De Nederlandse steun aan Oekraïne is wat premier Dick Schoof betreft „onverminderd”. Wat de aanslag op de Nord Streampijpleidingen betreft, wil het kabinet de Duitse rechtszaak hierover afwachten.
Dat zei Schoof vrijdag tijdens de persconferentie na de ministerraad.
Duitse media meldden deze week dat Duitsland een internationaal aanhoudingsbevel voor de aanslag heeft uitgevaardigd tegen een Oekraïner en dat twee andere Oekraïners gelden als verdachten. De Amerikaanse krant The Wall Street Journal meldde eveneens deze week dat president Volodymyr Zelensky de aanslag aanvankelijk groen licht gaf, maar zijn goedkeuring later weer introk. Oekraïne ontkent nog altijd achter de actie te zitten en zegt dat het Rusland was.
Schoof noemde het belangrijk om de aanval van Rusland op Oekraïne „te stoppen in het belang van de veiligheid van Europa en Nederland. Dat betekent dat de steun aan Oekraïne ook in dat kader is.”
De premier heeft „over niet al te lange tijd” contact met Zelensky. Het „zou zomaar kunnen” dat Schoof dan de Nord Streamkwestie opbrengt, stelde hij. De premier riep echter op vooral de procedure die in Duitsland loopt, de aanklacht van het Duitse openbaar ministerie en de gerechtelijke uitspraken af te wachten.
Parlementariërs van PVV, NSC en FVD hebben schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van de berichtgeving van deze week. Zo wil onder andere PVV-leider Geert Wilders van Schoof, Veldkamp en Brekelmans weten of zij het ermee eens zijn dat het voor de relatie van Nederland met Oekraïne „niet zonder gevolgen kan blijven” als Oekraïne inderdaad achter de aanslag blijkt te zitten.