Niet-alledaagse dieren in dierenambulance
Van alle meldingen die binnenkomen bij de dierenambulances van de Dierenbescherming, gaat bijna 80 procent over vogels. Egels en katten maken de top drie van meest opgehaalde dieren compleet. Maar de ambulancechauffeurs komen soms ook heel andere diersoorten tegen.
Ruud en Ellen ontvingen binnen een week twee heel speciale gasten in hun auto. „We moesten naar het lokale politiebureau. De melder had de avond daarvoor een onbekende koningspython in de toiletpot gevonden”, vertelt Ruud. „Dat is natuurlijk schrikken geblazen. De melder nam contact op met de politie. Die haalde het dier op.”
Nadat het dier een nachtje op het politiebureau had doorgebracht, haalden Ruud en Ellen de python op om hem naar een gespecialiseerd opvangcentrum te brengen. Waar de python vandaan komt, is tot op heden de grote vraag.
Slechts een paar dagen later waren Ruud en Ellen opnieuw aan de beurt om een niet-alledaagse gast te vervoeren: een vogelspin. De melder had een bananendoos meegenomen uit de supermarkt, maar die bleek niet leeg te zijn. De geschrokken melder belde de meldkamer. „De melder was behoorlijk in paniek”, vertelt Ellen. „Ze was doodsbang voor spinnen en dan is een vogelspin aantreffen wel heel akelig. Mevrouw kwam tot rust toen wij het dier in een vervoersbox met deksel hadden gezet en het dier uit haar huis hadden gehaald. Uit pure dankbaarheid kregen we koffie met koekjes aangeboden en met alle plezier hielden we mevrouw nog even gezelschap.”
De spin is overgebracht naar een opvangcentrum voor wilde dieren.
Ruud en Ellen zijn chauffeurs op de dierenambulance.