Binnenlandtaal

Sanders: Schrap omstreden termen niet uit woordenboek

Omstreden geraakte woorden –over Joden bijvoorbeeld, of over negers– moeten niet uit het woordenboek worden geschrapt. Ze moeten niet naar de prullenbak, maar naar het taalmuseum, stelt dr. Ewoud Sanders.

L. Vogelaar
17 September 2024 22:05Gewijzigd op 17 September 2024 22:11
Razzia in Amsterdam: 427 Joodse mannen werden op 22 en 23 februari 1941 opgepakt en bijeengedreven op het Jonas Daniël Meijerplein. Het antisemitisme laaide ook later steeds weer op. beeld RD 
Razzia in Amsterdam: 427 Joodse mannen werden op 22 en 23 februari 1941 opgepakt en bijeengedreven op het Jonas Daniël Meijerplein. Het antisemitisme laaide ook later steeds weer op. beeld RD 

De Haarlemse taalhistoricus schrijft dat in zijn boek dat deze maand verschijnt: ”‘Jood’, de vergeten geschiedenis van een beladen woord.”

Sanders –zelf zoon van een Joodse vader– is al jaren bezig de beeldvorming rond Joden, met name in Nederland, te bestuderen. In 2017 promoveerde hij op onderzoek naar tachtig bekeringsgeschiedenissen: ”Levi’s eerste kerstfeest.” Ook in veel andere lectuur kwam hij stereotypen en karikaturale beschrijvingen tegen, en meestal waren ze negatief. Het mondde in 2022 uit in het boek ”Met de paplepel. Beeldvorming over Joden in Nederlandstalige jeugdverhalen, 1782-heden”.

„Je wordt hier wel een beetje mistroostig van”, zei Sanders destijds in het Reformatorisch Dagblad. „Ik ben nu in Azië om bij te komen. Daarna ga ik me met een vrolijker onderwerp bezighouden, al moet ik dat nog kiezen.”

Maar nee, Sanders borduurde toch op hetzelfde stramien voort. In 2023 kwam hij met een boek over negers: ”Het n-woord: de geschiedenis van een beladen begrip.” Dit jaar met twee boeken: ”Van appeljood tot zuurjood – Veertig portretten van Joodse straatventers” en nu dus over het woord ”Jood”.

„Soms vraagt de tijd om een bepaald boek”, schreef Sanders op X. De beeldvorming rond Joden liet al veel te wensen over en sinds de aanslagen van Hamas, elf maanden geleden, is het aantal antisemitische incidenten dramatisch gestegen. Sanders maakt zich daar zorgen over. In zijn boek wil hij laten zien „hoe hardnekkig veel uitingen van antisemitisme zijn verbonden met onze taal. Hoe wijdverbreid ze waren, hoe alledaags, hoe ze met de paplepel werden ingegoten, hoe hardnekkig ze soms nog voortleven.”

De Uilenburgersteeg in de Joodse wijk in Amsterdam rond 1920. Uit tal van uitdrukkingen in de Nederlandse taal bleken vooroordelen rond Joden. beeld Joods Historisch Museum

Kuyper

De termen waarin Joden genoemd worden, waren volgens de auteur vaak doordrenkt van vooroordelen. „Vrijwel al die woorden en uitdrukkingen hebben een negatieve betekenis. Ze vertellen ons bijvoorbeeld dat Joden anders lopen, anders ruiken –lees: stinken–, de boel doorlopend bedriegen, dat ze laf en gierig zijn, en ga zo maar door.”

Sanders noemt de Middelburgse predikant Carolus Tuinman (1659-1728), die Joden aanduidde als „aarts-schacheraars”. Uitvoeriger staat de auteur stil bij dr. A. Kuyper, die niet alleen het aantal Joden in Nederland veel te hoog inschatte –op bijna een miljoen, terwijl het er 81.700 waren–, maar ook kwam tot uitspraken als „Men komt van lieverleê tot de ontdekking, dat, onder den mantel van Liberalisme, metterdaad de Joden heer en meester in ons werelddeel zijn geworden.” In 1934 nam de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) lange citaten uit Kuypers pamflet over in een brochure.

Overdreven

De gevoelswaarde van een woord kan sterk afhankelijk zijn van de context: wie zegt het en in welke omstandigheden. Woorden raken in onbruik wanneer ze als aanstootgevend worden ervaren. „Een woord als Jodin is sinds de Tweede Wereldoorlog volkomen taboe. Voor die tijd werd het volop gebruikt, ook door Joden zelf.” Toen echter jodenkoek in odekoek werd veranderd, reageerden Joodse media lacherig. Ze vonden het „overdreven politiek correct – zeg maar: te woke voor woorden”.

„Allerlei woorden en uitdrukkingen zijn geschrapt uit de Dikke Van Dale, ons belangrijkste woordenboek”, constateert dr. Sanders. Het gebeurde voor een deel onder druk van de Joodse gemeenschap. Sanders vindt het maar niets: „Bedenkelijke lexicografische zelfcensuur. Dat is niet uniek. Hetzelfde deed zich voor bij het woord neger. Daarbij verliep de daling als volgt. Van vijftig n-samenstellingen in 1992, naar 37 in 1999, naar 29 in 2005 en 24 in 2015. Sinds 2022 zijn het er 23. Sleutelbegrippen uit de geschiedenis van de slavernij, zoals negerhandel, zijn hierbij overboord gezet.”

„Antisemitisme verdwijnt niet door woorden te schrappen” - Dr. Ewoud Sanders, taalhistoricus

Een slecht idee vindt Sanders dat geschrap. „Niet alleen bij de woorden Jood en neger, maar bij álle beladen woorden. Een min of meer onpartijdige scheidsrechter zet zichzelf hiermee buitenspel. Vast mede uit goede bedoelingen, om mensen niet te willen kwetsen, maar dan nog. Zeker is dat antisemitisme niet verdwijnt door woorden te schrappen. Je geeft er wel een wapen mee uit handen om het te bestrijden – bijvoorbeeld bij de rechter. Bovendien: een woordenboek dat schrapt vanwege druk van buitenaf ondergraaft z’n autoriteit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer