Hoogleraar: RIVM-rapport wekt „valse indruk” over levensverwachting rond Tata Steel
Bewoners van Wijk aan Zee zouden tweeënhalve maand korter leven door de uitstoot van Tata Steel in IJmuiden, berekende het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vorig jaar. Nog steeds duikt dat getal overal in de media op. Maar volgens Kees Roos klopt er niets van deze cijfers. Het RIVM blijft echter vierkant achter het rapport staan.
Kees Roos, emeritus hoogleraar wiskunde van de TU Delft, schudt niet-begrijpend het hoofd, wanneer hij de getallen uit het gewraakte RIVM- rapport voorleest. Daarin staat onder meer dat omwonenden door de uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof door de staalfabriek van Tata Steel in IJmuiden een groter risico lopen om astma en longkanker te krijgen. Ook zouden ze eerder overlijden en 0,2 punten van hun IQ verliezen. „O ja? 0,2?” zegt hij terwijl hij zijn wenkbrauwen hoog optrekt.
Het getal waar de kritiek van Roos zich vooral op toespitst, is dat inwoners van Wijk aan Zee gemiddeld tweeënhalve maand korter zouden leven door de uitstoot van de staalfabriek. „Direct al na verschijning van het rapport, eind vorig jaar, heb ik daar moeite mee gehad. Wat is nu tweeënhalve maand op een gemiddelde levensverwachting van 81,6 jaar in GGD-regio Velsen waartoe Wijk aan Zee behoort? Moet je daarvoor Tata Steel sluiten? Want dat is wat die 1100 activisten onder aanvoering van advocaat Bénédicte Ficq in feite willen. Dat getal zag ik een aantal keer in Trouw , het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad langskomen. Ik dacht: nu moet het toch echt afgelopen zijn. Dit is gewoon pure onzin.”
De cijfers voor de levensverwachting komen bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaan, vermoedt Roos. Hij besloot een kennis bij het CBS te bellen met de vraag: „Joh, hoe kijk jij daartegen aan?”
„Ik dacht: nu moet het toch echt afgelopen zijn, dit is gewoon pure onzin” - Kees Roos, emeritus hoogleraar wiskunde TU Delft
En?
„Hij is gewend met dit soort schattingen om te gaan en reageerde heel voorzichtig. Van hem kreeg ik een kaartje van Nederland met de gemiddelde levensverwachting. Die varieert tussen de gemeenten van 78,1 tot 89,2 . Die tweeënhalve maand valt ruimschoots binnen de variatie tussen de gemeenten. Statistisch gezien zegt het helemaal niets. Stel dat er tien kinderen aan longkanker overlijden, en 0,4 procent van die overlijdens is te wijten aan de uitstoot van Tata Steel, dan kom je op nog niet eens één kind dat overlijdt door de uitstoot van de staalfabriek.
Dus uw punt is?
„Dat het belachelijke cijfers zijn. Het RIVM goochelt wat met cijfers en wekt een valse indruk waarmee de media en de activisten aan de haal gaan. Er is niet eens een vorm van waarschijnlijkheidsberekening toegepast: binnen welke marge vallen de uitkomsten?”
Waarom heeft het RIVM dat niet gedaan?
„Dat weet ik natuurlijk niet. Het RIVM verzamelt gegevens over de volksgezondheid. De cijfers, die niet openbaar zijn, stoppen ze in een rekenmodel. Samen met metingen van de luchtverontreiniging. Dan volgt een heel ingewikkelde rekenpartij. En daar komt die tweeënhalve maand uit. Niemand weet hoe precies.
De uitkomsten van een model hebben altijd een zekere onnauwkeurigheid. En die moet je daarbij op zijn minst vermelden. Die staan niet in de publiekssamenvatting, maar daarop hebben de media zich wel gebaseerd.”
Het RIVM baseert zich dus op een model. Waarom zeggen ze in de publiekssamenvatting niets over de marges?
„Ik denk dat ze daar geen antwoord op hebben. En dat is heel kwalijk.”
Coen Berends, woordvoerder van het RIVM, stelt in een reactie dat de cijfers van het CBS over levensverwachting geen relatie hebben met de cijfers in het RIVM-rapport. „In ons rapport gaat het over levensduurverkorting door de blootstelling aan verschillende stoffen die worden uitgestoten vanaf het Tata Steelterrein, onafhankelijk van factoren als leefstijl of sociaaleconomische status, niet over levensverwachting. Dit betekent dat zonder de uitstoot door Tata Steel mensen in Wijk aan Zee naar verwachting gemiddeld tweeënhalve maand langer zouden leven. Dit is berekend met een nieuwe methode. De totale levensduurverkorting door luchtkwaliteit in de IJmond is ongeveer acht à negen maanden. Die tweeënhalve maand gaat dus alleen over de bijdrage van Tata Steel.”
Kees Roos is het echter niet met die redenering eens. „Waarom hebben de cijfers van het CBS over de levensverwachting niets te maken met die van de levensduurverkorting door het RIVM? Als in de GGD-regio Velsen de levensverwachting ondanks de uitstoot 81,6 jaar is, wordt deze 81,8 jaar als ik die tweeënhalve maand erbij optel. Waarom mag ik dat niet doen? Ik vind het raar dat ik dat sommetje niet mag maken; ik denk dat ik daarin niet de enige ben.”
Het instituut verschilt ook met de hoogleraar van mening over dat er geen nauwkeurigheidsgegevens in het rapport zouden staan. Berends: „In het rapport wordt wel degelijk ook de spreiding in de levensduurverkorting weergegeven.” Hij citeert uit het rapport: „Voor het meetstation ”Wijk aan Zee 553” bedraagt het verschil ten opzichte van de concentraties in De Rijp en De Zilk één tot vier maanden.” Hij vervolgt: „Ook worden de schattingen bijna overal voorzien van het woord ongeveer.”
Roos: „Dat klopt. Maar waarom staan ze niet in de publiekssamenvatting? Daar staat wel die tweeënhalve maand levensduurverkorting, maar zonder de marges.” Al met al blijft hij het RIVM-rapport te mager vinden om als basis te kunnen dienen voor restrictief overheidsbeleid richting Tata Steel.