BinnenlandKinderpardon
Al bijna een maand is Eduard Disch (79) in hongerstaking: hij eist een kinderpardon

Al bijna een maand weigert Eduard Disch te eten. Op de stoep van de IND eist hij een kinderpardon. „Kinderen zijn de dupe van het handelen van volwassenen.”

Jeroen van Raalte, Trouw
Hongerstaker Eduard Disch in gesprek met de 11-jarige Mikael, bij het gebouw van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De Raad van State besloot vorige week dat de Armeense jongen en zijn moeder niet in Nederland mogen blijven. Disch is in hongerstaking om te demonstreren voor het kinderpardon. beeld ANP,  Lex van Lieshout 
Hongerstaker Eduard Disch in gesprek met de 11-jarige Mikael, bij het gebouw van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De Raad van State besloot vorige week dat de Armeense jongen en zijn moeder niet in Nederland mogen blijven. Disch is in hongerstaking om te demonstreren voor het kinderpardon. beeld ANP,  Lex van Lieshout 

Voor een man die al bijna vier weken niet heeft gegeten oogt Eduard Disch (79) verrassend kwiek. De Maastrichtenaar zit op een campingstoeltje naast de ingang van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), in de wind die hier tussen de Haagse ministerietorens altijd waait. Zonnehoed op zijn hoofd, koffievlek op zijn jasje. Naast hem een bord met een boodschap: hongerstaking voor een kinderpardon, dag 26.

Met zijn actie komt Disch op voor kinderen die in Nederland zijn geworteld, maar voor wie uitzetting dreigt. Dat zijn er naar schatting 300. Kinderen zoals de elfjarige Mikael , die hier is geboren maar geen verblijfsvergunning krijgt. Hij moet met zijn moeder naar Armenië, oordeelde de Raad van State vorige week. Onverteerbaar, vindt Disch. „Kinderen zijn de dupe van weeffouten in het asielsysteem.”

Vier weken geleden keken Disch en zijn vrouw „zoals gewoonlijk” naar het Jeugdjournaal. Een item over de familie Babayants, een uitgeprocedeerd Oezbeeks gezin, bracht hem van zijn stuk. „Alleen al de manier waarop een van de dochters sprak maakte diepe indruk op me.”

De zaak haalde een slechte herinnering in hem naar boven. Als directeur van een maatschappelijke opvang in Maastricht ving hij in de jaren negentig een uitgeprocedeerd Belarussisch gezin op dat op straat was gezet. „Ineens stonden er tien agenten voor de deur om die familie af te voeren. Het hele opvanghuis was in rep en roer. Ik vond het absurd.”

In stilte peinzend voor de tv overviel Disch een „heilige verontwaardiging”. „Ik móést wat doen. En toen, alsof het werd ingefluisterd, schoot door mijn hoofd: een hongerstaking.” Nog dezelfde avond zat hij in de trein naar Den Haag.

„Je ziet het niet aan hem af, hè?” Verwonderd kijkt Valence Sonnen (77) toe hoe haar man monter een praatje maakt met twee mannen die speciaal voor hem uit Nijmegen zijn gekomen. Zelf bezoekt ze hem om de dag. Op de rug van haar hand heeft ze met pen ‘26’ genoteerd. „Zo hou ik de tel bij.”

„Hij is echt een lekkerbek, wil altijd uit eten” - Valence Sonnen, vrouw van Eduard Disch

Een beetje hebben al die dagen zonder eten hem wel getekend. „Ik ben wat wankel met opstaan, praten en denken gaat langzamer en mijn kortetermijngeheugen is wat zwak”, vertelt Disch. Het ergste vindt hij zijn overgevoeligheid. „Emotionele opvliegers”, noemt hij het.

Maar honger? Dat niet. „Ik kan het niet verklaren, misschien omdat ik zo gefocust ben.” En dit terwijl de zelfverklaarde bourgondiër normaliter graag aan de dis zit. „Hij is echt een lekkerbek, wil altijd uit eten”, vertelt zijn vrouw. Drinken doet hij des te meer. Zo’n drie liter vocht per dag. Soms een smoothie, of zoals nu een koffiebekertje instant bouillon.

Hongerstaker Eduard Disch. beeld ANP, Lex van Lieshout 

„Hij doet het verbazingwekkend goed, hij is pas zes kilo gewicht verloren”, zegt huisarts Ronald Schouten, die Disch dagelijks controleert. „Omdat hij wel suikers binnenkrijgt, kan hij het langer volhouden dan de klassieke hongerstaker.”

Zijn bloedwaarden zijn nog in orde, maar het is oppassen geblazen, ook als hij straks een punt achter zijn hongerstaking zet. „Het lichaam moet weer leren vast voedsel te eten, liefst onder begeleiding van het ziekenhuis.”

Eén nier

Schouten maakt deel uit van een spontane steungroep die Disch bijstaat met praktische zaken. „Ik noem ze mijn steunberen, als van een kerk. Ze houden mij een beetje overeind.”

Zo regelden ze voor hem een tentje, een campingstoel en een slaapadres, al sloeg Disch dit laatste aanbod aanvankelijk af. Twee weken lang sliep hij buiten in zijn stoel. „Dat was pittig, het waait hier dag en nacht.” Bovendien is hij de jongste niet meer. „Hij heeft maar één nier, de ander heeft hij ooit gedoneerd – zo’n man is het”, vertrouwt Sonnen de journalist toe.

„Je kunt die ouders niet verwijten dat ze van hun recht gebruikmaken; ministeries gaan net zo goed in beroep” - Eduard Disch, hongerstaker

Talloze mensen sprak Disch de afgelopen weken, ook IND-ambtenaren. Ze brengen hem koffie of betuigen hun respect. „Sommigen vertellen me zelfs dat ze zich niet altijd even gelukkig voelen met het beleid.” Meerdere uitgeprocedeerde families zochten hem op. „Eén gezin zit al vijftien jaar in de procedure, onvoorstelbaar. Er moet een einde komen aan die jarenlange procedures.”

Dat ouders hier zelf ook een hand in hebben, doet er volgens hem niet toe. „Ministeries gaan net zo goed in beroep tegen beslissingen. Je kunt die ouders niet verwijten dat ze van hun recht gebruikmaken.” En dan nog, stelt hij: het gaat om de kinderen. „Die zijn de dupe van het handelen van volwassenen, of dat nu ouders, ministers of ambtenaren zijn.”

Disch vertrouwt erop dat er een kinderpardon komt. Ook al zit er nu een minister van PVV-huize die daar niet toe genegen lijkt. „Ik hoop van ganser harte dat de vakantie de minister heeft geïnspireerd tot een rechtvaardig besluit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer