De alcoholverslaving van haar moeder stempelt haar jeugd. Diane de Jong-Baert (60) is als kind niet veilig, ook niet voor begerige mannen. Als ze 24 jaar is, schenkt ze haar moeder vergeving. Hoe is dat mogelijk?
In het Sterrenbos van Dalfsen zwaait een hek open. Diane de Jong houdt hond Pepper tegen. De jonge husky mag het terrein niet verlaten. „Als ik haar toch niet had…” zegt ze aan het eind van het gesprek. Het contrast tussen De Jongs leven vroeger en nu is groot. De bomen symboliseren het. Als kind zag ze –met pijn in het hart– de enige boom in haar hoofdzakelijk stenen omgeving sneuvelen. Nu is ze omringd door bomen.
Over welke keuze gaat het?
„Dat ik mijn moeder heb vergeven wat ze mij heeft aangedaan.”
Wat ging er aan deze keuze vooraf?
„Een paar situaties zie ik nog zo voor me. Als peuter kreeg ik van mijn vader een speelgoedbezempje met stoffer en blik. Ik was de koning te rijk. M’n moeder reageerde: „Je hoeft helemaal niets te krijgen, want je had beter dood kunnen zijn.”
Als ik aan mijn slaapkamer denk, zie ik een meisje in bed liggen met daarnaast een rij Dreft-flessen gevuld met water. Ik was bang dat m’n moeder in een dronken bui haar sigaret liet vallen. Met dat water dacht ik mezelf uit de brand te helpen. Op m’n bed, tussen de deur en mij, had ik een berg knuffels liggen. Ter bescherming. Voor als m’n moeder met een mes m’n kamer op zou komen.
„Altijd en overal kreeg ik de boodschap: je mag er niet zijn en je doet er niet toe.” - Diane de Jong, dochter van een aan alcohol verslaafde moeder
Op seksueel gebied bood m’n moeder ook geen veiligheid. Toen ik haar vertelde dat er een potloodventer voor m’n slaapkamerraam stond, stelde ze dat ik hem had uitgelokt. Later heeft die man me zijn huis in getrokken en verkracht. Toen ik thuiskwam, heb ik de kleren van m’n lijf gescheurd. Zodra m’n moeder thuis was, wilde ik haar vertellen wat er was gebeurd, maar ik kreeg daar geen gelegenheid voor. Ze was boos. Ik had m’n kleren niet mogen scheuren. En ik zou toch boodschappen halen?
Zelfs in ons eigen huis was ik niet veilig. Een oom en tante kwamen op bezoek, met een neef. Hij kwam me boven opzoeken en vergreep zich aan mij. Ik heb het uitgeschreeuwd, maar niemand kwam me te hulp. M’n vader, altijd mijn steun en toeverlaat geweest, had toen al jaren kanker en was te ziek om in actie te komen. Van hem hoorde ik later dat m’n moeder had gezegd: „Zo te horen vermaken ze zich prima.” M’n vader heeft na dit bezoek gezegd: „Die komen niet meer.”
Een van de ooms overschreed ook mijn grenzen. Van hem zei m’n moeder: „Ach, die zit in zijn tweede jeugd.” En daarmee was voor haar de kous af. Altijd en overal kreeg ik de boodschap: je mag er niet zijn en je doet er niet toe.”
„Nu hoef ik alleen maar –tussen aanhalingstekens– te dealen met mijn minderwaardigheidscomplex” - Diane de Jong, dochter van een aan alcohol verslaafde moeder
Hoe kwam u tot deze keuze?
„Dat was een proces, met oudejaarsavond van 1987 als kantelpunt. M’n vader werd ziek toen ik zes was. Tien jaar later overleed hij. Van het wezengeld dat ik kreeg, betaalde ik m’n kleding, de boodschappen voor m’n moeder en mij en ook m’n opleiding tot verpleegkundige. M’n moeder vertelde me dat ik op m’n 21e het huis uit moest. Ik leerde in die tijd om met geld om te gaan.
Maar waar moest ik gaan wonen? Toen ik de wanhoop nabij was –want ik was inmiddels 21– besloot ik naar de kerk te gaan, de rooms-katholieke kerk dicht bij ons huis in Ledeberg, een randgemeente van het Belgische Gent. Ik beloofde God de komende maanden naar de kerk te gaan, als ik woonruimte zou krijgen. Ik dacht dat het bij Hem hetzelfde werkte als bij mijn vader. Als ik de auto voor hem waste, kon ik 50 frank krijgen. En toen gebeurde het wonder dat ik op mijn 22e een betaalbare studio kreeg. Vanaf dat moment geloofde ik dat God met mijn alledaagse leven te maken heeft.
De eerste maanden na mijn verhuizing ben ik niet bij m’n moeder geweest. Daarna combineerde ik de kerk met een bezoek aan haar. Ik was dan toch al in de buurt. Mijn ogen gingen steeds verder open voor haar situatie en ik voelde een verantwoordelijkheid op me rusten. Ze was een eenzame, depressieve alcoholist die zichzelf en het huis verwaarloosde. En ik was haar kind.
Na verloop van tijd kwam ik ook doordeweeks bij haar. Ik merkte dat ze probeerde niet dronken te zijn als ik kwam. Als ik boodschappen meenam, kookte zij het eten. Daar was ik niet zo goed in. We raakten aan de praat, we ruzieden. Ik begreep hoe bang m’n moeder was geweest toen ze mij verwachtte. Ik was namelijk niet het enige kind. Toen m’n zes jaar oudere broer werd geboren, leefden mijn ouders in armoede. Voor de behandeling van zijn klompvoet staken ze zich diep in de schulden. Uit die ellende waren ze net een beetje opgekrabbeld toen ik in een dronken bui werd verwekt. M’n vader heeft vanaf dat moment zijn verantwoordelijkheid voor het gezin genomen. M’n moeder verdronk haar angst.
Toen m’n vader ziek werd, heeft m’n moeder hem gedwongen zijn vrije leven als huisschilder op te geven en in de fabriek te gaan werken. Dat bood meer financiële zekerheid. M’n vader heeft er nooit kunnen aarden. Dat zorgde voor problemen tussen hen. Jarenlang heb ik geen kwaad woord over m’n vader willen horen. Nu zie ik dat hij ook geen heilige was, evenmin als ik. Ik heb m’n moeder altijd op afstand gehouden. Ook toen ze, na het overlijden van mijn vader, toenadering zocht.
Oudjaarsavond 1987 dacht ik: alles is gezegd, alles is uitgesproken. We zetten nu een punt. Ik accepteer de situatie zoals die is en vergeef haar wat ze me heeft aangedaan. We praatten er nog wel over, maar het geruzie was over. Zes weken daarna overleed ze aan een maag-darmbloeding.”
Wie beïnvloedden uw keuze?
„Ik stond er alleen voor. Van mijn broer hoefde ik geen steun te verwachten. Hij was was aan de drank geraakt en door m’n moeder het huis uit gezet. Ooms en tantes kenden onze gezinssituatie, maar hielpen me niet de goede richting uit.”
Hoe had uw leven eruitgezien als u deze keuze niet had gemaakt?
„Ik ben bang dat ik dan een haatdragende vrouw was geworden. Nu hoef ik alleen maar –tussen aanhalingstekens– te dealen met mijn minderwaardigheidscomplex.”
„Door het contact met evangelist Henk Bor heeft mijn leven een heel andere wending gekregen” - Diane de Jong, dochter van een aan alcohol verslaafde moeder
Hoe beïnvloedt deze keuze uw geestelijk leven?
„De dankbaarheid aan God overheerst nu. Hij heeft het zo geleid dat ik twee jaar uit huis ben geweest. Dat ik naar de vergeving toe mocht groeien. Het verstand en het vermogen daarvoor kreeg ik van Hem. Nu zeg ik: Ik heb nog anderhalve maand gekregen om met haar in het reine te leven. Misschien was langer in goede harmonie met haar leven veel moeilijker geweest. Want: als ze was blijven leven, had ze het dan volgehouden om niet dronken te zijn als ik kwam?
Ik ben na haar overlijden ontzettend boos geweest op God. Alles wat ik had, nam Hij me af. Ik stond alleen op de wereld. Toen kreeg ik twee folders in de brievenbus. Van twee evangelisatieposten. Bij de een kon ik een Bijbelcursus aanvragen, bij de ander een gesprek. Aan contact had ik wel behoefte en daarom reageerde ik op de laatste folder. Een paar weken later stond er een man in een zwart pak voor de deur. Ik dacht: wie is er nu overleden? Het bleek evangelist Henk Bor te zijn.
Door het contact met Bor heeft mijn leven een heel andere wending gekregen. Van rooms-katholiek werd ik protestants. Door m’n huwelijk met Ewoud werd ik van Belg Nederlander. Het kruis is belangrijk voor me geworden. De God Die me toen woonruimte gaf, is vandaag Dezelfde. Hij bemoeit Zich met mijn dagelijks leven. Dat houdt me op de been als ik me zorgen maak over de mensen die me lief zijn, maar die niet met God willen leven.”
Per dag maken mensen gemiddeld 30.000 keuzes. De meeste daarvan zijn niet ingrijpend. Sommige wel.