Met een schep verdedigt burger zijn dorp in Burkina Faso tegen jihadisten
Met de schop in de hand gaan burgers in Burkina Faso de strijd aan met jihadisten, die dood en verderf zaaien in het West-Afrikaanse land. Het leger heeft grote moeite de oprukkende militanten te stoppen.
De gewapende mannen vuurden op alles en iedereen toen ze vorige week de plaats Barsalogho in Centraal- Burkina Faso binnenvielen. Daar waren op dat moment burgers in opdracht van het leger loopgraven aan het maken, in een poging de jihadisten tegen te houden. Op sociale media doen video’s de ronde waarop tientallen lichamen te zien zijn in meterslange greppels. Scheppen liggen ernaast.
Het Afrikaanse land wordt geteisterd door toenemende jihadistische aanvallen. Ongeveer de helft van Burkina Faso is niet langer onder controle van de overheid, het geweld nadert zelfs de centraal gelegen hoofdstad Ouagadougou. De aanval in Barsalogho is opgeëist door JNIM, de belangrijkste terreurgroep die in het land actief is. Daarnaast laat een Afrikaanse tak van terreurgroep IS zich gelden.
Vergeten crisis
Burkina Faso is het meest door terrorisme getroffen land ter wereld, volgens de Global Terrorism Index (GTI). Over 2023 zijn er meer dan 1900 doden gevallen tijdens 258 terroristische aanvallen, aldus de lijst. Dit is bijna een kwart van alle sterfgevallen door terrorisme wereldwijd. Ook dit jaar zouden al duizenden doden zijn gevallen. Daarnaast is er sprake van massale ontheemding: meer dan 2 miljoen mensen zijn binnenlands op de vlucht.
In het West-Afrikaanse land is een „vergeten crisis” gaande, die niet de internationale aandacht krijgt die het verdient, waarschuwen de Verenigde Naties. Het Afrikaanse land wordt sinds 2022 geleid door een militaire regering onder leiding van legerkapitein Ibrahim Traoré, die de macht greep uit onvrede over de bestrijding van het terrorisme.
„De inzet van milities heeft bijgedragen aan een escalatie van het geweld in plaats van deze te beperken” - Tanguy Quidelleur, onderzoeker
Om het jihadistische geweld een halt toe te roepen, vallen de autoriteiten in Ouagadougou terug op de groep die ze geacht worden te beschermen: burgers. Het toont volgens onderzoekers de wanhoop van de strijdkrachten. Het leger heeft inwoners opgeroepen te helpen bij veiligheidsmaatregelen, zoals het aanleggen van greppels en loopgraven. in gebieden die de jihadisten onder controle willen krijgen.
Jachtgeweer
Het leger gaat echter nog verder: het heeft inmiddels al duizenden burgers bewapend en ondergebracht bij de burgerbeweging Vrijwilligers voor de verdediging van het vaderland (VDP). Deze militie is in 2020 in het leven geroepen en wordt door het leger ingezet bij de bestrijding van de islamitische extremisten. Inmiddels telt de VDP al zo’n 50.000 leden, een veelvoud van de circa 15.000 man die het reguliere leger telt.
De rekruten krijgen slechts minimale training en zijn vaak licht bewapend, soms met niet meer dan jachtgeweren. Desalniettemin weten een aantal van deze groepen bijzonder goed stand te houden tegen de islamitische strijders, constateren analisten.
Tegelijkertijd heeft de VDP een dubieuze reputatie. Mensenrechtengroepen spreken van martelingen en executies. Daarnaast maken militieleden misbruik van hun positie, bijvoorbeeld om persoonlijke geschillen uit te vechten. „Eenheden van de VDP aarzelen niet om hun antiterrorisme-mandaat te gebruiken om personen met wie ze persoonlijke conflicten hebben gewelddadig aan te vallen of te vermoorden”, schrijft onderzoeker Tanguy Quidelleur.
Regeringsleider Traoré staat in de strijd tegen terrorisme een keiharde lijn voor, in tegenstelling tot zijn voorganger, die ook oog had voor achterliggende sociale problematieken en etnische spanningen. De vraag is hoe effectief de huidige aanpak is. Volgens Quidelleur heeft de toegenomen inzet van de VDP en veiligheidstroepen juist „bijgedragen aan een escalatie van het geweld in plaats van deze te beperken”.