Heri heri: een Surinaamse slavenmaaltijd voor iedereen
De tijd dat je de Surinaamse keuken simpelweg kon verdelen tussen typisch Javaanse, Hindoestaanse, Creoolse en Chinese gerechten, ligt ver achter ons. Etnische groepen hebben nog steeds hun eigen voorkeuren, maar koken ook steeds vaker gerechten uit andere keukens. Zoals heri heri, dat ooit als slavenmaaltijd vrijwel alleen door Afro-Surinamers werd genuttigd.
Zestien chefs bereidden eind juni in drie dagen tijd 7000 heri herigerechten in de keuken van het Koninklijk Paleis op de Dam. Ze waren er trots op dat ze in de ‘keuken van de koning’ zo’n historisch gerecht mochten bereiden. Het werd daarna gratis uitgedeeld in de hoofdstad. Ook in andere Nederlandse provincies werd dat gedaan.
En dit allemaal ter nagedachtenis aan het slavernijverleden en om het verleden met het heden te verbinden, luidde de boodschap erachter. Want de afschaffing van de slavernij wordt ieder jaar op 1 juli herdacht en daar hoort –in ieder geval onder veel Afro-Surinamers in Suriname– heri heri bij. Wat maakt dit gerecht zo bijzonder en waarom was het een typische slavenmaaltijd?
„Omdat heri heri vrij bewerkelijk is, wordt het alleen bij hoogtijdagen, zoals een huwelijk of verjaardagsfeest, op tafel gezet”
De slaven kregen doorgaans het mindere voedsel dat op de plantages werd verbouwd, zoals de gekookte zoete aardappel –nappie genoemd–, cassave en gele en groene bananen. Soms werd dat door de plantage-eigenaar aangevuld met onder meer gezouten vis. Voordeel was dat het goedkoop was – een prettige bijkomstigheid voor de plantage-eigenaar. Maar bovenal was het krachtvoer, dat de slaven die tot veertien uur zware lichamelijke arbeid moesten verrichten, hard nodig hadden. Het hield ze letterlijk op de been in een tijd waarin gruwelijke dingen gebeurden.
Armenvoedsel
Na de afschaffing van de slavernij in 1863 bleef heri heri als gerecht bestaan in Suriname. Het werd onderdeel van de rijke en gevarieerde keuken van het land, al keken andere bevolkingsgroepen nog lange tijd argwanend naar dit gerecht, dat als armenvoedsel werd gezien. Maar dat veranderde langzaam in de loop van de vorige eeuw toen heri heri ook door Javanen, Hindoestanen en –in mindere mate– Chinezen werd omarmd.
Het kon niet uitblijven dat het recept werd uitgebreid met groenten –zoals kousenband– en een gekookt ei. Tevens werd geëxperimenteerd met andere vissoorten en werden een of twee pepers en tomaten toegevoegd. Het is in Suriname wel even zoeken voor je een lekkere heri heri vindt. Daarvoor moet je bij een van de weinige authentieke kriororestaurants zijn. Dat zijn horecagelegenheden waar nog echt Surinaams wordt gekookt.
Omdat het vrij bewerkelijk is voordat het op tafel staat, is het niet zo vaak in Surinaamse huishoudens te vinden. Meestal met hoogtijdagen zoals een huwelijk of een groots verjaardagsfeest. En rond de Onafhankelijkheidsdag op 25 november – en op 1 juli dus. Voor menigeen is heri heri gevoelsmatig nog altijd verbonden met het verleden. Want eten is emotie en door het gerecht te eten én te weten wat je eet, wordt het verleden niet vergeten, zo oordelen zij.
Voor anderen is het vooral een lekker gerecht. Vandaag de dag wordt heri heri dus ook door de andere bevolkingsgroepen in Suriname veel gegeten. Bij mij thuis –met een Javaanse vrouw als keukenprinses– is het in ieder geval allang niet meer alleen bami, nasi en saotosoep.