Zo staat er al lange tijd in ons leven een schuldeiser. Het is Gods heilige wet. „Betaal hetgeen gij schuldig zijt.” En wat betekent dat? Voor deze weduwe zag dat er niet best uit. Wat een wonder dat deze vrouw met haar nood uitkomt bij Elisa, die haar vraagt wat zij in huis heeft om de schuld te betalen. Zo komt ook tot u de vraag: „Wat hebt u in huis om de schuld te betalen?” En misschien haalt u de schouders op, omdat u er niets van verwacht. Deze vrouw heeft nog een kruik met olie. Maar ja, wat zou ze daarmee moeten beginnen tegenover zo’n openstaande schuld? Zo komt nu de vraag tot u: „Wat hebt u in huis om de hemelhoge schuld te betalen?”

Mag ik indachtig maken wat de Heere onder andere over de weduwe zegt? „Uw Maker is uw Man. HEERE der heirscharen is Zijn Naam. En de Heilige Israëls is uw Verlosser” (Jesaja 54:5).

„Laat als een schuldenaar de olie maar vloeien”

Die toezegging had deze weduwe in huis. Maar zij was er niet werkzaam mee. Zij had meer oog voor haar nood dan voor die olie, die een beeld is van de overvloedige genade Gods. Kijk het maar na. Psalm 23:5: „Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.” Overvloeiende van genade. Olie. Om de nood om te zetten in vreugde. Maar… die moest nu in het geloof ook gebruikt worden. Zo heeft de Heere ons ook Zijn genade geschonken. Denk aan de toezeggingen uit Gods Woord, zoals: „Wentel uw weg op de HEERE, want Hij zorgt voor u.” O, weet dit: als wij geen heilig gebruikmaken van de gewisse beloften van God, dan wordt het een eeuwig omkomen. Maar o wonder van genade! De Heere zendt Elisa, die haar de weg wijst. En zo wordt ook ons de weg gewezen: „Verzamel zo veel mogelijk lege vaten.” Wat een beproeving. Maar in die beproeving is de Heere ongetwijfeld met Zijn indachtmakende genade bij deze weduwe in haar nood geweest. Zij heeft ongetwijfeld gedacht aan het wonder dat ten tijde van de profeet gebeurd was bij de weduwe van Zarfath. Toen het meel van de kruik niet verteerde, en de olie van de fles niet ontbrak.

Zij keert door het Woord en met het Woord van Elisa huiswaarts, om daar in de stilte van de binnenkamer de wonderen Gods te aanschouwen. En deze weduwe is in de gehoorzaamheid aan die weg die zij moest gaan niet beschaamd uitgekomen.

Zo komt ook tot ons het Woord: „Maak u zelf vele ledige vaten.” Houd de lege handen van uw of jouw bestaan op, voor het aangezicht van de Heere. En belijd het maar: „Heere, nu is het naar Uw heilige Wet, die naar recht mijn schuld komt opeisen. Maar Heere, nu heb ik gehoord…” En laat nu maar als een schuldenaar de olie vloeien, en belijd de Heere: „Heere U hebt toch gezegd: Al wat u ontbreekt, schenk Ik zo gij het smeekt, mild en overvloedig.”

Weet wel, in Christus hebben we een overvloeiende fontein, gegrond in de dorst die Hij aan het vloekhout des kruises heeft geleden.

Ga in de binnenkamer. Sluit de deuren toe. Giet Gods beloftewoorden uit over de leegheid van uw bestaan. Het verwachtende, hopende, op Zijn Woord.