Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp vindt het „onwenselijk” dat Christenen voor Israël (CvI) geld doneert voor Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.
Dat liet de bewindsman vrijdag weten in reactie op schriftelijke vragen van Kamerlid Kati Piri (GroenLinks-PvdA). De parlementariër stelde de vragen in maart naar aanleiding van een artikel in dagblad Trouw. De krant meldde toen dat CvI geld werft dat via een andere organisatie zijn weg vindt naar nederzettingen van Joodse kolonisten op de Westoever.
Woordvoerster Sara van Oordt zei tegen de krant dat het jaarlijks om zo’n 130.000 euro gaat. CvI schrijft op de website dat veel van de hulp die de organisatie geeft naar de beveiliging van dorpen gaat.
Piri vroeg of de minister van Buitenlandse Zaken de mening deelt „dat dergelijke financiële donaties de nederzettingen bestendigen” en daarmee „het voortduren van ernstige schendingen van het internationaal recht faciliteren”. Veldkamp stelt dat Nederland en de EU „Israëlische nederzettingen in bezet gebied” beschouwen als strijdig met internationaal recht en een obstakel voor het bereiken van de tweestatenoplossing. „Nederland acht het dan ook onwenselijk dat individuen of organisaties hieraan bijdragen.”
Piri snijdt in haar vragen ook het onderwerp van de verkoop van producten uit de nederzettingen aan door het aan CvI gelieerde Israël Producten Centrum in Nijkerk. Nederland hanteert voor de nederzettingen een ontmoedigingsbeleid voor Nederlandse bedrijven. Daarbij gaat het om „internationale activiteiten die zij ontplooien in of ten behoeve van Israëlische nederzettingen in bezet Palestijnse gebied”, schrijft Veldkamp. „Het kabinet acht dergelijke activiteiten onwenselijk.”