Dekker heeft voorafgaand aan de steekpartij besloten om een in Curaçao opgelegde tbs-maatregel van de verdachte Jamel L. niet uit te voeren in Nederland. Dat besluit vindt de inspectie „onvoldoende te volgen”.

Het OM heeft wettelijke voorschriften volgens de Hoge Raad „op een aantal punten niet naar behoren” gehandhaafd of uitgevoerd. De organisatie heeft bijvoorbeeld cruciale informatie niet gemeld aan de Justitiële Informatiedienst (Justid). Zo was niet bij instanties bekend dat L. een aantal jaren verplicht was opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis in het Verenigd Koninkrijk, na hier te zijn veroordeeld voor zware mishandeling. Ook de in Curaçao opgelegde tbs-maatregel was niet bekend bij de betrokken officier van justitie, die niet wist hoe die informatie op te halen was. Dat valt volgens de Hoge Raad de individuele officier niet aan te rekenen, maar wel het OM als organisatie.

De organisaties die betrokken waren bij de hulp aan L. namen volgens de inspectie niet de maatregelen die pasten bij zijn gedrag en persoonlijke omstandigheden en het risico dat hij vormde voor de samenleving. Zijn casus is volgens hoofdinspecteur Hans Faber „helaas niet nieuw en uniek” en laat problemen terugzien die vaker terugkomen. De inspectie maant de organisaties om meer informatie uit te wisselen en dossiers beter bij te houden.

Minister David van Weel, staatssecretaris Ingrid Coenradie (beiden Justitie en Veiligheid) en staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) noemen het een „pijnlijke conclusie dat betrokken organisaties meer hadden kunnen doen om Jamel L. in beeld te krijgen en te houden”. Ze beloven samen met de betrokken organisaties „uitgebreid aan de slag” te gaan met de aanbevelingen en komen in december met een uitgebreidere reactie.

De verdachte van de steekpartij is afgelopen voorjaar door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot tien jaar cel en tbs met dwangverpleging. De man is hiertegen in hoger beroep gegaan.