Soms wordt de noodklok geluid over de economie en veroorzaakt dat een schokeffect.
Ik herinner me het begin van de jaren tachtig. Een analyse van een commissie onder leiding van toenmalig Shelltopman Gerrit Wagner schetste een pessimistisch beeld voor Nederland. Het maakte de geesten rijp voor een omslag. Die kwam toen Ruud Lubbers in 1982 aantrad als premier. Hij zette in op sanering van de overheidsfinanciën; werkgevers en vakbonden sloten een akkoord over loonmatiging.
In Europa rinkelde in hetzelfde decennium eveneens de alarmbel. De EU raakt achterop, waarschuwde Jacques Delors. De Fransman werd als voorzitter van de Europese Commissie de architect van de interne markt, die vanaf 1993 de binnengrenzen ophief en een vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal bracht. Hij was tevens de stuwende kracht achter de invoering van de euro.
Nu ligt er opnieuw een lijvig rapport met weinig rooskleurige conclusies. Ditmaal is de Italiaan Mario Draghi, voormalig president van de Europese Centrale Bank, de auteur. De Unie verliest terrein ten opzichte van de Verenigde Staten en China. Groeicijfers vallen hier lager uit, innovatie schiet tekort, we missen de aansluiting als het gaat om ondernemingen met hoogwaardige technologie.
Kijk naar de grote concerns op de beurzen en je weet genoeg. In de VS: Apple, Microsoft, Alphabet (Google), Meta, allemaal hightech van de bovenste plank. In Nederland hebben we gelukkig nog ASML. Goed dat het vorige kabinet de portemonnee trok om die parel, die voor veel banen zorgt bij mkb-toeleveranciers, voor onze economie te behouden.
Het sombere perspectief van Draghi zal de komende tijd een belangrijke rol spelen aan de onderhandelingstafels in Europa. Daarbij is het gevaar dat de discussie zich helemaal toespitst op twee heikele kwesties: meer financiële middelen naar Brussel en de uitgifte van eurobonds (EU-obligaties). Draghi acht jaarlijks extra investeringen nodig tot zo’n 800 miljard euro.
Misschien is het beter om te beginnen met maatregelen die geen geld kosten. Om er twee te noemen: Bedrijven klagen steen en been over de enorme administratieve lasten. Haal de bezem door de veelheid van regels, benadrukken zij. Laat de Europese Commissie een drastische vereenvoudiging van de bureaucratische rompslomp organiseren.
Waar we de laatste tijd ook veel over horen, is het ontbreken van een voltooide kapitaalmarktunie. Het belemmert de financiering van ondernemingen. Er mag op papier een interne markt zijn, door allerlei nationale wetgeving bestaan er begrenzingen die verhinderen dat kapitaal van beleggers en spaarders breed kan uitwaaieren over Europa. Banken doen weinig zaken in andere landen.
Toezichthouders pleiten –en dat is de tweede maatregel– voor consolidatie van de sector, grensoverschrijdende fusies waardoor spelers ontstaan die grootschalig internationaal opereren. Het Italiaanse UniCredit aast momenteel op het inlijven van het Duitse Commerzbank. Het is afwachten of dat lukt; wellicht dat nationale sentimenten de poging nog dwarsbomen. Het lijkt in ieder geval een testcase voor hoe Europees gezind we daadwerkelijk zijn.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.
> rd.nl/grootgeld