BinnenlandBevolkingsonderzoek
Borstkanker vaker opgespoord met 3D-mammografie

Radiologen zien borstkanker minder vaak over het hoofd als ze 3D-mammografie inzetten bij bevolkingsonderzoek. Dat blijkt uit een studie van de Yale University. Wat betekent dat voor de Nederlandse situatie?

Een screeningsmedewerker bekijkt een mammogram. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Een screeningsmedewerker bekijkt een mammogram. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

De Amerikaanse onderzoekers vergeleken 3D-mammografie, ook bekend als tomosynthese, met de traditionele, tweedimensionale mammografie. De nieuwe techniek blijkt ervoor te zorgen dat borstkanker vaker aan het licht komt dan bij de gangbare screeningsmethode: 5,3 versus 4 gevallen per duizend onderzochte vrouwen. Ook worden tumoren dankzij de 3D-methode gemiddeld in een eerder stadium ontdekt, als ze nog kleiner zijn. Daarnaast hoeven vrouwen minder vaak te worden doorverwezen voor vervolgonderzoek.

De onderzoekers van de Yale University gebruikten gegevens van ruim 270.000 borstkankerscreenings. De publicatie verscheen dinsdag in vakblad Radiology.

Bij de gangbare methode voor mammografie worden van elke borst twee digitale röntgenfoto’s gemaakt, die een tweedimensionaal beeld geven. Bij 3D-mammografie worden bij iedere foto meerdere opnamen van de borst gemaakt vanuit verschillende hoeken. In de praktijk levert dit zo’n zestig beelden per opname op. Een computerprogramma combineert die tot een driedimensionaal beeld waar je doorheen kunt scrollen.

„Tumoren, die er meestal uitzien als kleine sterretjes, kunnen verscholen gaan achter klierweefsel. Met tomosynthese kun je om de hoek kijken”, legt Ritse Mann, radioloog bij het Radboudumc, uit. Volgens Mann, die niet betrokken is bij het onderzoek, blijkt uit meerdere studies dat de 3D-methode zo’n 20 procent meer gevallen van kanker opspoort.

In Nederland wordt tomosynthese al wel in de meeste ziekenhuizen gebruikt, maar nog niet structureel bij bevolkingsonderzoek. Moet daar verandering in komen? „Een moeilijke vraag”, vindt Mann. „Ja, de methode is zonder meer iets beter. Maar het is ook beduidend meer werk om al die plaatjes te evalueren.” Volgens hem kost de 3D-variant ongeveer twee keer zoveel analysetijd als een gewone mammogram.

Collega’s van de Nijmeegse radioloog zoeken momenteel in de zogeheten Streamstudie uit of 3D-mammografie het bevolkingsonderzoek kan verbeteren. Begin vorig jaar gaf het ministerie van Volksgezondheid groen licht voor het onderzoek.

Mann denkt dat implementatie van tomosynthese in bevolkingsonderzoek alleen haalbaar is als kunstmatige intelligentie wordt ingezet. De computer kan dan de beelden beoordelen op mogelijke aanwezigheid van een tumor; radiologen bekijken vervolgens alleen de afwijkende borstfoto’s.

In de Dense2-studie, die naar verwachting eind dit jaar van start gaat, worden twee andere technieken voor borstkankerscreening onderzocht: een contrast-mammogram en een verkort MRI-onderzoek. Mann: „Daarmee kun je veel meer tumoren vinden. Die technieken hebben dus een veel grotere impact op vroegdetectie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Kanker

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer