. Iemand die de foto’s had gezien, zei tegen me: „In de ogen van deze mensen zie ik gemis en hoop.” Daar doe ik het voor.”