Zo’n stopmaand is een uitgelezen moment om met onderzoeken naar de schadelijkheid van roken naar buiten te komen, moeten veel organisaties gedacht hebben. Want de afgelopen dagen publiceerden ze verontrustende cijfers.

Zo berekende het RIVM voor het eerst hoeveel mensen in Nederland chronisch ziek zijn door roken. Vorige week kwam het onderzoek in het nieuws: in totaal kampen 672.000 mensen met ziektes als COPD, kanker en hart- en vaatziekten, als gevolg van tabak. Voor sommige aandoeningen bestempelen de onderzoekers de sigaret als absolute boosdoener. Zo is roken bij zowel strottenhoofd- als longkanker in ruim acht op de tien gevallen de oorzaak.

Deze week publiceerde het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) indrukwekkende cijfers: als het aantal rokers drastisch daalt, kan dat tussen nu en 2045 minstens 120.000 kankerdiagnoses schelen. Dan moet het aantal rokende volwassenen in Nederland in 2032 wel naar 5 procent zijn gedaald en moet niemand meer met de gewoonte beginnen, zoals in de zogenoemde Nederlandse Kankeragenda staat.

Wie deze cijfers op zich laat inwerken, kan weinig anders dan concluderen dat er flink werk aan de winkel is. Temeer omdat het aantal rokers recent niet verder is gedaald, nadat het percentage jaren afnam. Op dit moment rookt nog 19 procent van de Nederlanders. Onder jongeren neemt roken juist toe. Hartverscheurend, vindt longarts Wanda de Kanter. En inderdaad, het is een trieste gedachte dat jongeren die nu uit bravoure of vanwege groepsdruk beginnen te roken, de kankerpatiënten van de toekomst zijn.

De overheid is aan zet, bijvoorbeeld door de accijns op tabak nog verder te verhogen. Uit onderzoek blijkt dat duurdere sigaretten voorkomen dat jongeren beginnen met roken. En juist bij hen is de meeste winst te halen. Daarnaast zou het verzekeraars sieren om ruimhartiger te zijn in het vergoeden van stoppogingen.

Ook ondernemers hebben een verantwoordelijkheid. Sinds 1 juli van dit jaar is het voor supermarkten verboden tabak te verkopen. Andere ondernemers, bijvoorbeeld horeca-uitbaters, zouden in dit kielzog moeten meegaan. Een volle kassa kan toch niet belangrijker zijn dan de gezondheid van de jonge generatie?

Opvoeders –thuis, op school en in de kerk– hebben de grootste taak. Het begint met een goed voorbeeld. Een ouder die rookt, ruïneert zijn gezin; een rokende ambtsdrager zijn gemeente. Het goede voorbeeld kan niet zonder een helder geluid: roken is zonde tegen het zesde gebod. Een voor het lichaam destructieve verslaving kan op geen enkele manier worden goedgepraat. Integendeel, roken treft God als de Schepper en Onderhouder van het leven.