Brussel geeft een ernstig signaal af aan Hongarije dat het land te ver is gegaan met de zelfverklaarde vredesmissie van premier Viktor Orbán naar Rusland en China. De Europese Commissie en de lidstaten gaan vergaderingen boycotten die Hongarije als EU-voorzitter in Boedapest organiseert.
Voorlopig nemen alleen ambtenaren deel aan vergaderingen in de Hongaarse hoofdstad; Eurocommissarissen blijven thuis. Dat liet de woordvoerder van de Commissie maandag op berichtenplatform X weten, nadat ook verschillende lidstaten hadden aangegeven geen ministers naar informele raden in Boedapest te sturen.
De recente bezoeken van Orbán aan onder meer Rusland, China en de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump zijn verkeerd gevallen in Brussel en andere Europese hoofdsteden. Hongarije is vanaf 1 juli voor een halfjaar EU-voorzitter en in die rol had Orbán over zijn reizen moeten overleggen, vinden lidstaten.
In plaats daarvan heeft de Hongaarse premier de suggestie gewekt, dat Hongarije namens de Europese Unie op vredesmissie was om tot een internationale oplossing te komen voor de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Dat deed hij door op sociale media met het logo van het EU-voorzitterschap over de reis te berichten.
„De intensiteit van het militaire conflict zal in de nabije toekomst radicaal escaleren” - Viktor Orbán, premier van Hongarije
Onderhandelingen
Na afloop van zijn zelfverklaarde vredesmissie stuurde Orbán een tienpuntenplan met aanbevelingen naar de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, schrijft de Britse zakenkrant Financial Times , die de brief inzag. De Hongaarse premier waarschuwt dat „het conflict in de nabije toekomst zal escaleren”.
Daarbij komt dat bij een „waarschijnlijke overwinning” van Donald Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november, hij onmiddellijk zal proberen een einde aan de oorlog te maken. De presidentskandidaat heeft „gedetailleerde vredesplannen” klaarliggen, beweert Orbán.
Anticiperend op de verschuiving in het Amerikaanse beleid moet Brussel het rechtstreekse overleg met Moskou hervatten, adviseert de Hongaarse premier.
Oorlogsgezind
Raadsvoorzitter Michel steekt het dat Orbán de EU een „oorlogsgezind” beleid aanwrijft, reageert hij in een boze brief. „In tegendeel”, schrijft Michel. „Rusland is de agressor en Oekraïne het slachtoffer, dat zijn recht op zelfverdediging uitoefent.”
Het EU-voorzitterschap van Hongarije heeft geen rol in het vertegenwoordigen van de EU op het internationale toneel, onderstreept Michel in de brief. Hongarije „heeft geen mandaat” van de EU-leiders gekregen om „namens de Unie contacten aan te knopen”.
De juridische afdeling van de Raad geeft eveneens aan dat Orbáns gedrag strijdt met EU-verdragen. Die verbieden een EU-voorzitter acties te ondernemen die de gemeenschappelijke EU-doelen ondermijnen. Als eenling bekritiseert Hongarije westerse sancties tegen Moskou, militaire steun aan Oekraïne, en eist het een staakt-het-vuren en vredesbesprekingen. Terwijl op EU-toppen is besloten dat de EU Rusland als agressor ziet, Oekraïne steunt bij de verdediging, en het starten van onderhandelingen overlaat aan Kyiv.
Ambtenaar
Uit onvrede over Orbáns handelwijze hebben de meeste lidstaten besloten geen ministers naar informele ministerraden in Boedapest te sturen. In plaats daarvan wordt een ambtenaar afgevaardigd. Het Nederlandse kabinet is intern verdeeld. VVD en NSC willen dat het kabinet zich aansluit bij de boycot; PVV en BBB zien daar geen aanleiding toe. Naar officiële ministerraden in Brussel, waar vakministers over EU-wetgeving stemmen, vaardigen lidstaten wel ministers af.
Het Europees Parlement moet nog een standpunt innemen over de omgang met het Hongaars EU-voorzitterschap. Er gaan stemmen op om Hongarije het voorzitterschap te ontnemen. Formeel zou dat volgens de EU-verdragen kunnen. Polen, dat per 1 januari voorzitter wordt, zou dan voortijdig het roer overnemen. Maar lidstaten zijn niet enthousiast.
Hongarije stelt dat de EU met de boycot haar boekje te buiten gaat. De Commissie kan niet zelf bepalen met welke lidstaten ze wil samenwerken, reageerde minister van EU-zaken János Bóka op X.