Herkenning en bevreemding bij boek over miskraam
Zelden las ik een boek met zo veel herkenning en tegelijk zo veel bevreemding. Een boek dat diep raakt aan alle emoties die een miskraam of het verlies van een kindje rond de geboorte met zich meebrengt: ”Je was zó welkom! Gods troost na zwangerschapsverlies”, geschreven door Marlene du Toit, Braam Klopper en Justine Pike.
Het verlies van pril leven vroeger of later in de zwangerschap is universeel en van alle tijden. Een heftig verdriet, dat vaak onverwachts je leven binnenkomt. In dit boek willen de auteurs ouders steunen en bemoedigen in het verwerken van hun verlies.
Het boek –dat oorspronkelijk verscheen in Zuid-Afrika– is verdeeld in drie delen. In het eerste deel gaat Marlene du Toit als arts in op de medische vragen, zoals diverse statistieken, oorzaken en behandelmogelijkheden. De informatie is ingedeeld per trimester van de zwangerschap en geeft een zeer uitvoerige opsomming.
In het tweede deel beschrijft Justine Pike haar ervaringen rond het verlies van haar kindje, door een miskraam in de zevende week van de zwangerschap.
Ds. Braam Klopper gaat ten slotte in op de pastorale kant en schrijft over het rouwproces en over geloofsvragen die aan de orde kunnen komen.
Het is goed dat er oog is voor het soms onbegrepen verdriet dat het verlies van een kindje tijdens de zwangerschap geeft. De medische informatie kan helpend zijn bij alle praktische vragen die het verlies van een kindje in de zwangerschap oproept. De pastorale bijdrage biedt ruimte en inzicht in alle emoties die een rol spelen.
Toch roept het boek bij mij vervreemding op. Alleen al door de term ”zwangerschapsverlies” in de ondertitel, omdat dit een eufemisme is. We verliezen geen zwangerschap, het gaat om het verlies van nieuw leven, vroeg of later in de zwangerschap, wat twee heel verschillende processen zijn die weliswaar raakvlakken hebben, maar in de verwerking zeker niet onder één noemer gebracht kunnen worden.
Vervreemdend vind ik ook de manier waarop in het boek lijnen gelegd worden naar God. Door heel het boek heen wordt gesteld dat straks in de hemel alle verdrietige ouders hun overleden kindje zullen ontmoeten en het gezin weer compleet zal zijn. Dit wordt soms gebaseerd op bijzondere visioenen, geheel voorbijgaand aan de worsteling die reformatorische ouders juist met de vraag naar de bestemming kunnen hebben. Houvast vinden we dan alleen in Gods Woord en in de trouw van Zijn verbond.
Ook wordt de zwangerschap wel heel maakbaar voorgesteld. Het plannen van de zwangerschap is onze keus, net als de zwangerschap af laten breken als er een ernstige afwijking gevonden wordt. Juist bij deze belangrijke overwegingen willen gelovige ouders zich toch laten leiden door God en zoeken naar de weg die Hij hierin wijst.
Het meest mis ik in het boek het besef dat God ons geen kinderen geeft voor onszelf, om hier op aarde een fijn leven samen te hebben. God schept elk nieuw leven tot Zijn eer en voor Zijn Koninkrijk en daarin komen ook de kinderen van gelovige ouders die tijdens de zwangerschap sterven tot hun bestemming. In het boek wordt gesteld dat „God geen leven neemt, dat God een God is van genezing, die je met gebruik van olijfolie over je zwangere buik moet proclameren, dat God tegen ons zou zeggen: Ik vind het zo erg voor je dat je baby’tje dood is”. Als een moeder na een vroege miskraam een visioen ziet waarin Jezus een blond meisje op schoot heeft en „haar elke dag haar mama op aarde laat zien”, mis ik –bij alle herkenning in gemis en verlangen– toch echt het diepe besef Wie God eigenlijk is als onze Schepper, Die eer iets van ons begon te leven, alles al in Zijn Boek heeft geschreven. In Hem ligt onze enige troost.
Je was zó welkom! Gods troost na zwangerschapsverlies, Marlene du Toit, Braam Klopper en Justine Pike; uitg. Gideon; 264 blz. € 22,50