Een eerder geplande bezuiniging van 600 miljoen euro op de ouderenzorg is dit jaar van tafel, maar voor 2026 is dat niet het geval. „Hier ligt nog een opgave”, gaf staatssecretaris Vicky Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke zorg) toe in een Kamerdebat. Ze benadrukte „heel erg blij” te zijn dat dit kabinet de bezuiniging voor dit jaar heeft geschrapt, maar een verontwaardigde oppositie vindt dat hierdoor de onzekerheid in de sector blijft voortduren, terwijl een snelle aanpak van de problemen nodig is.
Maeijer wil snel met de sector in overleg om een „hoofdlijnenakkoord voor de ouderenzorg” te sluiten om de knelpunten met de financiering en personeelstekorten aan te pakken. Eind dit jaar moeten de contouren hiervan wat haar betreft zichtbaar worden. D66 wil dat hier snel duidelijkheid over komt, omdat anders alsnog een grote bezuiniging wordt doorgevoerd.
D66-Kamerlid Wieke Paulusma verweet de staatssecretaris dat ze „goede sier” wil maken met het schrappen van de bezuiniging in 2025 maar dat het vorige kabinet dit al had besloten. Volgens Maeijer heeft haar voorganger dit besluit inderdaad op verzoek van de Kamer genomen, maar ze stelt dat dit kabinet hiervoor een dekking heeft gevonden. Ze wees erop dat er vanaf 2027 wel weer 600 miljoen voor de ouderenzorg is en investeringen zijn voorzien zoals is afgesproken in het coalitieakkoord en het regeerprogramma.
Volgens Maeijer is er tussen 2020 tot 2040 sprake van een verdubbeling van de vergrijzing in Nederland tot 4,7 miljoen mensen. Onderzoekers houden er rekening mee dat de kosten voor ouderenzorg in de genoemde periode stijgen met 18 miljard euro naar 36,5 miljard in 2040, zei de PVV-bewindsvrouw.
Het CDA hekelt deze „doemscenario’s”. Harmen Krul van die partij vindt dat de zorgkosten van het Rijk al jaren te hoog worden ingeschat. Dat jaagt volgens hem „politici de stuipen op het lijf” waardoor ze niet werken aan oplossingen maar overgaan „op hysterische bezuinigingen”. Volgens de CDA’er is een „ander verhaal mogelijk”.
