Aandeelhouders van de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras die via een Nederlandse rechter probeerden een schadevergoeding te krijgen van het bedrijf zijn in het ongelijk gesteld, heeft de rechtbank in Rotterdam bepaald. Door een corruptie- en omkopingsschandaal uit 2014, zakte de beurskoers van Petrobras in en werden ook obligaties veel minder waard. Daarvoor wilden de aandeelhouders, waaronder grote investeerders, schadeloos worden gesteld.
Het gaat om beleggers die koersschade hadden geleden en niet vallen onder een schikking van bijna 3 miljard dollar die Petrobras in de Verenigde Staten heeft getroffen. In die zaak waren alleen Amerikaanse aandeelhouders welkom. De vorderingen van obligatiehouders worden overigens wel grotendeels toegewezen, werd woensdag bekend.
Het corruptieschandaal bij Petrobras kwam bekend te staan onder de naam Operation Carwash. In ruil voor steekpenningen aan hooggeplaatste functionarissen binnen Petrobras en aan Braziliaanse politici werden op grote schaal contracten gesloten waarbij Petrobras aan bouwbedrijven en leveranciers te veel betaalde voor gekochte goederen en diensten. Corrupte bestuurders van de oliemaatschappij, die toen voor meer dan de helft in handen was van de Braziliaanse overheid, namen smeergeld aan van bedrijven die contracten wilden binnenhalen. Dat geld deelden ze met politici die ervoor hadden gezorgd dat Petrobras bepaalde olievelden mocht uitbaten.
Onder meer de Nederlandse oliedienstverlener SBM Offshore was bij de smeergeldaffaire betrokken. Het totale bedrag dat SBM kwijt was aan de Braziliaanse affaire kwam uit op ongeveer 320 miljoen euro. Het bedrijf kwam er in 2012 achter dat medewerkers in onder meer Brazilië zich schuldig hadden gemaakt aan oneerlijke verkooppraktijken. De onderneming zou tussen 2007 en 2011 honderden miljoenen dollars aan commissies hebben betaald aan buitenlandse handelsagenten. Het leeuwendeel van dat geld ging naar Brazilië, maar ook in Angola en Equatoriaal-Guinea waren zaken niet in orde.