Minnares dwingt Italiaanse cultuurminister tot aftreden
De Italiaanse minister van cultuur Gennaro Sangiuliano is vrijdagavond afgetreden na een geruchtmakend politiek-erotisch schandaal, dat premier Giorgia Meloni geen andere keus liet dan zijn ontslag te aanvaarden. Al een uur later werd de conservatieve journalist en cultuurmanager Alessandro Giuli door president Matarella tot zijn opvolger benoemd.
De 41-jarige Maria Rosario Boccia uit Pompeï was een illustere onbekende, totdat zij op 26 augustus met een post op Instagram Sangiuliano bedankte voor haar benoeming tot consulente van het ministerie. Boccia, die zichzelf presenteert als ondernemer, organisator van evenementen en influencer op sociale media, zou zijn ingehuurd voor de bijeenkomst van de cultuurministers van de G7. Italië is dit jaar voorzitter van deze organisatie van de zeven meest geïndustrialiseerde landen. De vergadering is van 19 tot 21 september in Napels, maar zou op advies van Boccia deels naar het archeologisch park in haar woonplaats Pompeï zijn verplaatst.
Het ministerie ontkende daarop dat zij ooit een functie binnen het ministerie had bekleed. Zij zou ook niet bij de voorbereiding van de G7 betrokken zijn geweest en van een benoeming was geen sprake. Boccia reageerde met een reeks posts op de sociale media waaruit het tegendeel zou blijken. Als bewijs dat zij de minister maandenlang als assistente had bijgestaan, publiceerde zij foto’s en video’s van dienstreizen, met inbegrip van uitnodigingen, vergaderdocumenten en vlieg- en hoteltickets. Zij beschikte zelfs over opnamen van telefoongesprekken van Sangiuliano, waaronder een waarin de echtgenote van de minister hem opdroeg om alle banden met „die vrouw” te verbreken.
Vergiffenis
Op 3 september gaf Sangiuliano in een interview toe, dat hij een relatie met Boccia had gehad en de haar toegezegde benoeming had gestopt omdat er sprake zou zijn van belangenverstrengeling. Maar hij zou zelf haar reizen hebben betaald, terwijl zij nooit inzage had gekregen in vertrouwelijk documenten. Op grond daarvan weigerde Meloni in eerste instantie om zijn ontslag te aanvaarden.
Op 4 september ensceneerde het eerste net van staattelevisie RAI een melodramatisch interview met Sangiuliano. Daarin zwaaide hij met door hem betaalde bonnetjes en vroeg met een door tranen verstikte stem vergiffenis aan zijn vrouw, de premier en zijn collega-ministers.
Als antwoord publiceerde de ex-minnares documenten waaruit zou blijken dat een deel van haar reizen wel degelijk met overheidsgeld was betaald en zij ook rechtstreeks bij de G7 betrokken was geweest. Toen zij dreigde met nog meer compromitterende onthullingen te komen en de oppositie eiste dat Meloni zich tegenover de Kamer zou verantwoorden, was voor de premier de maat vol en liet ze haar aangeschoten minister vallen.
Aan Giuli nu de taak waar Sangiuliano niet aan toe is gekomen: na jaren van linkse hegemonie een krachtig rechts cultuurbeleid uitzetten. Ondertussen spreekt de rechtse pers van een tegen de regering gericht complot en heeft Boccia er op Instagram 100.000 volgers bij.