BinnenlandBurgemeester
Burgemeester Van de Groep: Als rasechte Bunschoter kom ik niet weg met vriendjespolitiek

Hij is de op twee na langstzittende burgemeester in dezelfde gemeente. Na 18 jaar zwaait Melis van de Groep (66) deze maand af als burgemeester van Bunschoten. Een andere standplaats was voor de geboren en getogen Bunschoter nooit een optie.

Burgemeester Melis van de Groep. beeld Edwin Janssen
Burgemeester Melis van de Groep. beeld Edwin Janssen

Eén huwelijkse voorwaarde stelde zijn vrouw: ze zouden áltijd in Bunschoten blijven wonen. Van de Groep (ChristenUnie) kon dus niet uit het dorp weg. „Hier horen wij thuis”, vindt hij ook. Nooit ambieerde hij het burgemeestersambt ergens anders.

Wat maakt dat u zo verknocht bent aan Bunschoten?

„Mijn ouders komen uit Spakenburgse families, ze wonen al jarenlang in deze gemeenschap. Ik ben daar een vervolg op en geef dat door: onze vijf kinderen wonen allemaal hier. Ik heb ook buiten Bunschoten gewerkt, in Amersfoort. Toen ik eens thuiskwam van mijn werk –we waren pas getrouwd– lag er een advertentie op tafel van de gemeente Bunschoten. Die zocht een leerling-ambtenaar. Mijn vrouw zei: „Melis, je nieuwe baan ligt op tafel.” Haha! Van 1979 tot 1991 werkte ik op het gemeentehuis. In 1994 kwam ik terug als raadslid en drie jaar later werd ik wethouder.”

In 2006 werd u burgemeester. Hoe hebt u dit zo lang volgehouden?

„Het was niet altijd makkelijk, niet iets wat je wel even doet. Maar het heeft mij meer opgeleverd dan gekost. In het begin moest ik me vaak in de arm knijpen: is dit wel waar? Ben ík dit wel echt, op déze plek? Dat je van het hele dorp bent, heeft mij altijd erg aangetrokken. Een politicus is toch gekoppeld aan een bepaalde partij. Als burgemeester neem je een onafhankelijke positie in. Je bent er voor iedereen.”

Is het als rasechte Bunschoter niet ingewikkeld een onafhankelijke positie in te nemen?

„Dat ik uit de gemeenschap zelf kom, heeft naast voordelen ook ontegenzeggelijk nadelen. Mensen die hier langer wonen, weten alles van mijn komaf en familie. Sommigen zien me als partijdig, omdat ik uit een bepaalde hoek van het dorp kom of voor een bepaalde voetbalclub ben. Je komt hier niet weg met vriendjespolitiek. Ik moet dus bewijzen dat ik niet vanuit mijn achtergrond handel. Zo moeten maatregelen rond de veiligheid van voetbalwedstrijden iedereen raken, zowel de ‘blauwen’ als de ‘rooien’ (SV Spakenburg versus IJsselmeervogels, ALV). Ik heb weleens een alcoholverbod ingesteld, omdat ik signalen kreeg dat het uit de hand zou lopen. Ja, dan kom je natuurlijk wel aan het biertje van de voetbalsupporter. Tegelijk zou het misschien wel minder geaccepteerd worden als een burgemeester van buiten op dezelfde gronden zo’n maatregel had genomen. Bij mij konden ze nog denken: als híj dat nodig vindt, zal het wel serieus zijn. Hij snapt best hoe belangrijk dat biertje voor ons is.”

„Je komt hier niet weg met vriendjespolitiek: ik moet bewijzen dat ik niet vanuit mijn achtergrond handel” - Melis van de Groep, burgemeester Bunschoten

Kunt u burgemeester van het hele dorp zijn?

„In mijn begintijd wilde ik graag bewijzen dat ik er voor álle inwoners ben. Na zes jaar kreeg ik ook brede steun van de gemeenteraad voor een volgende termijn. Ook in zware perioden, zoals de coronatijd, heb ik gemerkt dat het dorp en de gemeenschap mij dragen. Sommige mensen snapten toen niet waarom ik meewerkte aan overheidsmaatregelen. Ik moest uitleggen dat ik verantwoordelijkheid nam omdat je geen risico’s kunt lopen met de gezondheid van mensen. Hoewel ik echt niet achter elk onderdeeltje van het in Den Haag bedachte beleid sta, moet ik het wel dragen en uitvoeren. Ik wil trouw zijn aan mijn ambtseed. Je kunt niet zomaar de Godsnaam afroepen over de belofte dat je de wetten van het land zult eerbiedigen, maar dat niet doen als het je even niet uitkomt.”

Hebt u veel over u heen gekregen in de coronatijd?

„Op sociale media werden heftige dingen gezegd. Brieven en bezoek aan huis brachten dat dichterbij. „Ik zal het zelf niet doen, maar weet dat je binnen drie maanden een kogel door je hoofd krijgt”, kreeg ik aan de voordeur te horen van iemand die zich christen noemde en op basis van teksten uit Openbaring meende dat ik een dienaar van de satan was.”

„Binnen drie maanden krijg een kogel door je hoofd, kwam iemand in coronatijd aan de deur zeggen” - Melis van de Groep, burgemeester Bunschoten

Wat deed dat met u?

„Ik kreeg kippenvel, was ontdaan. Ik heb gezegd dat ik me niet in de beschuldigingen herkende en dat het me goed leek het gesprek te beëindigen. Het is een gekke gewaarwording dat een mens zo ver kan komen in z’n gedachtegang. En dat ik niet meer Melis van de Groep ben, de geboren en getogen Spakenburger, die het goede met het dorp voorheeft. Ik was overigens vooral bang voor m’n vrouw, die erbij stond. Wat als er weer werd aangebeld en ik op mijn werk zou zijn?

Een aangifte kon alles nog groter maken, dus ik heb na overleg met politie en justitie alleen een melding gedaan. De betreffende persoon mocht niet meer in mijn buurt komen en ook voor mijn veiligheid zijn wat maatregelen genomen.”

Een profeet wordt niet altijd geëerd in zijn eigen vaderstad…

„Ik troost me met de gedachte dat veel collega’s die niet in hun vaderstad burgemeester waren het net zo moeilijk hadden als ik.”

Bunschoten staat bekend om zijn specifieke cultuur. Hoe zou u het dorp typeren?

„Ik benadruk graag de openheid en gastvrijheid van Bunschoten. Als gemeente hebben we een orthodox stempel, maar we zijn geen gesloten gemeenschap. Zeker, we kunnen weleens egeltjesgedrag vertonen op het moment dat we worden aangevallen. Dat noem ik saamhorigheid.”

„Mensen van buiten noemen we vreemden”, staat in de vacaturetekst voor een nieuwe burgemeester. Dat klinkt niet erg open?

„Dat klinkt inderdaad verkeerd. Ik zou dat woord zo niet gebruiken, want het heeft niets te maken met raar of onverklaarbaar gedrag. Het is dialect en betekent dat mensen niet weten wie je ouders zijn. Hier is het altijd: „Van wie ben je er eentje?” Van een vreemde ken je de afkomst niet.”

Is Bunschoten veranderd in de afgelopen jaren?

„In de tijd dat ik nog ambtenaar was, was er veel aandacht voor verschillen tussen mensen die hier wel en niet vandaan komen. Zo waren er onderlinge spanningen en twisten over de zondagsrust. Tegenwoordig zie ik dat mensen die van huis uit geen rustdag gewend zijn, vinden dat dit bij ons dorp past en daarom moet blijven. Er zijn goede contacten gekomen tussen verschillende groepen. Zo bezoeken predikanten met hun catechisanten de plaatselijke moskee. Vele vrijwilligers helpen bij de opvang van vluchtelingen. Toen een groep Syriërs hier tijdelijk kwam, meldde een veelvoud aan de benodigde mensen zich.”

Dus de tegenstellingen in Bunschoten zijn kleiner geworden, terwijl de polarisatie in het land toeneemt?

„De polarisatie in de samenleving gaat ons niet voorbij. Een nieuwkomer had het tien jaar geleden makkelijker dan nu. Inwoners vragen zich al snel af: Was dat huis niet nodig geweest voor onze kinderen of voor die gescheiden vrouw? Je ziet het ook aan de populariteit van de PVV bij verkiezingen.”

In klederdracht op de Spakenburgse dagen. beeld Edwin Janssen

Koning

Het hoogte- en dieptepunt uit zijn ambtstermijn komen allebei uit 2017. Met genoegen denkt Van de Groep terug aan het streekbezoek dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima dat jaar brachten. „Duizenden mensen hadden een mooie dag.” In een woonzorgcentrum in Spakenburg schudde de koningin de hand van een terminaal zieke vrouw die op haar bed naar de zaal was gereden. Diezelfde avond overleed ze. Haar familie schreef in een bericht: „Vandaag heeft ze de koning en koningin op aarde gezien. Nu is ze bij de hemelse Koning.” Later, toen Van de Groep het koningspaar ontmoette op de nieuwjaarsreceptie, vertelde hij hun erover. „Zij vonden het erg bijzonder.”

Enkele maanden eerder schokte de dood van de 14-jarige Savannah het dorp. Van de Groep moest bij de stille tocht een toespraak houden, maar had geen idee wat hij moest zeggen. „Ik heb toen veel steun gehad aan mijn geloof”, vertelt hij. „Voordat mijn vrouw en ik de familie zouden bezoeken, belde mijn wijkpredikant: „Melis, kan ik je ergens mee helpen?” Samen baden we om kracht en de juiste woorden.”

„Toen we bij de familie kwamen, was het alsof zij al wisten waar ik mee zat. Eigenlijk hadden zij bedacht wat ik moest zeggen, juist over de omgang met het kwaad. De verdachte moest worden berecht en bestraft, zeiden ze, maar dat is niet aan ons. „Dus zeg alsjeblieft tegen de mensen dat ze rustig moeten blijven. En dat politie en justitie hun werk moeten doen.” Dat vond ik knap, want die ouders waren bij wijze van spreken de eersten van wie je wraakgevoelens kon verwachten.

Als jochie zat ik bij een Bijbelstudieclub met de naam ”De Heere zal erin voorzien”. Dat heb ik toen ervaren. De volgende ochtend was mijn toespraak in een halfuur klaar. De tekst gaf ik ook aan de locoburgemeester: „Als ik het niet meer volhoud, kun jij verder lezen.”

Die avond stonden er 7000 mensen bij het gemeentehuis. De klokken luidden en ik stapte naar buiten. Toen daalde er zo’n rust op me neer. Met kalm gemoed heb ik de hele toespraak kunnen houden. Het raakte mensen, hoorde ik achteraf. Ik heb toen echt ervaren dat ik werd gedragen en ben ervan overtuigd dat ik als burgemeester nooit van meer betekenis ben geweest dan op dat moment.”

„ Ik ben als burgemeester nooit van meer betekenis geweest dan na de dood van Savannah” - Melis van de Groep, burgemeester

Vond u het lastig om de knoop door te hakken nu te gaan stoppen?

„Nee. Het ambt heeft veel gevraagd van mijn vrouw en mij. Ik ben geen kantjesloper, heb veel uren gemaakt. Na het besluit dat ik zou stoppen, twee jaar geleden, ben ik er door ziekte een halfjaar uit geweest. Ik ben enorm dankbaar dat ik nu niet wegga omdat het niet anders meer kan, maar ik ben wel toe aan mijn pensioen. Eerst neem ik een sabbatical, een jaar van rust. Daarna wil ik graag iets van betekenis doen, wellicht een toezichthoudende rol of kerkelijk ambt op me nemen.”

Bunschoten heeft nog geen opvolger kunnen vinden.

„Er waren zeven sollicitanten, maar volgens de commissaris van de Koning waren er te weinig geschikte kandidaten om een keuze te maken. Hij heeft dus niet gezegd dat er geen geschikte mensen waren. Ik hoop op meer vangst als de gemeenteraad het net nog eens uitgooit.”

Begrijpt u dat er weinig animo is?

„Door die profielschets kunnen mensen zich afvragen: zitten ze daar wel op me te wachten? Bunschoten is een mooie gemeenschap, waar mensen omzien naar elkaar, zowel in het dorp als erbuiten. Bij collectes of hulpacties wordt grif gegeven. Het is een feest om van zo’n gemeenschap burgemeester te zijn. Een onbeheersbare gemeenschap is dit zeker niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer