Meditatie: Woorden doen ertoe
Het maakt uit wat je zegt. En wat je niet zegt. Iedereen weet dat. De Bijbel drukt dat ons nog eens extra op het hart. In het boek Spreuken is dat een heel belangrijk onderwerp: het belang van goede, wijze woorden. En, nog vaker, het gevaar van verkeerde, dwaze woorden. Wij hebben een probleem met onze woorden. Goede, wijze woorden spreken we niet vanzelf.
De woorden van een rechtvaardige, van iemand die met de Heere leeft, zijn als een waterbron, zegt Salomo. Water was en is schaars in Israël. Vooral water dat uit een bron opwelt, was kostbaar. Mensen gingen rond zo’n bron wonen en leven. Zo brengen de woorden van een rechtvaardige leven en zegen voor anderen. En omgekeerd: dwaze, verkeerde woorden brengen onheil en vloek. Voor jezelf en voor anderen. God hoort het. Jezus Zelf waarschuwt ons dat we van elk ijdel woord rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. Woorden doen ertoe!
De bron van wijze woorden is een wijs hart. „Eens wijzen hart maakt zijn mond verstandig” (Spr. 16:23). Of zoals Jezus het zegt: „Uit den overvloed des harten spreekt de mond” (Matth. 12:34). Daar zit de kern van het probleem met onze woorden. Ons hart, de verkeerstoren van ons leven, leidt onze woorden in een verkeerde richting. Naar onszelf toe, onze eigen eer, ons eigen voordeel, ons eigen gemak. Dwaze, afbrekende woorden komen er als vanzelf uit.
„Uit de overvloed van de liefde gaat de mond spreken”
Jezus Christus, de opperste Wijsheid, is heel anders. Over Hem werd gezegd: „Nooit heeft een mens alzo gesproken gelijk deze Mens.” Zijn woorden waren een bron van leven voor velen. Hij heeft het als geen ander ervaren dat God rekenschap vraagt van elk ijdel woord. Hij droeg Gods toorn over onze zonden. Hij moest boeten voor onze dwaze woorden. Voor Hem werden ze een bron van de dood.
Onze leugens en roddels, onze halve waarheden en mooie praatjes.
Onze sneren en snauwen, ons schelden en schimpen.
Ons gezeur en gemopper, ons geklaag en geruzie.
Onze steken onder water en openlijke dolkstoten.
Onze achteloze woorden en vrome schijn.
Ons afgeven op anderen en hoog opgeven van onszelf.
Sta stil bij het kruis. Leg de hand op de mond, die bron van smart en smaad, van oneer voor God en ongeluk voor anderen. Bij het kruis verandert ons hart. Bij het kruis stort Gods Geest Gods liefde uit in ons hart. Steeds weer is het de onbevattelijke liefde dat Christus stierf voor zondaren en dwazen die ons verandert. Uit de overvloed van de liefde gaat de mond spreken. Tot eer van God en zegen voor de naaste.
Gods liefde maakt waarachtig. Je wordt zelf kleiner, God en Christus worden groter. Zij zijn het waard om geëerd te worden met waarachtige woorden.
Gods liefde leert je om het goede te zoeken voor je naaste, zoals God het goede voor jou zoekt. Wijs zijn met woorden, dat is dat je omgaat met anderen zoals God met ons omgaat. Vriendelijk en genadig.
De liefde is geduldig. Ze zoekt niet haar eigenbelang. De liefde zoekt naar de goede woorden op het juiste moment. Woorden die als gouden appels zijn op zilveren schalen.
De liefde kan vaak met minder woorden toe. Zwijgen is goud. Behalve als het is om anderen ermee lief te hebben, en om God te loven. Dan vloeit mijn mond steeds over van Uw eer!