BuitenlandTransgenderisme
Fins onderzoek: Spijt bij geslachtsverandering neemt toe

Steeds meer transgenders krijgen spijt van hun geslachtstransitie. De resultaten van een groot Fins onderzoek maken duidelijk dat het spijtrisico wordt onderschat.

Tineke van der Waal
Uit een Fins onderzoek blijkt dat 7,9 procent van de personen die een geslachtsbehandeling ondergingen deze behandeling voortijdig beëindigde. beeld Getty Images
Uit een Fins onderzoek blijkt dat 7,9 procent van de personen die een geslachtsbehandeling ondergingen deze behandeling voortijdig beëindigde. beeld Getty Images

De Finse onderzoeksgroep volgde 1359 patiënten die tussen 1996 en 2019 begonnen met het innemen van hormonen van het andere geslacht. Uit het onderzoek blijkt dat 7,9 procent van hen deze behandeling weer stopte.

Gedurende deze periode blijkt het risico op spijt te zijn toegenomen. Niet alleen beginnen steeds meer mensen aan een transitie, maar ook krijgen steeds meer mensen daar later spijt van. In de periode 2013 tot 2019 beëindigden bijna drie keer zoveel mensen de hormoonbehandeling als in de periode 1996 tot 2005. Daarnaast blijkt ook het aantal patiënten dat binnen twee jaar met de hormonen stopt, gestegen te zijn: van 1,3 procent in de vroege periode naar 2,9 procent in de recentere jaren.

Een opvallende verandering is dat vandaag de dag vooral tienermeisjes zich als transgender identificeren. Ze melden zich op jongere leeftijd bij genderklinieken en hebben vaker te maken met psychische problemen dan voorheen. Bijna de helft van de mensen die met hormonen beginnen, is jonger dan 23 jaar; twee derde van hen is vrouw.

Onderschat

Volgens prof. dr. Riittakerttu Kaltiala, de psychiater die het onderzoek leidde, maken de uitkomsten duidelijk dat detransitie „een reëel en mogelijk onderschat fenomeen” is. Ze wijst erop dat de resultaten afwijken van de lage spijtpercentages (1 of 2 procent) waar veel genderklinieken van uitgaan. Volgens haar zijn deze lage cijfers gebaseerd op verouderd en gebrekkig onderzoek uit de jaren 1960 tot 2010.

Het nieuwe onderzoek heeft volgens de onderzoekers belangrijke gevolgen voor de begeleiding en zorg bij genderdysforie. Volgens Kaltiala vraagt goede zorg om een zorgvuldige, op maat gesneden benadering. De Finse psychiater benadrukt dat het belangrijk is om te onderzoeken waarom patiënten stoppen met hormoonbehandelingen. Zo kan beter worden voorspeld wie geschikt is voor deze ingrijpende behandeling. Ze wil ook dat er passende zorg is voor degenen die stoppen met een behandeling die onomkeerbare veranderingen in hun voorheen gezonde lichaam heeft teweeggebracht.

Kaltiala is expert op het gebied van pediatrische gendergeneeskunde. Ze opende in 2011 een van de eerste kindergenderklinieken in Finland, maar stelt nu vraagtekens bij het Dutch Protocol: de in Amsterdam ontwikkelde behandeling van genderdysfore tieners met puberteitsremmers. Deze methode wordt in Nederland nog steeds gebruikt, maar in Finland en een aantal andere landen inmiddels niet meer. Kaltiala is een belangrijke stem in het internationale debat over puberteitsremmers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer