Canarisch eiland El Hierro weigert mee te doen met streng migratiebeleid
In een tijd waarin een harde opstelling tegen migranten overal in Europa terrein wint, klinkt vanuit El Hierro een heel ander geluid. En dat terwijl het kleinste eiland van de Canarische archipel de belangrijkste toegangspoort tot Europa is geworden voor de clandestiene migratie. Hoe kan dat?
Soms is ze er veertien of zestien uur per dag mee bezig. Even snel wat eten, en dan weer achter de computer. De Nederlandse Joke Volta trekt zich het lot van migranten en vluchtelingen aan. Zelf is ze tenslotte ook migrant, zegt ze. En nu El Hierro de toegangspoort voor West-Afrikanen naar Europa is geworden, gebeurt het allemaal bij haar om de hoek.
Volta is beeldend kunstenaar en woont al bijna veertig jaar op El Hierro, het meest afgelegen eiland van de Canarische archipel. Aan de muren van haar prettig chaotische woning in El Pinar hangt eigen schilderwerk. Een landkaart van El Hierro waarbij de contouren van het eiland gevormd worden door menselijke lichamen. Een wand vullende kaart van de Canarische Eilanden, maar dan op de kop en aangevuld met fantasie-eilanden die –als je op een bepaalde manier kijkt– opeens woorden blijken te vormen. Plaatsnamen, echte en verzonnen, in prachtige minutieuze kalligrafie. Maar het schilderen schiet er de laatste tijd nogal bij in. De 69-jarige Friezin is te zeer in beslag genomen door wat ze „het migratiedrama” noemt.
Begraven
Eigenlijk zou ze ’s nachts wel in de haven willen staan om daar mensen uit de boot te halen. „Maar daar heb ik de leeftijd niet voor”, zegt ze. „En ik heb ook geen auto. Als er een noodgeval is kun je niet verwachten dat ze eerst nog even Joke gaan ophalen. Miss Joke, haha!” En dus probeert ze van achter haar computer iets bij te dragen. Wat precies? „Ik kijk dagelijks op trackpages als MarineTraffic wat de bewegingen van de Spaanse reddingsdienst zijn. Die deel ik op mijn accounts op Facebook en Twitter.” Ze zoekt er foto’s, video’s en nieuwsberichten bij over de aankomst van ”cayuco’s”, de West-Afrikaanse visserskano’s waarin migranten de lange reis over de Atlantische Oceaan naar de Canarische Eilanden maken.
Op deze manier hoopt Volta te kunnen helpen de onzekerheid bij familieleden over het lot van hun geliefden weg te nemen. „Veel mensen raken onderweg zoek of verliezen het contact met hun familie”, zegt ze. „Sommige families zoeken al jaren. Ik hang een hashtag aan mijn posts met foto’s van mensen die op de Canarische Eilanden zijn aangekomen. Dat is wat ik kan doen. En informatie geven of ze goed zijn aangekomen, hoeveel mensen naar het ziekenhuis zijn vervoerd, wie gestorven zijn, wie waar begraven is.” Namen zijn lang niet altijd te achterhalen. Maar misschien herkent iemand thuis in Afrika een gezicht op een van haar beelden.
„Soms loopt je hoofd over van het drama”, geeft ze toe. „Vooral als je op het kerkhof staat met vier jonge mensen in kisten. Dat maakt indruk.” Samen met journaliste Haridian Marichal heeft Volta een groepje eilandbewoners op de been gebracht die overleden migranten een zo waardig mogelijke begrafenis willen bezorgen. Ook, en misschien wel vooral, de anonieme. Zoals ”immigrant L-8” of ”immigrant T-1” die op de begraafplaats van El Pinar hun laatste rustplaats hebben gekregen. Ze kwamen levenloos aan of overleden kort na hun aankomst op El Hierro.
Gebeden
Het zijn eenvoudige ceremonies, zegt Volta. Er wordt gebeden, iemand houdt een korte toespraak, een ander leest een gedicht voor. Soms is er een priester, soms iemand die de moslimrituelen kent. Volta maakt papieren bootjes die ze beschildert, haar vriendin Haridian brengt bloemen mee. Er komen mensen van de eerste hulp, reddingswerkers, ziekenhuispersoneel en de buurtvereniging. En de burgemeester, want zonder hem mag er niet begraven worden.
Al met al zijn er altijd wel ten minste tien personen aanwezig op zo’n begrafenis. Op een eiland waar iedereen elkaar kent, komen deze mensen bijeen om afscheid te nemen van iemand die niemand kent. Het is een vorm van betrokkenheid die je volgens Volta alleen kunt aantreffen op een klein eiland als El Hierro. Met nog geen 12.000 inwoners functioneert de samenleving als een dorp.
In Spanje worden de doden vaak begraven in een muur. De kist wordt dan in een hokje in de muur geschoven dat dichtgemetseld wordt. Het is een soort flatgebouwtje voor de doden, vierhoog en in een lange rij. Op de bovenste verdieping van een blok op de gemeentelijke begraafplaats van El Pinar wijst Joke Volta op vier recent dichtgemetselde ”nichos” (nissen). Er staan namen op als Seikoud Yayo, 6 juli 2024, en Isatou Camara, 7 juli 2024. „Het julidrama”, zegt ze.
Tot half september kwamen 27.000 bootvluchtelingen en migranten aan op de Canarische Eilanden. Dat is bijna tweemaal zo veel als in dezelfde periode vorig jaar – en dat was het jaar waarin een historisch recordaantal van 40.000 mensen voet aan wal zette op de Spaanse archipel voor de kust van West-Afrika. De meeste cayuco’s zetten koers naar El Hierro. Meer dan de helft van de migranten –bijna 14.000 tot half september– kwam aan op dit zuidelijkste en westelijkste eiland. In de laatste maanden van het jaar, wanneer het altijd ‘hoogseizoen’ is op de Canarische migratieroute, houden de eilandbewoners rekening met de komst van nog eens 40.000 vluchtelingen en migranten.
Als die verwachting uitkomt, zal El Hierro dit jaar viermaal zo veel vreemdelingen hebben ontvangen als de omvang van de eigen bevolking. Dat is alsof Nederland in een jaar 72 miljoen migranten zou ontvangen. De meesten blijven weliswaar maar korte tijd op El Hierro en worden dan overgebracht naar een van de grotere eilanden, maar toch. Het is opmerkelijk dat de aanhoudende stroom cayuco’s niet heeft geleid tot de opkomst van vreemdelingenhaat en rechts-extremisme, zoals op zo veel plekken elders in Europa.
„Vanuit ons werk gaan we rechtstreeks naar het opvangcentrum voor vluchtelingen” - Francis Mendoza, hoofd burgerbescherming
Overvol
Hoe dat komt? „Ik denk dat het ermee te maken heeft dat we hier allemaal immigranten zijn”, zegt Francis Mendoza (49), hoofd van de burgerbescherming op het eiland. „Onze ouders, onze grootouders, iedereen op de Canarische Eilanden komt van elders. Daarom zijn op El Hierro veel mensen solidair.” Hij weet nog exact de dag dat hij met zijn groep van de burgerbescherming uit Frontera voor het eerst naar de haven van La Restinga ging om hulp te verlenen bij een pas gearriveerde cayuco. „Dat was op 3 oktober 2022. We waren zo onder de indruk dat we bij terugkeer in Frontera tegen elkaar zeiden: we moeten meer doen.” Ze besloten een ngo op te richten: Corazón Naranja, oranje hart – omdat het uniform van de burgerbescherming oranje is.
Mendoza is vrijwilliger, net als alle andere medewerkers van de burgerbescherming op El Hierro. Ze offeren het grootste deel van hun vrije tijd op aan de opvang van bootvluchtelingen, of dat nu bij aankomst in de haven van La Restinga is of in het tijdelijke opvangcentrum in San Andrés. Volwassen migranten verblijven daar maximaal 72 uur voor identificatie en assistentie bij een asielaanvraag. Daarna worden ze doorgestuurd naar Gran Canaria of Tenerife.
Het opvangcentrum, gelegen in het vaak kille en mistige vulkaangebergte van het binnenland, is een gesloten tentenkamp. In november 2023 werd het in gebruik genomen, nadat El Hierro inmiddels de voornaamste bestemming voor cayuco’s op de Canarische Eilanden was geworden. Het kamp heeft een capaciteit van 860 plaatsen. Maar met de grote aantallen boten die soms kort na elkaar binnenkomen, zit het kamp dikwijls overvol. Voor Mendoza en zijn vrienden van Corazón Naranja betekent dat overuren maken.
„We hebben allemaal een baan”, zegt Mendoza tijdens zijn middagpauze op een terras in Frontera. Zelf werkt hij op een makelaarskantoor. „Vanuit ons werk gaan we rechtstreeks naar het opvangcentrum. Vandaag bijvoorbeeld zit mijn werk er om 19.30 uur op, en dan ga ik naar het opvangcentrum tot ik weet niet hoe laat. Het enige wat ik zeker weet is dat ik morgen om 9.00 uur weer op mijn werk moet zijn. Ik heb hele nachten doorgebracht op het opvangcentrum omdat er steeds nieuwe boten arriveerden. Soms ben ik er het hele weekend, net als mijn collega’s.”
„De mensen die naar El Hierro in een bootje komen, doen dat niet om hier op het strand te gaan liggen” - Alpidio Armas, president eilandbestuur
„Op vakantie buiten het eiland zag ik op tv cayuco’s, cayuco’s en nog eens cayuco’s. Ik zei tegen mijn gezin: „Ik ga terug naar El Hierro, ik moet mijn collega’s helpen.” Met Kerst gebeurde hetzelfde. Geen tijd om te eten of te slapen. We kónden niet anders, want de mensen kwamen in heel slechte toestand op het eiland aan. Gelukkig begrijpen onze families dat we doen waar het hart ons toe verplicht.” Mendoza geeft toe dat de vermoeidheid soms toeslaat. En dat het geen toeval is dat hij de voorbije maanden 36 kilo lichaamsgewicht heeft verloren. Maar dat kon er gelukkig wel af, zegt hij met een glimlach.
Voedsel
Alpidio Armas is president van het eilandbestuur. Hij is trots op de manier waarop de bevolking van El Hierro omgaat met de komst van zo veel migranten. De ultrarechtse partij Vox heeft op het eiland nauwelijks voet aan de grond gekregen, en de bevolking blijft in de woorden van Armas een „indrukwekkend voorbeeld van solidariteit” geven. Ook het eilandbestuur wil zijn steentje bijdragen. De president laat een geluid horen dat vandaag de dag bijzonder zeldzaam is onder Europese gezagsdragers.
„De mensen die naar El Hierro in een bootje komen, doen dat niet om hier op het strand te gaan liggen”, zegt hij. „Ze hebben het zo slecht in hun land dat ze hun leven op het spel zetten om elders een toekomst te zoeken. Daarom hebben we de morele plicht ze zo goed mogelijk te behandelen. We hebben het voorbije jaar meer dan een miljoen euro uitgegeven aan de opvang van migranten en we zullen daarmee doorgaan zo lang als nodig is. Uit eigen middelen, we vragen daar niemand geld voor.” De jaarbegroting van El Hierro is 55,9 miljoen euro. Daarvan gaat dus zo’n 2 procent naar de opvang van migranten. Hoeveel bestuursorganen in Europa zouden dat kunnen nazeggen?
Armas vindt de harde opstelling tegen migratie die het Europese debat beheerst „betreurenswaardig”. „Grenzen zijn door de mens gemaakt om territoria op te delen”, zegt hij. „Maar er zouden geen grenzen moeten bestaan als overleving op het spel staat; als er geen voedsel is, geen kans op een opleiding, geen toekomst. Ons eiland ligt tussen drie continenten in, en dat betekent dat we moeten openstaan voor invloeden van alle kanten. En wie dat niet wil inzien, leeft buiten de realiteit.”
Het lijkt erop dat de Spaanse premier Pedro Sánchez, sociaaldemocraat en partijgenoot van Armas, dat toch een beetje anders ziet. Eind augustus maakte hij een tournee langs Mauritanië, Senegal en Gambia, de voornaamste vertreklanden op de Canarische migratieroute. Zijn voornaamste agendapunt: opvoering van de controles langs de West-Afrikaanse kust om zo veel mogelijk migrantenboten buiten de deur te houden.