Nee, we leven niet in een tijd van ongekende massamigratie, betoogt Hein de Haas (54) in zijn nieuwste boek ”Hoe migratie echt werkt”. „Politici van links tot rechts durven niet het echte verhaal te vertellen.”
”Hoewel de journalist die de discussie leidde in zijn nopjes leek met de felheid ervan, ervoer ik het zelf als frustrerend dat alle nuances sneuvelden. (…) Alles viel op zijn plek toen de moderator de handen van het publiek wilde zien: „Wie is, net als professor De Haas, vóór migratie, en wie tégen?””
De Haas, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam stoort zich over het gebrek aan nuance in het migratiedebat, getuigt de passage uit zijn nieuwste boek. Hij doet al dertig jaar onderzoek naar het onderwerp. Afgelopen drie jaar schreef hij ”Hoe migratie echt werkt: het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen.”
U schreef het boek om met de feiten meer nuance in het migratiedebat te brengen?
„Ik wil met feiten de polarisatie doorbreken. Prima als mensen verschillend denken over migratie. Maar op dit moment ontbreekt alle nuance in het debat. De voor- en nadelen van migratie worden sterk overdreven.
Het debat is van de werkelijkheid losgezongen: je bent of vóór of tégen migratie. Ik vind dat ridicuul. Een econoom wordt toch ook niet gevraagd of hij vóór of tégen de economie is. Ik zie het zo: migratie bestaat. Het brengt voor- en nadelen met zich mee. Maar je moet eerst migratie als onlosmakelijk deel van de samenleving accepteren, om te kunnen werken aan een oplossing voor de problemen die het met zich meebrengt.”
Volgens uw schrijven is er geen sprake van ongekende massamigratie. Vanuit de media krijgen we wel dit beeld. Hoe zit dat?
„Als je naar langetermijncijfers kijkt, is er geen reden tot paniek. Nee, migratie loopt niet uit de hand, zoals de politiek en de media ons willen laten geloven. Gemiddeld over de jaren heen is zo’n 3 procent van de wereldbevolking migrant –voornamelijk arbeidsmigrant. Dat blijft stabiel.
Wel veranderde de richting waarin migratiestromen zich bewegen. De afgelopen eeuwen tot na de Tweede Wereldoorlog was Europa een herkomstgebied van migranten naar Amerika, Zuid-Afrika of Australië. Nu zijn we een bestemming voor Afrikanen en Aziaten. Jaarlijks komen zo’n 2 miljoen migranten legaal naar de Europese Unie. Maar dat aantal is te behappen.
Vluchtelingen vormen een nog kleiner aandeel op de wereldbevolking: 0,3 procent. Op langere termijn is hun instroom stabiel; wel kent die hoge pieken en diepe dalen. Dat hangt samen met oorlogen aan de grenzen. Het aantal vluchtelingen piekte in de jaren 90 door de oorlog in Joegoslavië, in 2015 vanwege Syrië en nu door de strijd in Oekraïne.”
De instroom is dus te behappen, stelt u. Toch leven bij veel Nederlanders zorgen.
„Niet al die zorgen zijn terecht. Migranten pikken onze banen niet in. De migratie wordt aangewakkerd door onze vraag naar arbeidskrachten. Migranten vullen onze vacatures.
Ook is het oneerlijk om het tekort aan betaalbare woningen toe te schrijven aan migranten die huizen bezetten. Gezinnen worden kleiner en dat stimuleert de vraag naar woningen. Ook is het tekort aan betaalbare woningen een gevolg van overheidsbeleid. Een voorbeeld is de afbraak van het sociale woningbouwbeleid. Begin jaren 80 werden nog jaarlijks 60.000 tot 70.000 sociale huurwoningen in Nederland gebouwd; nu zijn dat er nog zo’n 15.000 per jaar. Tegelijk is veel sociale huur overgeplaatst naar de particuliere sector. Hierdoor daalde het aantal het aantal woningen met een beschermde sociale huur tussen 2013 en 2020 met 111.500.
Een terecht punt van zorg is wel de oneerlijke verdeling van de lusten en lasten van migratie. Hoge inkomens –eigenaars van bedrijven, aandeelhouders en rijkere huishoudens– profiteren er vooral van. Zij verdienen aan arbeidsmigranten, hun pakketjes worden door arbeidskrachten uit het buitenland bezorgd en ze huren migranten in voor de huishouding. De minstbedeelden gaan er echter niet tot nauwelijks op vooruit. Zij ervaren vooral de sociale gevolgen –soms lasten– van migratie. Zo kan hun wijk door huisjesmelkers worden volgepropt met migranten uit Oost-Europa. Een gevoel van, wat heb ik aan migratie?, is dan voorstelbaar.
Ook de oneerlijke spreiding van asielzoekers baart terecht zorgen. Als in een klein plaatsje als Ter Apel veel asielzoekers geplaatst worden, kan dat beangstigen en overlast bezorgen. Ik groeide zelf op in Bolsward waar enkele vluchtelingengezinnen woonden. Omdat het er een paar waren, was de lokale gemeenschap prima in staat die gezinnen op te vangen.”
In buurten als de Haagse Schilderswijk is veel criminaliteit en werkloosheid. Hoe verklaart u dat? Is de integratie mislukt?
„De integratie slaagt bij de meerderheid van de migranten. De tweede en derde generatie spreken goed Nederlands en hebben een steeds hoger opleidingsniveau en inkomen.
Waar de integratie bij een kleine groep minder succesvol verloopt, concentreren mensen met een migratieachtergrond zich: bijvoorbeeld in de Schilderswijk. Maar de hoge werkloosheid en criminaliteitscijfers zijn terug te voeren op massaontslagen in de jaren 70 en 80. De overheid investeerde jaren te weinig in de ontwikkeling en inburgering van gastarbeiders, omdat ze in de illusie leefden dat die migranten tijdelijk hier zouden blijven. Ook bij latere generaties levert dit nog altijd hogere werkloosheidscijfers op.En mensen die geen werk hebben zijn vatbaar voor criminaliteit, weten we uit onderzoek. Tegelijk moeten we erkennen dat de criminaliteitstrend ook onder minderheidsgroepen de laatste jaren sterk neerwaarts beweegt.”
Ondanks dat de instroom van migranten kan beangstigen, beweert u dat de meeste mensen best naastenliefde hebben voor migranten en vluchtelingen. Hoe zit dat?
„Uit cijfers blijkt dat de meeste mensen gemengde gevoelens hebben bij migratie – uitgesproken racisten en ‘migratiejubelaars’ daargelaten. Waar er een toename is van het aantal racistisch en antisemitisch gemotiveerde incidenten, wijt ik dat aan polarisering aan de flanken van de samenleving.
De gemiddelde Nederlander snapt dat arbeidsmigratie voordelig kan zijn en ziet niet graag migranten buiten het asielzoekerscentrum van Ter Apel slapen. Mensen hebben naastenliefde en voelen zich vaak ongemakkelijk bij ferme uitspraken over migranten door politici of vinden die zelfs stuitend.”
Maar hooggeplaatste beleidsmakers zeggen tegen u dat het echte verhaal vertellen „politieke zelfmoord zou zijn”.
„Politici durven niet het eerlijke verhaal over migratie te vertellen uit angst door de kiezer in het pro-migratiekamp geplaatst te worden. Ze spreken zich bewust cru uit over migratie om verkiezingen te winnen. Ik vind dat ze paniek zaaien en verantwoordelijk zijn voor verruwing van het maatschappelijk debat.
Tegelijkertijd durven politici van links tot rechts hun handen niet te branden aan de echte motor achter de migratie –de legale instroom van arbeidsmigranten. Negen op de tien Afrikanen komen legaal naar Europa; niet via bootjes over de Middellandse Zee.
De legale instroom loopt in hoge mate samen op met de economie. Draait de economie als een tierelier, dan stijgt de instroom: migranten vullen de vacatures. Stijgt de werkloosheid, dan keren de meesten terug.”
Politici zeggen dus wel migratie te willen beheersen, maar ze hebben het niet over het aanpakken van de motor erachter?
„Het merkwaardige is dat politici van links tot rechts beweren arbeidsmigratie te willen reguleren. Maar het tegenovergestelde vindt plaats. Grenscontroles zijn strenger. Maar het economisch beleid wordt steeds liberaler. Zo gaf de overheid de regulatie van immigratie uit handen aan de private sector, zoals aan particuliere wervingsbureaus. In combinatie met economische groei en vergrijzing stimuleerde dat de vraag naar arbeidsmigranten.
Tussen 2006 en 2021 verviervoudigde het aantal migrantenarbeiders in Nederland. De tuinbouwsector en de horeca draaien op krachten uit het buitenland. Wil de overheid meer grip op migratie, dan moet het werkgevers controleren en beboeten voor het uitbuiten van arbeidsmigranten,de arbeidsmarkt strakker reguleren; niet zomaar iets roepen over het stoppen van migranten.
Ik bespeur echter een gebrek aan politieke wil om de arbeidsmarkt te reguleren. Ook de kiezer zou het niet pruimen. Een stop op arbeidsmigratie betekent immers dat we zelf praktisch geschoold werk moeten doen.”
U stelt dat wie de instroom wil beperken, de economie te gronde moet richten.
„Een wat provocerende stelling, maar ik meen het. Je kunt niet én een goedlopende geliberaliseerde markteconomie hebben, én minder migratie. Groei van de geliberaliseerde vrijemarkteconomie betekent extra vraag naar buitenlandse arbeidskrachten. Een goedlopende liberale markteconomie is gedwongen een hoge instroom te accepteren.”
Maar je kunt toch gewoon migranten tegenhouden door een grenshek te bouwen?
„Sowieso is het praktisch onmogelijk de 45.000 kilometer lange kust van de Middellandse Zee af te sluiten. Bovendien komen de meeste migranten legaal Europa binnen.
Als je legale immigratie inperkt, liggen perverse effecten op de loer. Immigratierestricties kunnen tot een hoger migratiesaldo leiden. Migranten die in Europa zijn, keren dan niet terug uit angst vervolgens niet meer binnen te komen. De meeste niet-Europese migranten bleven na de economische crises van 2008 dan ook in Europa. Immigratierestricties onderbreken de circulaire migratie. Beter is een terugnamesysteem zoals Frankrijk dat met Marokko heeft. Marokkaanse seizoenarbeiders die in de Franse landbouw werken, hebben een terugkeergarantie. Ze zijn er 100 procent zeker van dat als ze –na de zomermaanden in Frankrijk gewerkt te hebben– terugkeren naar Marokko, ze volgend jaar opnieuw kunnen komen. Zodoende ontstaat een circulaire vorm van migratie. Maar dit werkt alleen bij bepaalde vormen van seizoensarbeid.”
Investeren in arme Afrikaanse landen om de migratie af te remmen. Is dat een optie om de migratie te beheersen?
„Het is een complete illusie dat je door de ontwikkeling van arme landen migratie zou afremmen. Sowieso is het maar de vraag of die paar miljarden aan ontwikkelingsgeld echt zoden aan de dijk zetten.
We investeerden jarenlang enorm in educatie van Afrika. Maar er is uitgebreid empirisch bewijs dat beter onderwijs leidt tot toenemende migratieaspiraties. Hoogopgeleiden zien vaak niets meer in een toekomst op het platteland en trekken naar de stad voor beter betaald werk. En uiteindelijk vertrekken er ook velen naar het buitenland, waarvan in sommige gevallen naar Europa.
Weliswaar komt er een punt dat het ontwikkelingsniveau remmend werkt voor migratie. Landen als Marokko en zeker Turkije hebben dat punt bereikt. Maar Sub-Sahara Afrika zit nog lang niet op dat niveau. Dus ontwikkeling zal de emigratie uit die landen alleen maar aanjagen.”
Nog een punt dat u in uw boek aanstipt is het thema klimaatmigratie. Dat zou niet bestaan, zegt u?
„Klimaatverandering is echt en een terechte bron van zorg. Maar het idee dat de opwarming van de aarde tot grootschalige transcontinentale migratiestromen leidt, is onzinnig. Natuurlijk worden mensen van huis en haard verdreven door natuurgeweld zoals overstromingen of droogtes. Maar we weten uit onderzoek dat de meeste zogenoemde klimaatvluchtelingen over korte afstand migreren en vaak zo snel mogelijk teruggaan. En de allerarmsten hebben überhaupt niet voldoende middelen om te vertrekken.”
Uw boek focust op wat verkeerd gaat in het migratiedebat. Gaan er ook dingen goed?
„Een van de manco’s is dat we geneigd zijn te focussen op achteruitgang. Positief is bijvoorbeeld dat ik een toenemende acceptatie van immigratie bemerk. Er zijn in West-Europa nog weinig politici die stellen dat we geen immigratiesamenleving zijn. Het pijnpunt zit echter in het gebrek aan serieuze discussie over praktisch geschoolde arbeidsmigranten. Die worden weggezet als ‘kansloos’. Maar zij verrichten essentieel werk. Wat mij betreft moeten we onszelf de vraag stellen: wie gaat de praktisch geschoolde arbeid in de toekomst doen? Wijzelf? Of blijven we dat uitbesteden aan arbeidsmigranten?”
Hoe migratie echt werkt, Hein de Haas; uitgeverij Spectrum, 519 bladzijden; €24,99