Kamer aanvaardt mestwet Wiersma
Een grote meerderheid van de Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met het voorstel om in de melkveehouderij meer fosfaatrechten bij verhandeling weg te strepen en in de varkens- en pluimveehouderij afroming van dierenrechten in te voeren.
Alleen SGP, Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie stemden tegen. De Kamer debatteerde vorige week maandag over het wetsvoorstel van landbouwminister Femke Wiersma om de Meststoffenwet aan te passen. Daarin wordt geregeld dat bij handel in varkens- en pluimveerechten een deel daarvan wordt ingenomen. Bij de handel in fosfaatrechten wordt het al bestaande afromingspercentage van 10 procent verhoogd naar 30 procent. Wel geldt er, ook voor varkens- en pluimveerechten, een uitzondering op de afromingsregel bij verhandeling binnen familieverband.
Daarnaast staan in het wetsvoorstel nieuwe, lagere plafonds voor de productie van fosfaat en stikstof uit de totale veehouderij en per afzonderlijke sector (melkvee-, varkens- en pluimveehouderij). Blijven boeren toch te veel fosfaat en/of stikstof produceren, dan kan de consequentie zijn dat boeren gedwongen vee van de hand moeten doen, een zogenoemde generieke korting.
Vanuit de Tweede Kamer zijn verschillende pogingen ondernomen om de afroming en de plafonds aan te passen. Zo stelden SGP en CDA voor om géén varkens- en pluimveerechten af te romen. GroenLinks-PvdA wilde juist méér afroming; voor alle sectoren 30 procent, dus ook voor de varkens- en pluimveehouderij. Ook wilde de linkse combinatie voor biologische boeren een uitzondering maken op de afroming. ChristenUnie en CDA wilden zo’n uitzondering voor jonge boeren.
Deze vier voorstellen, die Wiersma allemaal had ontraden, haalden het niet. „Elke uitzondering op dit voorstel zal leiden tot minder reductie en verhoogt het risico op een generieke korting”, zei de minister vorige week. Ook BBB stemde tegen het voorstel van SGP en CDA. Voorvrouw Caroline van der Plas zei in een stemverklaring dat ook haar partij „uiteraard” wil dat de pluimvee- en varkenshouderij worden ontzien. „Echter, de dreiging is te groot dat Brussel dan een generieke korting gaat opleggen en er een gedwongen krimp van de hele veestapel komt.”
Minder afroming
Toch is het wetsvoorstel nog enigszins aangepast in het voordeel van de varkens- en pluimveehouderij. Dat komt doordat een voorstel van CU en BBB werd aangenomen om niet het lopende jaar 2024, maar 2023 als referentiejaar te nemen. De fosfaatplafonds worden daardoor voor de twee genoemde sectoren iets hoger, en de afroming wordt een paar procentpunt lager. Wiersma stelde voor in de varkenshouderij 25 procent van de rechten af te romen bij verhandeling; dankzij het amendement wordt dat 22 procent. Voor de pluimveehouderij gaat het om een daling van 15 procent naar 13 procent.
De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog behandelen.