De Tweede Kamer heeft een wet aangenomen waardoor ouderen die de AOW-leeftijd bereiken een deel van hun pensioengeld in een klap kunnen laten uitkeren.
De wet ”Herziening bedrag ineens” heeft meerdere jaren vertraging opgelopen. Dinsdag stemde een ruime Kamermeerderheid dan eindelijk in met het wetsvoorstel. PVV, GL/PvdA, VVD, D66, BBB, CDA, FvD, SGP, CU, Volt en JA21 stemden voor. Coalitiepartij NSC stemde tegen.
Het ”bedrag ineens” is een keuzemogelijkheid voor ouderen die met pensioen gaan. Zij kunnen tot maximaal 10 procent van hun pensioengeld in een keer laten uitkeren. Dat geld kunnen ze vrij besteden. Veelgenoemde mogelijkheden zijn: het aflossen van de hypotheekschuld, het toekomstbestendig maken van de eigen woning of het boeken van een reis naar het buitenland.
De wet gaat per 1 juli 2025 in. Ouderen die op of na die datum met pensioen gaan, kunnen het bedrag ineens opnemen. Deze datum is echter pas zeker als ook de Eerste Kamer met de wet ingestemd heeft. De eenmalige uitkering wordt uitbetaald in het jaar waarop iemand met pensioen gaat, of in de maand januari van het kalenderjaar daarna.
Het laten uitkeren van een bedrag ineens is niet zonder financiële risico’s. Vanzelfsprekend zal de resterende maandelijkse pensioenuitkering omlaag gaan. Daarnaast heeft het bedrag ineens consequenties voor het bedrag aan toeslagen en fiscale kortingen waar een oudere recht op heeft.
Verdampen
In het jaar waarin het bedrag ineens wordt uitbetaald, ontvangt een gepensioneerde minder toeslagen. Daardoor kan de eenmalige uitkering voor een deel ‘verdampen’. Een oudere met een bruto-inkomen van 25.000 euro verliest eenmalig 3000 euro aan toeslagen; bij een bruto-inkomen van 30.000 euro gaat het om 700 euro.
CDA-Kamerlid Van Dijk deed gedurende de wetsbehandeling een voorstel om dit probleem te verhelpen. De strekking van Van Dijks voorstel is dat een gepensioneerde toeslagen geen toeslagen hoeft in te leveren als hij kiest voor een bedrag ineens. Het amendement-Van Dijk is echter verworpen door de Tweede Kamer.
Daarin heeft de opstelling van minister Van Hijum (Sociale Zaken) een belangrijke rol gespeeld. Ondanks dat Van Hijum het een „sympathiek voorstel” vindt, heeft hij de Kamer ontraden om ermee in te stemmen. Het voorstel zou „dubbel voordeel” opleveren voor de ontvangers van het bedrag ineens. Bovendien zou de dienst Toeslagen veel inkomensgegevens handmatig moeten verwerken.
Ouderen die een bedrag ineens laten uitkeren, zijn voor informatie over de financiële consequenties in eerste instantie aangewezen op hun pensioenfonds. Op pensioenuitvoerders rust de wettelijke plicht om gepensioneerden te begeleiden bij hun beslissing. Daarnaast heeft minister Van Hijum toegezegd dat het Nationaal instituut voor budgetvoorlichting (Nibud) een ”stoplichtentool” zal ontwikkelen. Daaruit zou een gepensioneerde moeten kunnen opmaken wat de financiële consequenties zijn in zijn persoonlijke situatie.
