Gronings dorp ontsteld: hoe een paar Amsterdammers snel tonnen proberen te verdienen met hun dorpskerk
In het Groningse Woldendorp zijn ze helemaal van slag: Amsterdammers kochten in maart voor slechts 10.000 euro de middeleeuwse Petruskerk. En zetten die nu te koop voor een half miljoen. Hoe kon de kerkelijke gemeente dit laten gebeuren?
Bij de kassa in de buurtsuper –de enige winkel in het dorp– rekent Steyn Prins zijn boodschappen af. Prins was jarenlang ouderling in de protestantse gemeente, die tot een paar jaar geleden diensten hield in de schilderachtige dertiende-eeuwse Petruskerk, aan het eind van de straat. Het pand is afgelopen maart verkocht. „Na aftrek van belastingen heeft de kerkenraad minder dan 10.000 euro aan de verkoop overgehouden.”
Tot verbazing der beschouwers staat het kerkje nu alweer te koop. Vraagprijs: 495.000 euro. Plaatselijke kerkbestuurders zijn verbijsterd, weet Prins. Ze hadden niet verwacht dat het gebouw zo snel voor zo veel meer geld weer in de verkoop zou komen. Hoe heeft het dan toch kunnen gebeuren? En wie zit daarachter?
Seniorenwoningen
Reliplan, makelaar in religieus erfgoed, heeft het kerkje op een kavel van bijna 5000 vierkante meter al digitaal in de etalage staan. „De gemeente staat open voor ontwikkeling”, luidt de toelichting. „Wellicht woonzorg, waarvan de kerk een onderdeel is? Seniorenwoningen, met de kerk als middelpunt? Er is ruimte genoeg!”
„Mocht dat slechte plan doorgaan, dan zullen we er dwars voor gaan liggen” - Karel Loeff, directeur erfgoedvereniging
„Verkooppraatjes”, briest Karel Loeff, directeur van de erfgoedvereniging Heemschut, door de telefoon. „Bij ons zijn alle alarmbellen afgegaan toen we die aankondiging lazen. De makelaar probeert kopers te lokken met verhalen over mogelijke seniorenwoningen. Bij navraag blijkt de gemeente Eemsdelta nog van niks te weten. Maar mocht dat slechte plan doorgaan, dan zullen we er dwars voor gaan liggen.”
Miljonairsduo
Uit informatie van het Kadaster blijkt dat de huidige eigenaren de kerk op 8 maart 2024 voor 10.000 euro hebben gekocht. In het dorp wordt bij navraag telkens de naam van „mevrouw Kalse” als koper genoemd. Een rechtstreeks telefoontje levert niets op. „Ik denk dat u een verkeerd nummer hebt”, waarna de verbinding wordt verbroken.
Mevrouw Kalse is de helft van het miljonairsechtpaar Menckeberg-Kalse, dat geregeld in de Amsterdamse pers is afgeschilderd als zijnde huisjesmelkers. Tien jaar geleden lagen ze met de gemeente Amsterdam in de clinch. „Ik heb geld zat”, zei Marga Kalse bij die gelegenheid in Het Parool. „Ik hoef niet te werken, hoor; als ik wil, kan ik de hele dag in bed blijven liggen.”
Bij het Kadaster staan haar dochter en haar vriend als de huidige eigenaren geregistreerd. Dochter Latoya bevestigt dat in een telefoontje, maar verwijst voor verdere vragen naar de makelaar.
Niet vrolijk
Wilt Meendering, van makelaar Reliplan, wil de naam van de verkoper niet bevestigen. „Maar het is openbare informatie; via het Kadaster kunt u dat zo zien. Ik sprak mevrouw kortgeleden nog uitvoerig. Neem van mij aan dat ze niet vrolijk wordt van de aandacht van de pers.”
En hoe weet Reliplan zo zeker in de verkooptekst te melden dat de gemeente Eemsdelta „openstaat voor ontwikkelingen”? Meendering: „Als je de afdeling communicatie belt, zegt die uiteraard dat er „geen aanvraag is binnengekomen”. Maar we hebben wel degelijk getelefoneerd met de afdeling ruimtelijke ordening. Het zal voor elke potentiële koper duidelijk zijn dat plannen moeten worden getoetst aan de Omgevingswet en de Erfgoedwet.”
„Het hele dorp vraagt zich af: wat gebéúrt hier? We hebben geen idee” - Riksta Westerhof, dorpsbewoner
Het kerkgebouw ligt aan de rand van de bebouwde kom, midden op een verhoogd kerkhof met scheefgezakte grafzerken. De kerkdeur zit op slot. Jan Westerhof, de naaste buur van de kerk, kijkt nieuwsgierig naar de vreemdeling op het kerkpad.
„Ik zag op RTV Noord dat de kerk te koop staat. Idioot toch? Kerkganger ben ik niet, behalve dan op kerstavond. Maar ik hou van het monument. Het karakter van dat middeleeuwse pand moeten we niet aantasten, maar juist koesteren. Koffie?”
Riksta, de vrouw van Westerhof, komt naar buiten: „Het hele dorp vraagt zich af: wat gebéúrt hier? We hebben geen idee.”
Aardbevingsschade
Toen ze hier 22 jaar geleden kwamen wonen, toen ze hun boerderij verlieten, kon je de kerkgangers op een paar handen tellen, zegt ze. „In coronatijd kwam er helemaal de klad in, toen zijn de diensten hier opgehouden.” Ze vertelt hoe een paar families in het dorp de oranje buitenverlichting aan de kerk hebben geschonken. Dankzij een legaat kon de klok worden gerepareerd. Vijf jaar geleden is er nog maandenlang gewerkt aan de gewelfschilderingen, na de aardbevingsschade. „En toen stond de kerk opeens te koop.”
Geschrokken
In de meest recente editie van De Woldwagter, de maandelijkse dorpskrant, blikt de kerkenraad terug op de gang van zaken, dit voorjaar. Het nieuwsblaadje verschijnt in de zomermaanden niet, waardoor het artikeltje, dat afgelopen weekend verscheen, precies samenvalt met de ophef over de nieuwe verkoop van ‘hun’ kerk.
Toen duidelijk werd dat de kerkelijke gemeente de toekomstige onderhoudskosten niet meer zou kunnen dragen, kwam de kerkenraad via de landelijke kerk „en de daaraan gekoppelde makelaardij” in contact met „een particulier uit het westen van het land, die zeer enthousiast bleek te zijn om de kerk en het kerkhof te kopen en het gebouw en de omgeving in de originele staat wilde behouden”.
Nobel idee
„De dame had het nobele idee om in elke provincie een kerk te bezitten om die ten goede te laten komen aan de plaatselijke gemeenschap, voor culturele en religieuze activiteiten, uitvaarten en zo meer”, zegt ouderling Anne Koopmans uit Wagenborgen in een telefonische toelichting.
„Dat is allemaal vastgelegd in de koopakte. Wij waren stomverbaasd dat ze nu, amper een halfjaar later, de zaak alweer in de verkoop heeft gedaan.” Dacht Koopmans niet: hier verdient iemand wel heel snel veel geld met onze oude kerk? „Dat heb ik ook wel gedacht, ja. Maar dat is onze verantwoordelijkheid niet meer.”
„Al is het dorp niet kerkelijk meer, het is wél de kerk van ons dorp” - Theo Nijland, pensionado en beroepsvrijwilliger
Bij de verkoop liet de kerkenraad zich bijstaan door Stichting KKG Adviseurs in Amersfoort. „Wij hebben na analyse van de onderhoudskosten van het gebouw geadviseerd het gebouw te verkopen”, zegt directeur Wim Hoogenboom. „De lage prijs moet je zien in het licht van de onderhoudskosten en de geldende erfdienstbaarheden; je kunt nu eenmaal niet zo veel met zo’n monument.
Als het voor een symbolisch bedrag naar de Groninger Kerken zou zijn overgedaan, had de kerkenraad een bruidsschat moeten meegeven; daar is niet voor gekozen.” Hij voegt er nog aan toe dat alleen verkoop is geadviseerd. „We hebben niet gezegd aan wie het zou moeten worden verkocht.”
Emotionele waarde
Theo Nijland, pensionado en beroepsvrijwilliger, was tot vorig jaar actief bij een klankbordgroep van betrokken Woldendorpelingen. „Er is heel wat commotie ontstaan. Het steekt ons dat we op geen enkele manier betrokken zijn bij de gang van zaken.” Ook al zijn veel dorpelingen geen kerkganger, het gebouw heeft voor velen emotionele waarde. „Mensen zijn er gedoopt, hebben er belijdenis gedaan, er hebben uitvaarten plaatsgevonden.
Al is het dorp niet kerkelijk meer, het is wél de kerk van ons dorp. Talloze mensen hebben eraan bijgedragen dat het dertiende-eeuwse monument in stand is gehouden. Ik vind het onbestaanbaar dat Amsterdammers zomaar handel kunnen drijven met dit cultuurgoed.”