De Grote Kamer van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft op 17 september unaniem geoordeeld dat het „fundamentele principe” binnen de gezondheidszorg dat „het recht van de patiënt om een behandeling te aanvaarden of te weigeren moet worden gerespecteerd” is geschonden doordat Spaanse artsen een Jehovah’s getuige tegen haar wil een bloedtransfusie hebben toegediend.
Dat liet het hoofdkantoor van de Jehovah’s Getuigen afgelopen week weten.
De uitspraak is bindend voor alle lidstaten van de Raad van Europa, waaronder Nederland.
De patiënte, Rosa Edelmira Pindo Mulla uit Spanje, werd in 2018 opgenomen in een ziekenhuis in Madrid. Daar moest haar baarmoederslagader dichtgemaakt worden. Voor de operatie had zij aangegeven dat zij geen bloedtransfusie wilde ontvangen vanwege haar godsdienstige overtuiging.
Volgens Michael van Ling, woordvoerder voor Jehovah’s Getuigen in Nederland, werden haar wensen opgenomen in het medisch dossier, maar gaf een Spaanse rechter alsnog toestemming tot meerdere transfusies. Daar kwam zij na de ingreep pas achter.
Van Ling reageert op de uitspraak: „We zijn blij dat het recht van een patiënt om een behandeling goed te keuren of te weigeren, bevestigd is door het EHRM.”