BuitenlandWreedheden
Rohingya in de val: vrees voor etnische zuivering in Myanmar neemt toe

Rohingya zijn in Myanmar het slachtoffer van een steeds heviger conflict tussen de junta en een lokaal rebellenleger. Getuigenissen doen denken aan de genocide van 2017.

Aletta André, Trouw
In het zuidoosten van Bangladesh leven circa 1 miljoen Rohingyavluchtelingen, afkomstig uit buurland Myanmar, onder erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen. beeld Helen Manson
In het zuidoosten van Bangladesh leven circa 1 miljoen Rohingyavluchtelingen, afkomstig uit buurland Myanmar, onder erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen. beeld Helen Manson

Een modderige rivierbedding, rood van het bloed. Roze en paarse kledingstukken. Schokkende beelden die vorige week via sociale media de wereld rondgingen laten tientallen dode lichamen zien langs het water. CNN onderzocht de beelden en concludeerde dat dit de rivier de Naf is, die Myanmar van Bangladesh scheidt, ten westen van de stad Maungdaw.

De slachtoffers, volgens ooggetuigen, waren Rohingyafamilies die naar Bangladesh probeerden te vluchten. Rohingyarechtenorganisaties meldden dat hier door een droneaanval in één klap 200 mannen, vrouwen en kinderen omkwamen – een aantal dat lastig te verifiëren is.

Lukrake beschietingen

De beelden richten hoe dan ook de aandacht van de wereld opnieuw op de Rohingya, een vervolgde moslimminderheid in de staat Rakhine aan de westkust van het overwegend boeddhistische Myanmar. In 2017 vluchtten zij massaal voor moorden, verkrachtingen en brandstichting door het leger, dat in 2021 een staatsgreep pleegde.

„We horen over lukrake beschietingen en brandstichting; onze eigen kliniek is platgebrand” - Paul Brockmann, medewerker Artsen zonder Grenzen

De VN-rapporteur voor mensenrechten concludeerde toen dat het geweld „de kenmerken van genocide” had; een genocidezaak van onder meer Nederland loopt nog bij het Internationaal Gerechtshof. In buurland Bangladesh wonen nog steeds ruim een miljoen Rohingya in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Nu arriveren daar opnieuw Rohingya met getuigenissen die de vrees voor een tweede genocide doen toenemen. Volgens hulpmedewerkers gaat het om meer dan duizend mensen in slechts twee weken – een groot aantal gezien de strenge grenscontrole door Bangladesh.

„De verhalen die we horen doen denken aan 2017”, zegt Paul Brockmann van Artsen zonder Grenzen (AzG). Hij coördineert vanuit Amsterdam alle projecten in Myanmar, Bangladesh en Maleisië. „We horen over lukrake beschietingen en brandstichting. Onze eigen kliniek is platgebrand.” Ook Brockmann noemt de droneaanval van vorige week. „Burgers die geweld ontvluchten hebben het recht op bescherming.”

Aangewakkerd

De etnische militie Arakan Army vecht al langer om de controle over de staat Rakhine, die vroeger Arakan heette. Na een informeel staakt-het-vuren laaide het geweld eind vorig jaar weer op en bereikte, naarmate het Arakanleger de junta steeds verder verdringt, de afgelopen maanden gebieden waar nog veel Rohingya wonen.

Rohingya ontvluchtten de erbarmelijke omstandigheden, in dit geval over zee naar Indonesië. Zo’n dertig kilometer uit de kust van Aceh kapseisde hun boot. beeld AFP, Zahlul Akbar

AzG moest eind juni alle activiteiten in het gebied staken vanwege het geweld en is voor informatie afhankelijk van getuigenissen van mensen die Bangladesh bereiken, mediaberichten en sporadisch contact met oud-medewerkers. „Dat is lastig, want die zijn zelf ook op de vlucht en het telefoonnetwerk ligt er vaak uit”, zegt Brockmann.

Volgens een rapport dat mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) deze week publiceerde, zijn burgers van alle etnische achtergronden het slachtoffer van wreedheden gepleegd door beide partijen, maar vooral de Rohingya zitten in de val tussen de twee kampen. De junta zou duizenden Rohingyamannen en -jongens onder dwang hebben gerekruteerd voor het leger. Hiermee wordt haat aangewakkerd tussen de Rohingya en de etnische Arakan, iets wat de junta volgens een VN-rapport opzettelijk doet.

Wat de Rohingya ook kwetsbaar maakt, zo legt Brockmann uit, is dat zij stateloos zijn. „Ze hebben geen bewegingsvrijheid. Om hun dorp uit te gaan hebben ze toestemming en documenten nodig. Daarom kunnen ze eigenlijk nergens heen vluchten.”

Wie de dodelijke droneaanval vorige week pleegde is niet duidelijk; de junta en het Arakanleger wijzen naar elkaar. Wel stelt HRW op basis van satellietbeelden en getuigenissen dat Rohingyadorpen gericht en zonder directe aanleiding door het Arakanleger zijn aangevallen en in brand gestoken.

Het gaat om zeker veertig dorpen rondom de in mei door het Arakanleger overwonnen stad Buthidaung. Zo’n 70.000 Rohingya die in de stad woonden vluchtten. Volgens HRW richtte het Arakanleger zich daarna met brandstichting op de vluchtende bevolking.

De junta straft de bevolking ondertussen collectief door bijvoorbeeld het platleggen van het internet en het blokkeren van wegen, waardoor geneesmiddelen en andere hulpgoederen het gebied niet in kunnen.

Grenswacht

In juni belegerden de rebellen de stad Maungdaw, op nog geen kilometer van de grens met Bangladesh, waar vooral Rohingya wonen. Ze waarschuwden inwoners van tevoren te vertrekken, maar getuigen die Bangladesh wisten te bereiken vertelden persbureau Reuters dat de meeste mensen hier geen gehoor aan gaven, omdat ze nergens heen kunnen.

De afgelopen week werden de gevechten tussen de rebellen en de junta in de stad intensiever, waarna duizenden mensen alsnog zijn gevlucht. Veel van hen wachten bij de rivier op boten. Dit gold ook voor de mensen die omkwamen bij de droneaanval. Sommigen lukt het om Bangladesh te bereiken; anderen stuiten op de Bengaalse grenswacht.

Bangladesh zit niet te wachten op meer Rohingyavluchtelingen. Al jaren klagen de regering en regionale autoriteiten dat het land de hoeveelheid mensen niet aankan, en ook de VN-agentschappen en niet-gou­ver­ne­men­te­le or­ga­ni­sa­ties die er hulp verlenen zien de donaties opdrogen.

Oud-premier Sheikh Hasina, die begin augustus na grote protesten het land ontvluchtte, drong aan op terugkeer van de vluchtelingen naar Myanmar. Het recente geweld maakt de mogelijkheden hiervoor voorlopig kleiner.

Het nieuwe interim-regeringshoofd Muhammad Yunus zei zondag in zijn eerste toespraak dat zijn regering de Rohingya in Bangladesh zal blijven steunen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer