Zomergesprek

Bert Wiersema: Kanker heeft me veel afgenomen, maar ook veel gebracht

Lange vakanties was Bert Wiersema als docent al gewend. Tegenwoordig heeft hij het nog beter, vindt hij: nu hij niet meer kan werken, is het permanent vakantie. Ondanks het verlies van zijn dochter Klarine in 2017 en ondanks zijn eigen ongeneeslijke ziekte geniet de blijmoedige kinderboekenschrijver van wat God hem geeft.

23 August 2024 14:24Gewijzigd op 23 August 2024 15:21
Bert Wiersema. beeld Sjaak Verboom
Bert Wiersema. beeld Sjaak Verboom
Bert Wiersema. beeld Sjaak Verboom

„Het is toch ongelooflijk?” zegt Bert Wiersema. „Drie jaar geleden moest ik uit het ziekenhuisbed getakeld worden, nu zit ik hier en geniet ik van dit prachtige plekje.” Hier, dat is op zijn favoriete stoel in zijn woonkamer in Drachten, met uitzicht op de tuin.

Aan de muur achter hem hangt een kunstwerk in felle kleuren, een groot geel kruis in het midden. Zelfgemaakt, vertelt Wiersema. Een christelijke variant op een werk van de beroemde Russische schilder Kandinsky. In de achtertuin van het ruime huis trekt een flinke olijfboom de aandacht, de stam vol knoesten. „Zo ongeveer ziet mijn buik er ook uit”, grapt Wiersema, die door zijn ziekte een stoma heeft. „We kregen de boom vorig jaar voor ons 40-jarig huwelijk van de kinderen. We hadden nooit gedacht dat we dat jubileum zouden beleven.”

In 2020 werd bij Wiersema de ziekte van Kahler vastgesteld. Uitgezaaide beenmergkanker. Hij zag de dood in de ogen, lag tijden op bed en moet nu nog elke drie maanden voor bloedonderzoek naar het ziekenhuis. Maar het schrijven heeft hij weer opgepakt en hij startte in de afgelopen jaren zelfs nieuwe series, waaronder een over de Israëlische geheime dienst, de Mossad.

1. Wie ziet u als u in de spiegel kijkt?

„Ik zie iemand met wie het naar omstandigheden heel goed gaat. Drie jaar geleden kon ik niks. Nu ben ik begonnen met het lopen van het Pieterpad. Puur op wilskracht hoor. Want ik ben 65 jaar, maar voel me wel 85.
„Ik ben nieuwe wijn in een oude zak”, zei ik onlangs tegen een goede vriend van me.

In de spiegel zie ik ook een man die altijd in het onderwijs heeft gewerkt. Twintig jaar op de basisschool en daarna heb ik jarenlang aardrijkskunde gegeven, maar ook maatschappijleer, Duits en Fries. In 2020 was dat plotseling voorbij. Op maandag gaf ik nog les, op woensdag moest ik aan de chemo. Ik zei: „Dat kan niet, dan zijn er proefwerken.” Het kon wel – en ik kwam niet terug.

Na m’n zestigste vond ik het lesgeven zwaarder worden en twijfelde ik weleens of ik het wilde blijven doen. Even dacht ik dat God zei: „Nou jongen, als je niet wilt lesgeven, dan geef Ik je kanker.” Maar nee, wist ik, zo is Hij niet.

„Zeilen kan ik niet meer. Nu heb ik een motorboot. Zeilers noemen zoiets spottend een strijkijzer” - Bert Wiersema, kinderboekenschrijver

Ik bruis nog van de ideeën. Daarbij heb ik een heel optimistisch karakter. Met vier bevriende stellen varen we jaarlijks een weekend, elk stel heeft een eigen boot. Ik heb net als deze vrienden altijd gezeild, maar dat wil niet meer. Wij hebben nu een motorbootje van 9 meter. Zo’n ding noem je als zeiler spottend een strijkijzer. Natuurlijk kijk ik tijdens zo’n vaarweekend likkebaardend naar de zeilboten van de anderen. Maar ik zie ook wat ik allemaal wél kan.”

2. Waar en hoe komt u tot rust?

„Varen geeft me echt rust. Je boot aanzetten, de jachthaven uitvaren… Voor ons vriendenweekend hebben we inmiddels een vaste invulling. Zo gaan we op zaterdagmiddag naar een leuk stadje, bijvoorbeeld Grou. De mannen strijken neer op een terras, de vrouwen gaan winkelen. Op zondag luisteren we iets of lezen we een preek.

Deze zomer vaar ik ook een keer met m’n uitgever Sjac Mes. Met hem en met onze vrouwen klikt het enorm. Als ik met Nelie een hele week ga varen, gaat de laptop mee. Omdat er altijd ideeën in mijn hoofd zitten. En ik kan niet zonder boeken. Mijn vrouw heeft een slechte rug en daardoor ligt ze soms halftien al op bed. Dat doe ik dan ook, met een boek. Vakantie is lezen.

Wat mij ook ontspant is het maken van legpuzzels. Ik ben nu bezig met een Wasgij-puzzel. Dan moet je puzzelen wat de mensen op de afgebeelde plaat zien. De puzzel die ik nu maak, ligt er al een maand of acht. Meestal werk ik er alleen aan. Soms puzzelt een kleinkind een stukje.”

3. Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?

„We hebben veel gereisd –tot Egypte en Thailand toe– en dat heb ik altijd heel leuk gevonden. Nu durf ik het niet meer aan. We hebben dit jaar wel op het punt gestaan om naar Duitsland te gaan. Maar er kan zomaar iets zijn waardoor ik ineens in het ziekenhuis lig.

Routekaart. beeld Sjaak Verboom

Bovendien hebben we het Pieterpad in ons hoofd. Daar zit nog heel wat werk in en elke etappe is ademloos mooi. We hebben al van Maastricht naar Sittard gelopen en aan de andere kant bij Pieterburen en bij Assen ook een stukje gehad. We bivakkeren deze zomer een paar dagen in het huis van mijn zwager en dan hopen we wat etappes te lopen in de buurt van Vorden.

Ik heb in de garage een kaart hangen met de route. Alles wat we gedaan hebben maak ik zwart. Als we het redden geven we een Pieterpad-party. Weet je, in de eerste interviews na mijn diagnose ging het altijd over Bert „die niet lang meer te leven” heeft. Op een gegeven moment zei iemand tegen me: „Gód bepaalt hoelang jij leeft.” Ik dacht: Inderdaad, we mogen wel iets genuanceerder denken.”

4. Welk boek ligt er momenteel op uw nachtkastje?

„Ik heb het stripboek herontdekt. Je hebt strips die krankzinnig mooi getekend zijn, ik kan daar echt van genieten.

Ik ben ook net begonnen in ”The fire that consumes” van Edward William Fudge. Een boek waar je je hoofd echt bij moet hebben. De hel is een straf, maar die straf duurt niet eeuwig, zegt de schrijver. Dan denk ik: waar haal je dat vandaan?

Ik ben het gaan lezen doordat mijn kleinzoon me vroeg: „Bestaat de hel?” Ik zei: „Jezus zegt van wel, wie ben ik om ”nee” te zeggen?” Ik ben natuurlijk oergereformeerd opgevoed, en Fudge heeft me ook nog niet overtuigd, al geeft hij soms heel sterke argumenten en al zou ik graag willen geloven wat hij schrijft.

Ik zeg ook niet meteen: Dit is een ketterij, dit lees ik niet. Ik ben zelf bijvoorbeeld nogal creationistisch, maar zie om me heen veel mensen die eerder theïstisch evolutionair denken. Ik wil daar dan wel meer van weten.”

Als ontspanning lees ik graag Baantjers of relithrillers. En ik heb een abonnement op het tijdschrift Historia. Dat bekijk ik altijd met de vraag in het achterhoofd: Kan professor Lammers (boekpersonage, MO) hier wat mee? Ik las bijvoorbeeld over valse ponden die Joden in concentratiekamp Sachsenhausen gedwongen moesten maken en die na de oorlog in het Toplitzmeer in Oostenrijk zijn gedumpt. Maar het duurt nog wel even voordat die in een boek belanden.”

5. Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?

„Met Mozes! Mijn favoriete Bijbelfiguur. Ik hoop in de hemel écht weleens tijd te hebben om hem te spreken. Ik denk dat we op elkaar lijken. Ik kom uit een gezin van driftkikkers, maar heb die opvliegendheid goed leren beheersen. Als je voor de klas staat moet dat ook wel. Bij Mozes zie ik iets dergelijks. Hij slaat een Egyptenaar dood. En door z’n driftige kop komt hij niet in het Beloofde Land. Hoe ging het hem af om een volk te leiden? Ik zie hem als geestverwant. Wat hij deed was misschien hartstikke dom, maar ik snap het wel.”

„Ik heb liever dat je weet hoe de Heilige Geest werkt dan hoe een moesson ontstaat” - Bert Wiersema, kinderboekenschrijver

6. Waar luistert u naar?

„Ruim een jaar geleden werd ik gevraagd voor ”Dick en Daniël geloven het wel” (een podcast waarin ND-journalisten Dick Schinkelshoek en Daniël Gillissen met een gast praten over kwesties rond geloof en kerk, MO). Als voorbereiding ben ik toen eerdere afleveringen gaan luisteren. Dit is leuk, dacht ik. Zo heb ik de podcast ontdekt.

Daarna ben ik ook de podcast ”Gebroken gelofte” gaan luisteren, waarin Gillissen vertelt over zijn scheiding. Tot de dood ons scheidt, dat is mij niet gelukt, realiseert hij zich. Ik luister zoiets om mijn blik te verbreden. Net zoals een podcast met zanger en entertainer Bas Ragas. Hij is tot geloof gekomen en hoe hij daar, niet gehinderd door enige kennis van zaken, over praat vind ik heel verfrissend.

Ik luister bijna altijd iets als ik het Pieterpad wandel. Nee, mijn vrouw en ik lopen niet gelijk op, ik ga veel en veel te langzaam voor haar. Een podcast of muziek –ik hou vooral van blues– helpen me bij het volbrengen van een etappe.”

„Kanker heeft me veel afgenomen, maar ook veel gebracht” - Bert Wiersema, kinderboekenschrijver

7. Wat is de missie van uw leven?

„Ik heb altijd in het gereformeerd onderwijs gewerkt. Aardrijkskunde is een vak waarbij je goed een dieper laagje kunt aanbrengen, bijvoorbeeld bij het thema evolutie. Ik vond de lessen waarin je met het hart van de leerling bezig bent het mooist. Ik heb liever dat leerlingen weten hoe de Heilige Geest werkt dan hoe een moesson ontstaat. Dat laatste zou ik zelf ook weer moeten opzoeken.

Kunstwerk dat Wiersema maakte. beeld Sjaak Verboom

Toen ik plotseling niet meer kon lesgeven, dacht ik: nu ben je monddood gemaakt. Maar inmiddels zie ik steeds meer dat God me op een andere manier gebruikt. Ik sta weer regelmatig tussen jongeren. Dan mag ik iets vertellen voor een kerkelijke jeugdgroep, soms wel 300 man. Sinds ik dat een keer in mijn eigen gemeente deed, word ik her en der gevraagd. Ik denk dat mijn verhaal indruk maakt, omdat mijn dochter stierf en ik zelf ziek ben. Als je dan vertelt dat God goed is, dan blijft dat wel hangen.”

8. Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?

Zonder aarzelen: „Johannes 3 vers 16. Dat is de samenvatting van de Bijbel, daar gaat het om. Dat iedereen die gelooft het eeuwige leven hééft. Niet kans heeft of misschien heeft, nee: heeft. En Romeinen 8: dat niets ons kan scheiden van de liefde van Christus. Dat heb ik de afgelopen jaren zo beleefd. Niets kan mij scheiden, geen stoma, geen kanker. Kanker heeft me veel afgenomen, maar ook veel gebracht. Dit Bijbelgedeelte was ook voordat ik ziek werd al in ons leven. Ik heb mijn vrouw ooit leren kennen toen we allebei werkten voor E&R, Evangelisatie en Recreatie. Ik weet nog dat we daar een lied zongen over deze tekst: „Want ik ben verzekerd dat noch dood noch leven mij ooit scheiden zal…” Dat is mijn lijfspreuk, zei mijn vrouw toen al.

Als laatste noem ik nog een heel lastige tekst: dat God alles doet meewerken ten goede (ook uit Romeinen 8, MO). Ik heb daar de afgelopen jaren wel iets van gezien, met alle kansen die ik nu krijg om voor jongeren te spreken.”

Herinneringen aan dochter Klarine Sikkema, die overleed in 2017. beeld Sjaak Verboom

9. Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?

„Het diepste dieptepunt is dat mijn dochter Klarine overleed aan borstkanker. Mijn vrouw en ik waren erbij, eigenlijk toevallig. We waakten in blokken van vier uur bij haar vanaf het moment dat ze sedatie kreeg. Die dag zou om tien uur een zus van haar man Johan komen. Zij belde ons op of we konden ruilen. Mijn vrouw was onrustig, dus we gingen er veel te vroeg heen. Ze merkte meteen dat Klarines voeten koud waren, een signaal dat het einde nadert. We stonden nog maar kort met elkaar om haar bed toen m’n vrouw zei: „Ze gáát.”

„M’n jongste kleinkind is 1. Ik hoop dat ik zo oud mag worden dat die jongen enige bewuste herinnering aan mij zal hebben” - Bert Wiersema, kinderboekenschrijver

De laatste keer voordat de sedatie startte en ze haar bewustzijn zou verliezen, las ik Klarine voor uit Openbaring 21, over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Ze had dagenlang niks gezegd. En toe zei ze: „Dat is waar, pap.” Dat gun je toch aan iedereen, aan je kleinkinderen en aan alle andere jeugd?

Klarines ziekteperiode was een bijzondere tijd. Tijdens haar operatie waren Nelie en ik in Israël met de jeugd van de kerk. „Jullie gaan wel hoor”, zei Klarine vooraf, „jullie gaan je voltanken met geloof!” Op het moment van de operatie baden we met elkaar. Zagen we daar ineens een regenboog boven de woestijn! Als aardrijkskundeleraar weet ik dat dat een heel bijzonder verschijnsel is. Tijdens de rest van haar ziekteproces hebben we zó veel regenbogen gezien, dat het geen toeval kan zijn. Zelfs op de dag dat ze overleed, kreeg ik allemaal appjes over regenbogen. En het gekke is: Ik krijg een paar jaar later kanker en denk: nu ga ik regenbogen zien, maar nee, ik zie geen enkele regenboog!

Hoogtepunten zijn er veel. Ik denk vooral aan ons 40-jarig huwelijk, vorig jaar. We hebben die dag ook maar groots uitgepakt.”

beeld Sjaak Verboom

10. Hoe kijkt u naar de toekomst?

„Ik heb elf kleinkinderen, van 1 tot 18 jaar. De jongste is naar mij vernoemd en toen hij geboren werd, dacht ik: straks weet hij alleen dat z’n opa boekenschrijver was… Ik hoop dat ik zo oud mag worden dat die jongen enige bewuste herinnering aan mij zal hebben.

M’n dochter heeft tijdens haar ziekte veel gedaan om herinnerd te worden. Ze heeft zelfs sokjes gemaakt voor als zij ooit kleinkinderen zal krijgen. Ik ben een briefwisseling met mijn vrouw gestart, waarin we het hebben over geloofszaken. Ze had kort daarvoor tegen me gezegd: „Wie moet de kleinkinderen antwoord geven als ze met vragen komen als jij er niet meer bent?” Er is uiteindelijk maar één doel: dat ook zij dat geloof krijgen waar je zo veel steun uit kunt hebben.

Toen mijn jongste kleinkind werd geboren dacht ik ook even: jongen, als jij 65 bent, hoe ziet de wereld er dan uit? Soms ben ik best blij dat ik wat ouder ben. Dan denk ik: dit of dat maak ik niet meer mee. Maar tegelijk: God heeft alles in de hand. Hij laat het laatste oordeel echt niet aan Poetin over. En ik weet één ding heel zeker: als je in God gelooft, komt het goed.”

> rd.nl/zomergesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer