Voor Henk en Mariet van de Maat uit Rijssen gaat niets boven een fietsvakantie. Met liefde trappen ze honderden kilometers langs Hollandse kusten en Franse kastelen. Contacten met wildvreemden geven de jeu aan hun trips.
„Dit is een van de meest beroemde kastelen. Hier zijn we binnen geweest”, zegt Mariet van de Maat. Ze bladert in haar woonkamer in een dik boek met foto’s van een fietsvakantie in Frankrijk. Samen met haar man pendelde ze in 2018 honderden kilometers langs de rivier de Loire. „Het Kasteel van Chambord , ontworpen door Leonardo da Vinci, was overweldigend. Het telt 426 kamers en 282 schoorstenen. Er hangen rijke tapijten aan de wand en er is een heel bijzondere wenteltrap.”
Toch zijn het niet alleen de culturele hoogstandjes waarvoor de Rijssenaren, beiden 64 jaar, al jaren in vakantietijd op de fiets stappen. Zeker zo belangrijk vinden ze de vrijheid op hun stalen ros. „Lekker in de buitenlucht je hoofd leegmaken”, zegt Henk, in het dagelijks leven bibliothecaris in Rijssen. Zijn vrouw Mariet, gastouder: „Op de fiets zie je veel meer van de natuur dan vanuit een auto. En je hebt geen last van parkeerproblemen.”
„Van Dokkum naar Leeuwarden kregen we continu windkracht acht tegen. Dat was echt lastig ” - Henk van de Maat, fietsvakantiefan
Knorrende zwijnen
Gecharmeerd is het stel van het relaxed zijn van Fransen die langs de Loire fietsen. Mariet: „Fietsende moeders maakten rond de middag werk van de lunch. Ze dekten een picknicktafel, haalden in een winkel een paar flessen wijn en bakten wat. Intussen sliepen de kleintjes. Wij lunchten eerst echt op z’n Hollands. Gauw even een stokbroodje met kaas. Maar later tijdens die fietstrip kocht ik voor onze lunch tomaten en komkommer. Wel zo gezellig.”
Per fiets doorkruisten ze afgelopen jaren Nederland. Het is genieten geblazen in de natuur. De Rijssenaren vertellen over knorrende zwijnen ’s ochtends vroeg op de Posbank (een natuurgebied bij Arnhem), over bloesem in de Betuwe en over het coulissenlandschap in de Achterhoek.
Niet altijd is fietsen een feest. Henk: „In Friesland deden we de Elfstedentocht, toen hadden we op onze fietsen nog geen trapondersteuning. Op de laatste etappe, van Dokkum naar Leeuwarden, kregen we continu windkracht acht tegen. 40 kilometer lang, op een smal fietspad. Dat was echt lastig.” Mariet: „We voelden onze knieën.”
De Rijssenaren, die sinds twee jaar op e-bikes fietsen, leggen tijdens hun vakantie per dag zo’n 80 kilometer af. Zonder motortje was dat pakweg 60 kilometer. Het stel overnacht bij particulieren, bijvoorbeeld via Airbnb, of bij leden van de stichting Vrienden op de Fiets. Mariet regelt vooraf die logeeradressen.
Op zondag staan de pedalen in ruststand. Het stel, lid van de Gereformeerde Gemeenten, zoekt dan een kerk in de omgeving of luistert online een dienst. „Ds. P. Mulder in Oosterend”, staat in een van Mariets fotoboeken gekrabbeld. „Toen waren we op Texel.”
„ Wij lunchten eerst echt op z’n Hollands. Gauw even een stokbroodje met kaas ” - Mariet van de Maat, fietsvakantiefan
Burgemeester
Over een enkele week gaan de Rijssenaren in Normandië fietsen. Dit keer ondernemen ze dagtrips vanuit één vakantiehuisje. Henk: „D-Day is dit jaar tachtig jaar geleden, dat is in ons vakantiegebied uitgebreid herdacht. Daar hopen we ook veel van te gaan zien.”
Ontmoetingen met medefietsers maken de vakantie extra leuk, vindt het echtpaar, dat drie kinderen heeft. Mariet: „Langs de Loire kwamen we telkens een man uit Beieren tegen. Een joviale vent. Verschillende keren hadden we een praatje. We noemden hem de burgemeester. Hij was gekleed in Lederhose, zat op een soort boerenfiets, en had alleen een klein tasje met geld en papieren bij zich.”
Henk, die ook boekbinder is, bewaart goede herinneringen aan een ontmoeting op een logeeradres in het Friese Tzummarum. Mariet: „We kregen een praatje met onze gastvrouw. Toen Henk zei dat hij boekbinder is, vertelde de vrouw dat ze een kookboek uit de jaren zestig had. Dat lag helemaal uit elkaar. Ze wilde het weer op laten knappen. Henk heeft het later thuis in Rijssen voor haar ingebonden. Ze was de koning te rijk.”