„Ze hebben een zak over mijn hoofd gedaan en mijn handen en voeten vastgebonden”, vertelde R. „Ik kreeg een strop om mijn nek en ze hebben me geschopt.” Volgens R. was er bij de aanhouding ook een Nederlandse politieman aanwezig die aanwijzingen gaf. Hoe hij wist dat het om een Nederlander ging kon R. niet goed duidelijk maken.

Justitie ziet Mao R. en zijn broer Mario als vertrouwelingen van Ridouan Taghi. Het OM eiste bij de rechtbank een levenslange celstraf tegen de twee. Zijn broer kreeg die ook opgelegd, Mao R. kreeg vijftien jaar en acht maanden cel, onder meer omdat zijn betrokkenheid bij een aantal moorden niet bewezen kon worden.

Na zijn aanhouding zou R. ook in zijn cel in Suriname niet goed zijn behandeld, verklaarde hij. „Ik heb negen uur aan een verwarming met handen en voeten vastgebonden gezeten en toen kwamen ze met een brandslang om me schoon te spuiten.” Uiteindelijk is hij vanuit Suriname overgebracht naar Nederland.

Volgens de verdediging van R. is dat mogelijk niet op de juiste manier gebeurd. Ook de verdediging van Ridouan Taghi, en medehoofdverdachten Saïd R. en Mario R. hebben eerder vraagtekens gezet bij de arrestatie en de manier waarop hun client naar Nederland is gebracht.

De verdediging van Mao R. wil nu weten op basis van welke informatie hij Suriname is uitgezet en of die informatie afkomstig is van Nederland. De rechtbank beslist later deze maand hierover.

De voorzitter van het gerechtshof leek na afloop van het verhaal van R. enigszins verrast. „Ik heb nu al het idee dat er meer besproken is dan in zes jaar eerste aanleg”, reageerde hij. R. beriep zich bij de rechtbank vooral op zijn zwijgrecht.

Het Marengo-proces draait om zes moorden en aantal moordpogingen. De rechtbank legde hoofdverdachte Ridouan Taghi en twee medeverdachten eerder een levenslange celstraf op voor betrokkenheid bij de moorden. Tegen veertien verdachten loopt nu hoger beroep.

De zaak gaat volgende week verder, dan opnieuw met een inleidende zitting.