Kerk & religieMeditatie

Meditatie: Abrams vrees

John Warburton
14 January 2025 07:46

Genesis 12:14

„En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, dat de Egyptenaars deze vrouw zagen, dat zij zeer schoon was.”

Was Abraham in het gevoelde bezit van dit gezegend getuigenis geweest, dat de Heere de zijne was en hij van de Heere, dan zou hij die slaafse vrees niet gehad hebben, want er wordt gezegd: „De volmaakte liefde drijft de vrees buiten.” Immers, die had Abram bevangen, toen hij zei tot Saraï: „Zeg toch tot farao, dat je mijn zuster bent” (Genesis 12:13). Slaafse vrees en de nabijheid van de Heere kunnen nooit samengaan.

Ook is het heel duidelijk dat de arme, oude Jakob niet leefde in de liefde, kracht en genieting van de Heere, dat Hij de zijne was en hij van de Heere, toen hij uitriep: „Al deze dingen zijn tegen mij.” De Heere heeft beloofd het duister tot licht te maken en het kromme tot recht. Wanneer de tegenwoordigheid van de Heere wordt genoten, toont Hij lieflijk aan de erfgenamen van de belofte dat zij de Zijnen zijn. „Als Hij stilt, wie kan dan beroeren?” Niemand. Daarom, als Jakob in het genot ervan geweest was, zou hij nooit gezegd hebben: „Al deze dingen zijn tegen mij.”

Dit is de taal van het ongeloof en vleselijke redeneringen, waarin de satan zijn hand heeft. Al deze dingen werkten echter vóór hem, maar toen hij in de handen van ongeloof en vleselijke redenering was en zijn geloof niet in oefening was, sprak hij deze woorden.

John Warburton,
predikant te Trowbridge

(”Preek over Hooglied 2:16b”, uitgave 1976)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer