Intel houdt, ondanks het uitstel, vast aan het plan om een fabriek in Duitsland te bouwen, zei de Duitse bondskanselier Olaf Scholz dinsdag. De Amerikaanse chipfabrikant heeft aangekondigd de bouw van fabrieken in Duitsland en Polen zo’n twee jaar uit te stellen in afwachting van wat de markt gaat doen.
„Het besluit om het project in Duitsland twee jaar uit te stellen, gaat gepaard met de intentie om er wel aan vast te houden”, zei Scholz dinsdag in Astana. „Het is belangrijk voor ons dat we in deze zeer veranderlijke halfgeleiderindustrie de kans grijpen om ervoor te zorgen dat de al aanzienlijke capaciteit in Duitsland desondanks verder wordt uitgebreid”, voegde hij eraan toe.
Robert Habeck, de Duitse minister van Economische Zaken, zei dinsdag dat het een „puur zakelijke beslissing is die te maken heeft met bedrijfsbeleid”. De investeringen bij de Duitse stad Maagdenburg en ook in het Poolse Wroclaw waren bedoeld om de productiecapaciteit van Intel, de marktleider op het gebied van chips voor computers en servers, te vergroten.
De fabriek in Maagdenburg, ten zuidwesten van Berlijn, moest ongeveer 30 miljard euro kosten en 3000 banen creëren. De Duitse regering beloofde vorig jaar zo’n 10 miljard euro aan subsidies voor het project. De regering van Scholz hoopte met een chipfabriek in eigen land minder afhankelijk te worden van onderdelen uit bijvoorbeeld China.
