Kerk & religieKerkhereniging
Als kerken fuseren: wat valt er te leren?

Zelden leiden kerkfusies tot een afname van het aantal denominaties. Moeten christenen daarom maar stoppen met het zoeken naar eenheid? Nee, vindt kerkrechtdeskundige prof. dr. Leon van den Broeke, al zullen er volgens hem altijd mensen afhaken.

De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken rondden in 2023 in Zoetermeer de eenwording van beide kerken af. beeld Martin Droog
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken rondden in 2023 in Zoetermeer de eenwording van beide kerken af. beeld Martin Droog

Zo’n achttien theologen, kerkenraadsleden en medewerkers van dienstenorganisaties en theologische opleidingen bogen zich vorige week in Utrecht over de vorming van drie kerkverbanden: de Protestantse Kerk in Nederland (PKN, 2004), de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK, 2023) en de Unie-ABC (2023), van baptistengemeenten. Ze konden nét niet de meest recente hereniging meenemen, de zaterdag beklonken eenwording van De Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken Nederland, voortgekomen uit de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De besloten rondetafelbijeenkomst stond onder leiding van prof. Van den Broeke, hoogleraar rechtstheologie en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Utrecht (TUU).

Waarom een rondetafelbijeenkomst over kerkfusies?

„Het woord fusie kan wat zakelijk en efficiënt overkomen, maar ik gebruik deze aanduiding omdat die prettig kort is. Je kunt ook spreken van een hereniging of vereniging, of eenwording van meerdere kerken.

Prof. dr. Leon van den Broeke. beeld TUU

We hebben net twee kerkfusies achter de rug: het samengaan van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken tot de Nederlandse Gereformeerde Kerken en dat van verschillende baptistengemeenten tot de Unie-ABC. En het is precies twintig jaar geleden dat de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden de Protestantse Kerk in Nederland vormden.

In de kerk en in de media gaat het vaak over gebrokenheid, over wat niet lukt, over scheuring, krimp en secularisatie. Maar er zijn dus ook eenwordingsprocessen, waarbij soms geestelijke groei wordt ervaren. We kunnen leren van de best practices en de worst practices, van praktijken die hebben gewerkt of die niet goed zijn gegaan.”

Meestal levert een kerkfusie ook weer nieuwe kerkverbanden op, zoals de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland in 2004. Heeft herenigen of verenigen wel zin?

„Bij de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland was het idee dat drie kerkgenootschappen zouden leiden tot één kerkgenootschap. Maar wat ontstonden er op die datum? Drie kerkgenootschappen. Kun je dan zeggen dat kerkherenigingen geen zin hebben, omdat per saldo het aantal kerken vaak gelijk blijft?

Dat zou ik niet willen zeggen. Er zijn mensen die blijdschap ervaren bij een kerkhereniging, omdat ze in het geloof beseffen dat de eenheid in Jezus Christus al is aangereikt. Tegelijk kun je er niet omheen dat er ook pijn is bij degenen die zich niet in die eenwording herkennen. Zij kunnen in geloof en naar geweten niet in zo’n kerkfusie mee.

Bij de meeste eenwordingsprocessen zijn er groepen die buiten boord vallen. Dat was bij de vorming van de PKN en de NGK zo, maar ook eerder al, zoals in 1892, bij het ontstaan van de Gereformeerde Kerken in Nederland.”

Moet je een vereniging wel doorzetten als er grote groepen mensen uit principe niet meekunnen?

„De vraag is of je het tegenover God wel kunt verantwoorden om af te zien van samenspreking, samenwerking of eenwording. Wie zoiets wel nastreeft, moet zich er in ieder geval goed van bewust zijn dat er mensen kunnen afhaken.

Ik constateer dat veel gemeenteleden moe zijn van bovenaf opgelegde fusies. Komen die werkelijk voort uit oecumene of zijn ze misschien economisch gemotiveerd, omdat twee kerken het zelfstandig niet meer volhouden? Dat laatste hoeft overigens niet negatief te zijn. Maar laat het geloof wel de dragende grond zijn, ook onder noodzakelijke efficiëntieslagen.”

Moet een fusiegesprek niet eerst over de geloofsleer gaan?

„Gesprekken over de orthodoxie kunnen leiden tot oneindig lange theologische discussies. Er zullen altijd punten zijn, soms wezenlijke, waarover verschil van mening blijft bestaan. Dan houden samenspreking of samenwerking op. Je moet niet weglopen voor dit gesprek, maar een andere mogelijkheid is de lijn van de orthopraxis: kijken naar wat je gemeenschappelijk hebt én samen kunt doen.”

Wat valt er te leren van deze kerkfusies?

„Het is lastig om te zeggen wat er wel en minder goed ging. Het is maar net met wie je uit deze kerken spreekt. Maar er zijn wel bepaalde factoren aan te wijzen, waarvan je kunt leren. Bijvoorbeeld om aandacht te hebben voor de pijn van mensen in het verleden. Om waar nodig excuses aan te bieden voor wat er is misgegaan, zoals rond het ontstaan van de Nederlands Gereformeerden Kerken in de jaren zestig van de vorige eeuw.

„Heb bij kerkfusie aandacht voor de pijn van mensen in het verleden” - Prof. dr. Leon van den Broeke, kerkrechtdeskundige

Tijdens een ander rondetafelgesprek gaf een PKN’er dan ook complimenten aan de vrijgemaakt gereformeerden en Nederlands gereformeerden, omdat het hen in zes jaar was gelukt om één kerk te worden. Het Samen op Weg-proces leek soms een veertigjarige reis door de woestijn.

En wat donderdag ook ter sprake kwam: kerken kunnen eindeloos spreken over de geloofsleer, wat belangrijk is, maar ze moeten ook samen dingen doen: in het jongerenwerk, de voedselbank, het missionaire werk, in vier gezamenlijke diensten per jaar. En misschien accepteren dat eenwording er niet of nog niet in zit. So be it.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer