Binnenlandslag om arnhem
Piloot Winkworth was 22 toen hij omkwam

Tijdens de Slag om Arnhem kwam een 22-jarige piloot om het leven toen zijn zweefvliegtuig over de kop sloeg. Hij is nooit teruggevonden. Zijn schoondochter en kleindochter herdachten hem vrijdag in Wolfheze.

L. Vogelaar
Schoondochter en kleindochter van sergeant Charles W. Winkworth, piloot van een zweefvliegtuig tijdens de Slag om Arnhem in 1944, legden vrijdag een krans bij het gedenkteken voor de zweefvliegers in Wolfheze. beeld Niek Stam
Schoondochter en kleindochter van sergeant Charles W. Winkworth, piloot van een zweefvliegtuig tijdens de Slag om Arnhem in 1944, legden vrijdag een krans bij het gedenkteken voor de zweefvliegers in Wolfheze. beeld Niek Stam

Tijdens de Slag om Arnhem kwam een 22-jarige piloot om het leven toen zijn zweefvliegtuig over de kop sloeg. Hij is nooit teruggevonden. Zijn schoondochter en kleindochter herdachten hem vrijdag in Wolfheze.

Sergeant Charles William Winkworth zat achterin de cockpit. Paul Hendriks kan dat laten zien in zijn Glidermuseum, want daar staat de stoel waarop Winkworth zat toen hij omkwam. De eerste piloot, die voorin zat, werd levend uit het wrak gehaald, maar overleed in het ziekenhuis.

Winkworth had drie kinderen. „Mijn man was de jongste; twee maanden oud”, zegt schoondochter Isobel. Met haar dochter Louise is ze uit Noord-Ierland gekomen om een krans te leggen tijdens de herdenkingsdienst waarin de omgekomen bemanningsleden van de geallieerde zweefvliegtuigen werden herdacht. „Mijn schoonmoeder trouwde later met een broer van haar man en kreeg nog vier kinderen.”

Het verlies van haar man tijdens operatie Market Garden bleef een litteken. „Ze is 91 geworden en heeft veel over de oorlog gepraat. Pas een jaar of twee na de oorlog wist ze waar haar man was omgekomen.” Of hij een veldgraf kreeg of dat hij nog in het toestel zat toen de Duitsers de zweefvliegtuigen in brand staken, is niet bekend.

Winkworth is een van de 229 mannen van het Glider Pilot Regiment die de Britten deze middag herdenken. Als de doedelzak zwijgt, wijst de dochter van een piloot in haar welkomswoord op de omvang van de legermacht die vanaf 17 september 1944 voet aan de grond zette in de regio tussen Ede en Oosterbeek. Er landden meer dan 660 zweefvliegtuigen. Van de meer dan 1300 piloten werden er bijna 500 door de Duitsers gevangengenomen of door het verzet verborgen.

De aanwezige Britten stemmen in met legerpredikant Richard Meikle als hij het Onze Vader bidt. Jonge militairen lezen daarna de namen van de 229 gevallenen op. Het is een lange, lange rij. „Deze mannen waren geliefd en werden gemist”, zegt ds. Meikle. In koor klinkt het: „We will remember them.”

In de verte laten vliegtuigen tal van parachutisten los boven de Ginkelse Heide, een voorproefje van de grote luchtlandingen op zaterdag. Op het veld bij Wolfheze dat op 17 en 18 september 1944 in gebruik was als landingszone S is twee jaar geleden een gedenkteken onthuld. Daar legt de 99-jarige veteraan Geoff Roberts een van de kransen. Kinderen leggen kruisjes. Op elk kruis is een foto van een omgekomen bemanningslid bevestigd. Ze waren allemaal jong.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer